Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3231 resultaten - Pagina 3 van 216

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[14] Ik antwoord hem: 'Als jij je niet waardig genoeg vindt om bij Mij te zijn, wie acht je dan waardig genoeg? Weet wel, dat Ik niet voor de sterken ben gekomen, gesteld al dat die er zouden zijn, maar Ik kwam alleen voor de zwakken en zieken. Als iemand gezond is, heeft hij de dokter niet nodig; alleen de zieke en de zwakke heeft de dokter nodig. Blijf jij daarom maar rustig bij Mij, want Ik heb je je zonden reeds lang vergeven en ook als je zondigen zult terwijl je bij Mij bent, dan zal Ik je vergeven. Want niet in je kracht, maar in je zwakheid zul je zalig worden door de enkele genade van boven, omdat je Mij herkend hebt en nu reeds een rots in het geloof bent!'
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] (Daarna daalde Hij af naar Kapérnaum, en Zijn moeder, Zijn broers en Zijn leerlingen gingen met Hem mee, maar zij bleven daar niet lang. Joh. 2:12) Zeven dagen na de bruiloft verliet Ik Nazareth en trok met Maria, Mijn vijf broers, waarvan er twee tot Mijn leerlingen behoorden, en met de tot dat tijdstip opgenomen leerlingen naar het lager gelegen Kapérnaum. Dat was toentertijd een tamelijk belangrijke handelsstad, die gelegen was op de grens van de provincies Zebulon en Naftali aan de Galilese zee. Het lag ook niet ver van de plaats waar Johannes aan de overzijde van de Jordaan in de omgeving van Bethabara doopte, zolang deze vaak geheel droogstaande rivier voldoende water had.
Hoofdstuk 12: Naar Kapérnaum. Begin van het prediken. In Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Een onbekende oude Jood, die hoorde wat er gezegd werd, kwam dichterbij en zei: 'Beste vrienden, jullie weten nog lang niet alles, maar ik was drie jaar geleden zelf een gewone knecht in de tempel en ik heb daar toen huiveringwekkende dingen meegemaakt!'
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] De toorn over Mijn huis zal Mij wel vernietigen, maar nu nog lang niet! Hier zullen hooguit een paar ter plaatse zijnde Joden vragen', wie Ik ben en wie Mij daar goedkeuring voor heeft gegeven en zij zullen een officieel teken aan Mij vragen. Ik weet echter al dat het zo moet gaan, en dat zal voor ons geen gevaar opleveren. Kijk maar bij het voorhangsel, daar staan er al een paar die onder dit voorwendsel hun eigen nieuwsgierigheid willen bevredigen; zij zullen dan ook meteen een goed antwoord krijgen!'
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] De reden waarom dit getuigenis in het evangelie niet zo compleet gegeven is, is nog steeds dezelfde als die we reeds eerder gaven: Omdat het ten eerste toen zo gebruikelijk was om zo te schrijven dat alleen de hoofdpunten vermeld werden en dat al het andere, dat de begrijpende lezer vanzelfsprekend vond, weggelaten werd; ten tweede opdat het heilige levende in het Woord niet verontreinigd en ontheiligd kon worden. Daarom is ieder vers een graankorrel met een behoorlijk dik omhulsel, waarin de kiem voor een oneindig leven verborgen rust
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kijk eens naar de velen, die uit de stad naar ons toe zijn gekomen om in Mij de Beloofde te zien, en zoals je ziet, komen er nog steeds meer! Let op, dat zijn niets anders dan al overrijpe tarwe aren. die al lang gemaaid hadden moeten worden! Ik zeg jullie met veel vreugde: De oogst is groot, maar er zijn nog veel te weinig maaiers; vraag daarom de Heer van de oogst, dat Hij meer maaiers in Zijn oogst zenden zal!.
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Waarop Ik hen antwoordde: 'Heb Ik dan gezegd, dat jullie deze Voor ons liggende natuurlijke gerstevelden moeten maaien? O jullie domkoppen, hoe lang zal Ik je op die manier nog moeten verdragen?! -Begrijpen jullie dan nog niets?! -Luister dan en begrijp het:
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] (En zei tot degenen, die duiven te koop hadden: 'Draag dat weg en maak het huis van Mijn Vader niet tot een handelshuis!' Joh. 2: 16) Daarop ging Ik de tempel in, waar nog een groot aantal duivenverkopers met hun duivenkooien vol duiven van allerlei soort en klasse op kopers wachtten. Omdat deze verkopers meestal arme mensen waren en daar niet zaten om winst te maken, en omdat de verkoop van duiven in de tempel al heel lang ingeburgerd was, hoewel dit vroeger alleen in de eerste voorhof gebeurde, vermaande Ik deze armen slechts en zei: 'Draag dat weg en maak Mijns Vaders huis niet tot een handelshuis; de buitenste voorhof is de plaats daarvoor!' Deze armen gingen daarop zonder tegenspraak weg en namen hun plaats in de buitenste voorhof als vanouds weer in. Hiermee was de tempelreiniging een voldongen feit.
