Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

9982 resultaten - Pagina 3 van 666

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] "De val van de eerstgeschapen geesten, ofwel van de vrije en tot leven gebrachte ideeën van God in de eindeloze ruimte, is de grote scheiding waarvan Mozes zegt: 'Toen scheidde God het licht van de duisternis!' Hoe dat echter begrepen moet worden in de ware zin van de goede en correcte overeenkomst, heb ik jullie allen reeds voldoende getoond. Het gevolg daarvan -de noodzakelijke materiële wereld, diens grote en kleine delen zoals zonnen, aarden en manen en alles wat daarin en daarop is -is in de eindeloze ruimte verstrooid.
Hoofdstuk 224: De val der geesten, de val van Adam en de erfzonde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Dat voor zulke genezingen tegen ontzettend grote offers jouw heiland heel goed te gebruiken zou zijn voor het tempelbestuur, zul je, lieve kind, nu wel begrijpen, zoals ook waarom de tempel steeds jacht maakt op de goede heiland uit Nazareth.
Hoofdstuk 241: Het oogmerk van de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Wij weten wat deze aarde is, wat zon, maan en al de talloze sterren zijn. Het zijn merendeels ontzettend grote hemellichamen, vele zijn zelfs onuitsprekelijk groter dan deze aarde van ons. Op zichzelf zijn zij wel dood, dat wil zeggen wat betreft hun grote lichaam, maar de macht van het goddelijke leven dwingt al die ontelbare lichamen tot een noodzakelijke beweging en niet zomaar een simpele beweging, maar een zeer ingewikkelde.
Hoofdstuk 35: De dood met haar eigen wapens overwonnen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De GRIEK zegt heel vriendelijk: "Vriend, ik heb slechts een rechthoekig plaatsje van dertig passen in de lengte en tien in de breedte nodig. Daar laat ik meteen mijn drie goede en kostbare tenten door mijn meegenomen bedienden overeind zetten, en meer heb ik niet nodig. Want spijzen en dranken heb ik in grote hoeveelheden bij mij en ik bezit veel goud en zilver om nog meer te kopen, als het meegenomene op mocht raken. Ook heb ik voer voor mijn lastdieren en op die wijze ben ik dus goed voorzien van al het mogelijke. Alleen een plaats om dat allemaal onder te brengen heb ik niet en die zal ik dus voor enige tijd van je huren. Wat verlang je per dag voor die gevraagde ruimte?"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, de zon die nu aan de hemel schijnt is in rechte lijn nauwelijks zover van ons verwijderd, als de afstand, die een ervaren ruiter in een halve dag af kan leggen. De echte zon staat in rechte lijn echter zover van de aarde verwijderd, dat, als dat mogelijk zou zijn, een ervaren ruiter , als hij zonder te rusten dag en nacht door zou rijden, die ontzettend lange weg nauwelijks in tienduizend jaar zou kunnen afleggen. Hoe ver reiken de stralen van de natuurlijke zon en hoe onmeetbaar is de ruimte die zij vullen en hoe kort zijn daarentegen de stralen van deze schijnzon! Naar het oosten komen ze niet erg ver, wat ook goed te zien is aan de grotere duisternis in het oosten, en daarom is de lucht daar niet zo oogverblindend van licht doorzeefd als bij de natuurlijke zon. Het oogverblindende, doordringende licht in de lucht, die deze aarde naar alle kanten omgeeft, maakt echter juist dat wij overdag nooit een ster kunnen zien.
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] In zijn fantasie maakte hij zich, zo goed en zo kwaad als dat ging, daarvan voorstellingen. Maar van de grote uitgestrektheid van de landstreken, van het grote licht dat zich in een onmetelijk diepe en vrije ruimte bevond, namelijk van de zon, de maan en de talloze sterren, evenals van de sterkte van het licht en zijn warmte kon hij zich toch onmogelijk een juist begrip vormen.
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als nu dus over een uurtje deze zon zo plotseling zal doven, zal hen een grote angst overvallen. Want de maan zullen zij vandaag ook niet te zien krijgen, omdat zij al is ondergegaan. De grote angst zal hun ogen beïnvloeden zoals bij het gezichtsvermogen van dronken mensen.het geval is, en zij zullen door hun duizeligheid de sterren zien verschuiven. Dat zal hen doen denken dat volgens de voorspelling de sterren van de hemel op de aarde zullen vallen en de vele blinde domkoppen zien de dag des oordeels dan al aangebroken. Je zult helemaal hier kunnen horen hoe na het plotselinge doven van de schijnzon de menigte voor. die stad in een ontzettend gehuil zal losbarsten. Dat zal hun echter met in het minst schaden want daardoor worden ze weker en zachter en ontvankelijker gemaakt voor de zuivere waarheid.
