Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

368 resultaten - Pagina 3 van 25

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25
[8] Om zijn kracht met resultaat te kunnen gebruiken moet de reus in de eerste plaats een vaste bodem hebben, die hem draagt en hem stevig ondersteunt. De bodem is dus al een tegenstelling ten opzichte van onze reus; want voor de uitoefening van zijn kracht moet de reus zich vrij kunnen bewegen en hij heeft een vaste stilstaande ondergrond nodig. Dan kan hij zich met de vaste rust van de ondergrond of de bodem in verbinding stellen en tesamen met de met hem verenigde kracht uit de rust van de bodem waarop hij staat, iedere op hem aanstormende beweging weerstaan. Zo kan de reus pas een juist gebruik maken van zijn kracht. Als de bodem een rots is, dan zal geen stormachtige beweging iets uitrichten tegen deze vaste rust, tenzij deze net zo hevig of nog heviger zou zijn dan de concentratie van rust in de rots zelf. Als de grond echter zacht is en dus minder tegengesteld is aan de op een storm lijkende bewegingsmogelijkheid van de reus, dan zal de kracht van de reus bij de aan hem tegengestelde bodem te weinig weerstand vinden en hij zal een veel geringere, hem bedreigende, kracht nauwelijks het hoofd kunnen bieden.
Hoofdstuk 228: Kracht is afhankelijk van weerstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[24] Is er dan echt een middel op deze aarde, waardoor men engelen aan zich dienstbaar kan maken? Hoe kreeg die mens dat voor elkaar? Wij kennen uit de schrift ook wel voorbeelden waarbij engelen op Gods bevel de mens hebben gediend, maar zoals jij je nu onder de sterfelijke mensen bevindt, zo 'n voorbeeld vind je niet in de schrift! N ee, nee, vrienden, het is hier niet zo erg pluis! Je kunt natuurlijk wel een engel van God zijn, maar ook even goed heel iemand anders, waarbij men zegt: 'Jehova, sta ons bij!' -Het is nu nacht, zelfs middernacht, en dan voegen de , Jehova sta ons bij' zich graag bij de mensen. Je lijkt me weliswaar voor zo'n' Jehova sta ons bij' veel te mooi, zacht, goed en wijs, maar moet je daaraan wel zoveel waarde hechten!? Maar zou je echter toch de vervl. eer hebben om bij de 'Jehova sta ons bij' te behoren, dan verwachten we van de kennismaking met de merkwaardige 'heiland' uit Nazareth niet zo bijzonder veel, want dat proefje met de steen heeft me nu op heel vreemde gedachten gebracht, -Jehova sta ons bij! Men zegt niet voor niets dat de satan ook de lichtende gestalte van de hemelen kan aannemen, wanneer hij maar wil! En als jij zo'n 'Jehova sta ons bij' zou zijn, dan zouden we liever hiervandaan vliegen dan lopen, want het zou hier voor ons verder niet zo erg pluis kunnen zijn!"
Hoofdstuk 242: Het wonder met de steen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Wees als rechters zacht en rechtvaardig door de ware naastenliefde, dan zullen jullie eens ook een zachtzinnig en mild, rechtvaardig oordeel ondergaan. Want met welke maat jullie meten, met dezelfde maat zullen jullie ook worden gemeten.
Hoofdstuk 69: Maatregelen tegen geslachtelijk losbandig leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar ook alle Romeinen, zelfs Cyrenius niet uitgezonderd, hadden veel aandacht aan de mooie"Griekse besteed, en het kostte hun behoorlijk moeite naar iets anders te kijken dan naar de mooie Helena, wier lichaam scheen te zijn gevormd uit zuiver etherisch licht en daardoor nu haast meer aantrekkingskracht bezat dan de hele wonderbare schijnzon.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar IK greep zacht zijn hand en vroeg hem: "Wat heeft Mathaël dan precies over God gezegd?"
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] IK zeg: "Mijn juk is zacht en Mijn last is licht, maar af en toe een beetje extra gewicht erbij zal je nooit schaden, maar alleen maar van groot voordeel voor je zijn voor ziel en geest.
Hoofdstuk 120: Helena 's dank en goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Toen de Heer ons van Kis uit in Kana bezocht, was er evenals nu ook een hemelse geest, bekleed met een etherisch lichaam, bij ons. Deze engel nam op bevel van de Heer de blinddoek van de ogen van mijn 1 ziel weg en op dat zelfde moment kwam het volle bewustzijn van mijn bestaan op een vroegere, andere wereld in mijn herinnering terug.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De drie staan op en naderen heel aarzelend de nog steeds helder gloeiende meteoor. Er vlakbij ruiken zij een sterke zwavellucht, en de hele, grote brok lijkt van dichtbij precies op puimsteen en uit de grotere poriën schieten blauwachtig-witte vlammen te voorschijn en veroorzaken een vreemd sissen en zacht fluiten en pruttelen. Veel vlammetjes zijn nog erg fel, veel zijn er echter ook al mat.
