Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 3 van 366

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] En IK zei tegen Petrus: "Zalig ben je, Simon, zoon van Jona. Je vlees en bloed heeft je dit niet geopenbaard, maar Mijn Vader die in de hemel is! (Matth. 16:17)
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] THOMAS zegt: "Zeg jij maar wat, als je zo wijs bent! Ik houd hem voor dat, waarvoor hij zich zelf al die tijd heeft uitgegeven! Hij zegt van zichzelf nooit iets anders dan: 'Ik ben een Zoon des mensen, en God is Mijn Vader net als van jullie allen!' Als hij zichzelf zo beoordeelt, wat voor andere beoordeling kunnen wij hem dan waarachtig en waarheidsgetrouw uit ons zelf geven? Hij doet werkelijk dingen, die sinds Mozes en de andere profeten nog nooit een mens gedaan heeft. Maar als wij alles op de keper beschouwen dan zullen wij ontdekken dat het evenwel de geest van God is, die door een uitgekozen reine mens dat allemaal doet! Maar voor de geest van God zal het niets uitmaken of hij door een gekozen mens bergen verzet of vernietigd, of dat hij het een of andere kleinere wonder door het woord van de profeet laat gebeuren!"
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar het is dan in zekere zin toch iets buitengewoon wonderlijks en dat blijft een grote vraag, hoe deze mens aan zulke uitzonderlijke, goddelijk lijkende eigenschappen is gekomen! Want voor zover wij door ons onderzoek naar hem en zijn afkomst te weten zijn gekomen, moet hij de zoon van een timmerman zijn, die ongeveer tot zijn dertigste jaar steeds thuis IS gebleven en met zijn vader en mogelijke andere broers nu eens hier, dan weer daar, timmerwerk heeft verricht. Niemand heeft daarbij ooit iets buitengewoons aan hem ontdekt. Men heeft hem ook nooit zien lezen, schrijven of rekenen. Ook in zijn omgang met mensen moet hij zeer weinig spraakzaam en allerminst een spiritueel mens zijn geweest!
Hoofdstuk 6: Gesprek tussen Julius en de Farizeeën over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] IK zeg: "Kom nou, vriend, maak niet zoveel ophef! Bedenk, dat Je bent wat je bent, een mens, wel met een sterfelijk lichaam, maar met daarin toch een onsterfelijke ziel met een nog onsterfelijker geest uit God, En Ik ben ook een mens, eveneens met een goddelijk onsterfelijke ziel waarin de geest van God in al Zijn volheid woont voor zover dat voor deze aarde nodig is, en dat is de Vader in de hemel, wiens zoon Ik ben en wiens kinderen ook jullie zijn.
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Het is de wil van de Vader dat allen die Mij, de Zoon der mensen,' geloven en dat Ik door de Vader ben uitgezonden, het eeuwige leven en de heerlijkheid van de Vader in zich zullen bezitten om echte kinderen van de Allerhoogste te worden en dat voor eeuwig blijvend te zijn!
Hoofdstuk 178: Aanleg en bestemming van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] JURAH zegt: "Weetje dan niet, dat er met betrekking tot de plichten van de kinderen ten opzichte van hun ouders allang een nieuw voorschrift bestaat, dat zegt, dat een zoon of een dochter beter een offer aan de tempel kan geven, dan vader en moeder te eren?! Dit nieuwe voorschrift heft weliswaar het oude niet op, maar het moet een beter middel zijn om de Mozaïsche belofte te verkrijgen, dan de Mozaïsche wet zelf. Ik zou nu graag, omdat zich nu de buitengewone gelegenheid zo wonderbaarlijk voordoet om met de oorspronkelijke wetgever Zelf te spreken, willen horen wat de Heer van zo'n nieuw voorschrift zegt!
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Daardoor zal Gods liefde ten opzichte van jou ook pas reëel worden en vorm krijgen, en je zult God dan altijd kunnen zien en spreken, en de Heer zal, zoals nu hier lichamelijk voor jou zichtbaar en in je hart hoorbaar, je Leraar en Leidsman zijn en voor eeuwig blijven. En dan zal er vast geen mogelijkheid meer zijn je in je hart en je inzicht van de Heer af te wenden, want dan zul je in wil en kennis als een echte en ware zoon van de eeuwige Vader geheel één met Hem zijn. -Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Velen hoorden deze woorden, maar vele anderen hoorden slechts de donder en begonnen te vragen of het nu gedonderd had. Maar zij, die in de donder woorden hoorden, vertelden over wat zij hadden gehoord en de ANDEREN verbaasden zich toen en zeiden: "Dat is vreemd! Wij hoorden het weliswaar slechts donderen, -maar als jullie allen dezelfde woorden gehoord hebben, geloven wij dat alsof wij het zelf gehoord hadden. Maar toch blijkt daaruit dat deze meester hier eigenlijk slechts de zoon is en niet de heilige, almachtige Vader, die in de hemel woont en die geen mens ooit kan zien, maar die slechts op geheiligde ogenblikken kan spreken. Op die wijze was Mozes ook een zoon van de Allerhoogste, omdat hij ook uitzonderlijk grote tekenen heeft gedaan, en de andere profeten waren het in gelijke mate. Wel zou deze Nazareeër de grootste van alle profeten kunnen zijn omdat hij de grootste en meeste tekenen doet".