Hoofdstuk 97: Het materialistische denken der priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Toen er echter na verloop van tijd arbeidsschuwe mensen begonnen te ontaarden en te zondigen tegen oude en wijze voorschriften, nog afkomstig van Henoch, de leraar van God van vóór de zondvloed, bouwde men al gauw grote gevangenissen, waarin men de misdadigers opsloot. Zij werden gevoed met gekookte kreeften en afwisselend gezouten of gebraden varkensvlees met daarnaast slechts een geringe hoeveelheid brood. Het viel echter op dat de misdadigers heel gezond bleven bij deze kost, en in een slecht jaar probeerden later de vrije mensen ook de verschrikkelijk gewaande gevangenenkost en vonden dat die beter smaakte dan hun reeds van oudsher gebruikelijke huiskost. Deze ontdekking maakte toen al gauw dat het eerst zo ontzettend grote aantal grote en vette Nijlkreeften sterk verminderde, omdat men er te veeljacht op maakte.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Met dit getuigenis, dat mijn geest mij over jou gaf, kun je het voorlopig doen, -als je echter nog meer wilt, kan daar voor gezorgd worden, want ik ontdek zojuist een grote ruimte vol kwalijke informatie over jou, en je hoeft maar te kikken, dan krijg je alles te horen! Want je bent ook een dief! -Begrijp je mij?!" .
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Kijk, ik kan het u zeggen omdat ik, zoals eerder geen levend wezen op deze aarde, het aan den lijve heb ondervonden dat er in het eindeloze wereldruim zulke verschrikkelijk grote zonnewerelden zijn dat zij, als ze hol zouden zijn, van binnen een grotere ruimte zouden hebben dan de hele wereldruimte die u hier ziet tot aan de vaste sterren van de eerste, tweede en derde grootte! Deze reusachtige zonnewereldlichamen, waaromheen zich hele melkwegstelsels met talloos vele centrale en planetaire zonnen bewegen, bewegen zich voor het verkrijgen van energie eveneens weer om een nog eindeloos groter centraalzonlichaam, en die beweging is zo snel dat uw gedachten niet eens snel genoeg zijn om haar in te halen!
Hoofdstuk 126: Mathaël twijfelt aan de belevenissen van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De Egyptenaren hebben wel vrijwel alles wat enigszins betrekking had op de godheid vaak door verschrikkelijk grote vormen afgebeeld om het slavenvolk, dat blind moest blijven, te imponeren. Het moest de godheid ontzettend vrezen en voor de uitspraken van de priesters heel berouwvol beven als bladeren voor de storm! Maar hebben deze reusachtige god figuren het gewone volk verbeterd? O nee, in de loop van de tijd was het volk aan de 'verschrikkelijke gestalten gewend geraakt en een dertig manshoogten boven de aardbodem uitstekende sfynxkop deed het helemaal niets meer. Het had meer bewondering voor het geduld van de een of andere oude beeldhouwer, die in één keer een kop had gehakt uit een enkel stuk graniet.
Hoofdstuk 129: Mathaël geeft verdere uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] CORNELIUS zegt: "Dank je wel, lief en vriendelijk kind, voor wat je mij nu hebt verteld, hetgeen ik van alfa tot omega zelfs met mijn verstand heel goed begrijpen kan, want ik ontdek er niets onzinnigs in. Maar hoever moet dan de zon wel van deze aarde verwijderd staan dat zij ons, ondanks dat het zo'n ontzettend grote wereld is, zo klein kan voorkomen?"
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] PHILOPOLD zegt: "Heer! Dat zal allemaal wel juist zijn en het kan ook wel zo zijn dat ik daarvoor de sleutel in mijn hart vind, maar voor U, o Heer, zou het toch een heel kleine moeite zijn, ons dit grote geheim te onthullen en daarbij zouden wij beslist heel aandachtig toehoren. Voor mij zal het echter een ontzettend zwaar karwei worden en uiteindelijk kan ik dan nog welverdiend worden uitgelachen!"
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Toen stapte Elia welgemoed uit de grot in de grote vrije ruimte, en de weg naar het grote vaderland lag zonder gevaren vrij en open voor hem (I.Kon.19 :9-15)
Hoofdstuk 194: Opvattingen van de Perzen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] JURAH zegt: " Ja, volgens mij heb je nu de spijker op de kop geslagen! Zo zal het wel in elkaar zitten! Maar omdat het nu heel zeker zo is komt weer de grote en belangrijke vraag: Hoe kunnen wij naar Hem toegaan, terwijl we toch zeker tot over onze oren in de zonden steken? En toch staat er geschreven: 'God mag en kan niemand benaderen die zondig is!' Wij zijn ontzettend onrein! Waar zullen wij ons nu kunnen reinigen? Waar is hij, die een rechtsgeldig offer van ons aan zou nemen dat ons voor God zou reinigen van onze zonden?!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...