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, de lucht is heus wel zacht en meegevend, maar als zij door een te geweldige slag of druk uit haar evenwicht wordt gebracht en te veel in haar rust wordt gestoord, scheurt zij de dikste en sterkste bomen van hun wortels, laat de aarde beven, ontlaadt zich in duizend vernietigende bliksems en wordt een verschrikkelijk element!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Want als het hart niet meteen in het begin is bewerkt, maar slechts het verstand, verhardt het hart zich en wordt weldra door de eisen van het verstand hoogmoedig! Als het hart echter eenmaal hoogmoedig is, staat het vrijwel niet meer open voor de vorming van het gevoel. Er moeten dan al behoorlijke vuurproeven komen, bestaande uit allerlei ellende en nood, en het hart moet allerlei druk ondergaan, om als geknede was week, zacht en gevoelig te worden voor de nood en de ellende van de treurende medemens !
Hoofdstuk 242: Echt geestelijk leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie van jullie bijvoorbeeld al een meer volmaakt mens is, kan een zondaar en echt dierlijk mens, hoe dom en bijgelovig deze ook is, zijn handen opleggen, of hem zacht van de neuswortel over de slapen naar beneden strijken tot in de maagholte, dan wordt die mens daardoor in een magnetische slaap gebracht. In deze slaap wordt zijn ziel, ook al is zij nog zo verward, bevrijd van lichamelijke kwelgeesten en de oerlevenskiem oefent dan meteen gedurende korte tijd haar invloed uit in de ziel.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Met de maat waarmee je meet, met die maat zal het jullie eens vergolden worden! Wie met ware liefde meet, zal ook zelf met ware liefde gemeten worden, maar wie toorn en wraak als maatstaf gebruikt, zal eens voor zijn eigen genezing precies ditzelfde geneesmiddel in zeer versterkte mate terugontvangen, en hij zal geen seconde eerder uit de pijnlijke inrichting in het hiernamaals komen dan dat iedere harde vezel van zijn ziel zo wit en zacht gemaakt is als wol!
Hoofdstuk 38: Ware gerechtigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Zinka zette daarom grote ogen op, toen ZOREL hem op de gedachte vraag antwoordde: "Och kom, natuurlijk heeft de zielook een lichaam, het is weliswaar etherisch, maar voor de ziel is dat lichaam net zo volmaakt als het vleselijke lichaam voor een stoffelijk mens. Het zielelichaam heeft ook alles wat een vleselijk lichaam heeft. Met je stoffelijke ogen zie je het weliswaar niet, maar ik kan alles zien, horen, voelen, ruiken en proeven. Want ook de ziel heeft dezelfde zintuigen die het lichaam heeft voor de communicatie tussen zichzelf en zijn ziel.
Hoofdstuk 51: Het etherische lichaam van de ziel en haar zintuig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Maar evenzeer zouden de gevoeligste, lichamelijke zintuigen voor de ziel geen nut hebben als zij niet zelf in haar etherisch lichaam precies dezelfde zintuigen zou hebben! Omdat de ziel dezelfde zintuigen heeft als het lichaam, neemt zij ook gemakkelijk en zeker met haar fijne zintuigen waar wat eerst door de lichamelijke zintuigen in de buitenwereld wordt waargenomen. -Nu weet je dat de ziel ook een lichamelijke vorm is.
Hoofdstuk 51: Het etherische lichaam van de ziel en haar zintuig. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] De behoefte van de liefde drukt zich uit in vormen van licht. Maar de vormen ontstaan en vergaan meteen weer, zoals bij een mens de beelden achter de oogleden van de gesloten ogen tijdens een verhitte fantasie. Er komen steeds weer andere beelden, zij worden groter en nemen langzaam maar zeker meer blijvende en herkenbare vormen aan. Maar bij de voltooide mensen, zoals dat bij mij nu natuurlijk maar voor korte tijd het geval is, blijft de gedachte in zijn vorm bestaan omdat hij, door de wil gegrepen, meteen door een snelle omhulling in de opgetreden vorm wordt vastgehouden en deze niet meer kan veranderen. Omdat de omhulling echter oorspronkelijk slechts heel etherisch teer en daarom ook doorschijnend is, dringt er van de schepper van de nu vastgelegde gedachte voortdurend meer licht en warmte naar binnen. Dit vergroot het eigen licht en de eigen warmte van de vastgelegde gedachte, die oorspronkelijk uit deze beide geestelijke elementen ontstond. De zo gevormde gedachte begint zich al gauw meer en meer te ontwikkelen en wordt volgens het licht van de wijsheid en de volmaakte kennis, waarvoor iedere constructie, ook al is die nog zo kunstig helderder dan de helderste dag is, in al haar noodzakelijke delen, verbindingen en opbouw, doelmatig en als een zinvol geheel ingericht. Als de gedachte eenmaal de organische inrichting heeft, begint in haar zich hierin ook al een eigen leven van zichzelf bewust te worden en zich voor te bereiden.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de mens en zijn creatieve roeping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25