Hoofdstuk 3: De Heer en de negen verdronken mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Een deel, waarbij zich zelfs een aantal van Mijn apostelen aansloot, hield Mij voor de Zoon van de Allerhoogste. Ik zou weliswaar dezelfde eigenschappen hebben als Mijn Vader, maar toch een geheel andere persoonlijkheid zijn en zo zou ook de vaak genoemde geest van God tenslotte zelfs een derde persoonlijkheid kunnen zijn, die het in bepaalde gevallen geheel voor het zeggen had!
Hoofdstuk 88: Verschillende meningen over het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Als dat bij de mens plaats vindt, is alles in hem geheiligd en de ware doop van de geestelijke wedergeboorte bereikt. Door die doop wordt de mens dan een echte vriend van God en is hij innerlijk net zo volmaakt als de hemelse Vader volmaakt is. En Ik zeg jullie uitdrukkelijk, dat je allemaal met al je krachten ernaar moet streven even volmaakt te worden als de Vader in de hemel volmaakt is! Wie niet zo volmaakt wordt, komt niet tot de Zoon van de Vader.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De echte en voor Mij alleen geldige doop is die met het vuur van de liefde tot Mij en de naaste, en met de levende, vurige wil, en met de heilige geest van de eeuwige waarheid uit God. Deze drie punten zijn het die in de hemel voor iedereen een geldig getuigenis geven. Het zijn: de liefde, als de ware Vader; de wil, als het levende en daadwerkelijke woord of de Zoon van de Vader; en tenslotte de Heilige Geest, als het juiste begrip van de eeuwige en levende waarheid uit God, maar dan levend werkzaam in de mens en alleen maar in de mens! Want wat niet in de mens is en niet uit de geheel eigen wilsimpuls geschiedt, heeft voor de mens geen waarde en omdat het voor de mens geen waarde heeft en kan hebben, daarom kan het ook voor God geen waarde hebben.
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Wie is dan die Zoon? De Zoon is de liefde van de Vader. Hij is de liefde der liefde, Hij is het vuur en het licht, Hij is de Zoon van de liefde of de wijsheid van de Vader .Als dus het evenbeeld van de Vader in jullie is, dan moet het in alles net zo volmaakt worden als de Oervader Zelf, omdat het anders geen evenbeeld van de Vader zou zijn; maar als het als evenbeeld niet volmaakt is, waar moet de mens dan de wijsheid vandaan krijgen of hoe moet de mens dan tot ware wijsheid komen?
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Denk toch eens met je hart! Meermalen heb Ik jullie al uitgelegd wie de Vader en wie de Zoon is, dat Vader en Zoon zich net zo verhouden als liefde en wijsheid, of als warmte en licht. Ik heb jullie laten zien dat het licht zonder de warmte geen nut zou hebben, maar ook dat warmte zonder licht geen aren op de velden zou laten rijpen. Ik heb jullie laten zien hoe uit warmte altijd licht ontstaat omdat warmte het eerste teken van een bepaalde actie is; maar de verschijningsvorm van actie is het licht, dat toeneemt naarmate een bepaalde, geordende actie toeneemt, en toch begrijpen jullie niet het 'één-zijn' van de Vader en de Zoon en het 'één-zijn' van jullie met Mij!"
Hoofdstuk 110: De doop. De drie-eenheid in God en mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Mijn vader sprak Grieks met hem, waarin hij zich gemakkelijker kon uitdrukken dan in het Latijn, hoewel wij beiden ook het Latijn heel goed kenden, want in Jeruzalem moest men reeds als knaap drie talen kennen als men met de vele buitenlanders wilde converseren. Hij legde de wachtmeester uit dat hij geneesheer was en hier met mij, zijn zoon en tevens zijn leerling, waarnemingen deed op het gebied van de leer der ziekten en de psychologie, en dat hij mij aanspoorde goed op alle symptomen te letten en tevens ook het een en ander verklaarde volgens de leer van Hippocrates.
Hoofdstuk 132: Het einde van de gekruisigde roofmoordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Hij zag meteen dat mijn vader een geneesheer was en hij zei op weemoedige toon: 'Vriend en geneesheer! Ik kom uit Bethanië; mijn naam is Lazarus, ik ben de zoon van de oude Lazarus, die ik boven alles liefheb! Hij werd vandaag opeens heel erg ziek en het ziet er slecht met hem uit! Onze rabbi, die in noodgevallen ook zo'n beetje geneesheer is, weet echt niet meer hoe hij mijn vader kan helpen! Hij stuurde mij persoonlijk naar u toe omdat u een buitengewoon geneesheer moet zijn en zieken reeds in gevallen geholpen hebt, waarin geen andere dokter nog een geneesmiddel kon vinden. Kom en genees mijn vader, als dat nog mogelijk is!'
Hoofdstuk 134: Mathaël's belevenis onderweg naar de stervende vader van Lazarus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...