Hoofdstuk 13: Jeruzalem. De tempelreiniging. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De dokter zegt: 'Jullie Mozaïsche letterknechten! Hard lopen op een sabbat, die, daar de zon al ondergegaan is, nog slechts een na sabbat is, vinden jullie zondig; maar als je op de sabbat je vrouwen maagden verkracht en met hen de grofste ontucht, hoererij en echtbreuk pleegt, hoe vinden jullie dat dan? Heeft Mozes geboden om dat op een feestdag te doen?' De Samaritanen zeggen: 'Als het nu geen sabbat was, dan zouden we je voor zo'n uitspraak stenigen, maar voor deze keer laten we je gaan!' De dokter zegt: 'Nou, nou, jullie durven nogal, juist op een moment waarop de lang beloofde Messias vlak voor de poort van Sichar wacht en ik Hem snel tegemoet ga om Hem te zeggen, dat in Zijn huis alles al voor Zijn ontvangst klaar staat! Hebben jullie dan nog niet gehoord, wat vandaag voor de poort van onze stad gebeurd is?'
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen hij bij Mij kwam, zei hij: 'Heer! Uw huis is helemaal in orde! Er gebeuren daar wonderbaarlijke dingen; maar op de weg hierheen, o Heer, kwam ik tussen een stel booswichten, die het nodig vonden om tegenover mij een kwaad getuigenis over U te geven. Maar hun geschreeuw hield niet lang stand! Uw engel sloeg hen op de mond en op twee na werden ze volledig stom, die twee schrokken echter geweldig en maakten dat ze wegkwamen. O Heer, dat is allemaal binnen een half uur gebeurd!' Ik zeg: 'Rustig maar, dat moest gebeuren, opdat degenen, die reeds in Mijn naam geloven, zich niet van ons afkeren! Laten we nu echter gaan en vergeet jij, Mijn beste vrouw uit Samaria, je kruik niet!' Meteen put de vrouw vers water en neemt het mee naar huis. - Zo brachten wij een halve dag door aan de Jacobsbron voor Sichar en oogstten in deze stad een tamelijk rijke oogst.
Hoofdstuk 33: De dokter en de Samaritaanse wetgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] En Ik zeg je: Dat alles heb Ik, net als al het andere, ook van Mijn Vader geleerd! Want de oneindig vele woningen in het huis van Mijn Vader zijn ook heel smaakvol ingericht en vol met de prachtigste sieraden, wat je je wel kunt voorstellen als je naar de bloemen op het veld kijkt, waarvan de eenvoudigste prachtiger versierd is dan Salomo in al zijn koninklijke pracht!
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Na de maaltijd komt de vrouw weer naar Mij toe, maar durft haast niets te zeggen, want tijdens de maaltijd hoorde zij van de bedienden van de dokter hoe alles in huis gekomen was. En de bedienden zeiden: 'Beste vrouw, God weet hoe dat gegaan is! Wij hebben heel weinig gedaan; de dokter helemaal niets, want toen hij kwam, was alles al gedaan. Daarvoor, en lang voor de dokter kwam, waren we voor hem bezig en toen kwam er opeens een jongeman, die er stralend mooi uitzag en die tegen ons zei, dat we dit en dat moesten doen, omdat de Heer dat nodig had, en we deden alles direkt wat die buitengewone jongeman gezegd had. Maar zie, dat ging er erg wonderlijk aan toe! Als we iets wilden doen, dan was het al gedaan en we kunnen u daarom niets anders zeggen dan: hier heerste kennelijk de almacht van God, en de witte jongeman moet een engel van God geweest zijn! Anders is dit niet te verklaren! De mens, die een poosje geleden samen met u het eerst in de grote eetzaal kwam, moet een groot profeet zijn, als hij zo door de hemelse krachten gediend wordt!'
Hoofdstuk 35: De leerlingen zien de hemel geopend. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Petrus, die lang gezwegen heeft, zegt nu: 'Heer, wie zal dan ooit voor zo'n zaligheid geschikt zijn?'
Hoofdstuk 36: De Heer trouwt Joram en Irhaël. De eerste van twee volle dagen in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Wij allen zijn uitermate blij, zoals een bruid is wanneer haar bruidegom komt en haar begroet en voor het eerst zijn hart en zijn hand aanbiedt! Want waarlijk Heer, Jeruzalem, de uitverkoren stad van de grote koning, is het verkeerde pad opgegaan en deugt nergens meer voor en is U niet waard! Wij vinden ons zelf ook wel niet zoveel waard want wat heeft men nodig om waarde voor God te verkrijgen?! -maar het is wel zeker, dat als de Heer nu alleen tussen twee slechten te kiezen heeft, Hij ons, als duidelijk de minst slechte, kiezen zal! En dat zien wij nu wonderbaarlijk in vervulling gaan! U bent het waarop wij al zo lang wachtten, daarom hosianna aan U, Die in de naam des Heren tot ons komt!'
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Geloof Mij: Zo wijs als u denkt dat u bent, zo wijs zijn wij ook, en wij weten het zeer goed of een mens zich verminken kan en wil om het eeuwige leven te verkrijgen! Maar wij weten ook, dat u de geest van deze leer niet begrijpt en nog lang niet zult begrijpen! Ondanks dat, nemen wij onze woorden niet terug. U heeft wel oren, maar die horen niet het juiste, ook heeft u ogen, die echter evenzo geestelijk blind zijn, en, hoewel uw oren en ogen open zijn, hoort en ziet u toch nog niets!'
Hoofdstuk 40: Op Garizim. Kritiek op de bergrede. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...