Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 3 van 1110

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[11] Als in jullie echter de geest opnieuw wordt geboren, zoals Ik dat in Jeruzalem aan Nicodémus heb uitgelegd toen hij 's nachts bij Mij kwam, dan zal je alles in je opnemen en begrijpen en geheel en al doorleven. Hiermee zijn ze allen tevreden en klaar met hun vragen.
Hoofdstuk 37: Bij Irhaël. Over de betekenis van de droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Ieder, die leeft volgens Mijn leer! Wie echter leeft volgens zijn eigen, merendeels door de eigenliefde en de hoogmoed gevoede eigendunk en die degene, die hem ergens mee beledigd heeft, niet van ganser harte kan vergeven en hem ook niet tienvoudig kan zegenen, die zal dan ook vroeger of later de onafwendbare gevolgen van de vijandschap smaken, waarbij hij volstrekt geen bescherming van Mij heeft te verwachten, behalve als hij zijn schuld aan de vijand tot op de laatste penning betaald heeft! Leef daarom met iedereen in vrede en eendracht! Het is beter voor jullie om onrecht te verdragen, dan ook maar schijnbaar iemand onrecht aan te doen. Daardoor zul je je geen wrekers bezorgen en de geesten, die anders je vijanden zouden zijn geworden, worden dan je beschermgeesten en zullen veelonheil van je hoofden afwenden!
Hoofdstuk 80: Vermijdt de eigendunk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Petrus zegt: ' Johannes vastte voor datgene wat wij hebben, en wij vastten met hem volgens zijn leer en strenge prediking. Johannes kondigde Degene aan, bij Wie wij zijn, en hij getuigde van Hem. Toen Deze echter kwam en zich zelfs door Johannes liet dopen, vertrouwde Johannes niet geheel en al op zijn gevoel, en dat deden jullie ook niet. Want terwijl Johannes onder invloed van de Geest over Jezus getuigde en, toen Deze naar hem toe kwam, tegen ons zei: 'Zie, Die daar komt, Die is het van Wie ik tegen jullie gezegd heb, dat Hij na mij zal komen, Die ik niet waardig ben de riemen van Zijn schoenen los te maken!', had hij toch nog zijn verborgen twijfels, net zoals jullie, en hij twijfelt tot op dit uur nog. Daarom vast hij nog steeds, en jullie vasten ook; bij ons gelovigen wordt echter niet meer gevast! Dat jullie nog vasten is jullie eigen schuld! En zo hoort het ook, want zoals de blinde zijn ogen niet kan laten genieten van het licht en haar kleuren, zo zal ook degene, die in zijn hart blind is, zijn hart en zijn maag niet kunnen verzadigen. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 122: De twijfel van Johannes de doper. (28.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Jullie zeiden ook, dat de Essenen, die volgens de school van Pythagoras leven, vanwege hun zuivere filantropie door niemand erg serieus genomen worden, behalve door een klein aantal Romeinen. .
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ik zeg je nu onomwonden: Onder allen, die sinds het begin van de wereld uit vrouwen zijn geboren, was er niemand beter dan Johannes; maar wie van nu af aan de minste zal zijn van Mijn leerlingen in het echte Rijk van God, die zal vele malen groter zijn dan Johannes, die jullie je meester noemen, maar die je nog nooit begrepen hebt! Want hij wees je de weg naar Mij en hij effende de weg voor en tot Mij, maar de wereld in jullie heeft je harten verblind; daarom kun je Mij ook niet herkennen, hoewel je hier bij Mij staat!
Hoofdstuk 125: Het vertrouwen van Matthéus de tollenaar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Ik zeg: 'Beslist niet, broeders!' Ik zeg je: Jullie zullen noch goud, noch zilver, noch muntstukken in jullie gordels hebben; want een goede arbeider verdient zonder dat alles zijn voedsel! (Matth. 10:9) Wie echter niet werken wil als hij het wel kan, die moet ook geen eten krijgen! Want er staat geschreven: 'In het zweet uws aanschijns zult u uw brood verdienen!' Maar dat een werkschuwe mens met behulp van een aalmoes van goud, zilver en muntstukken voor zijn eten moet zorgen, dat staat nergens geschreven! De zwakken, ouden en gebrekkigen moeten volgens de wet door de hele gemeente onderhouden en goed verzorgd worden.
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Maar nu is de tijd gekomen, die aan Elia getoond werd toen hij verborgen lag in de grot op de berg. Niet in de storm, ook niet in het vuur, maar in het fluisteren van de wind kwam Jehova voorbij! En deze tijd van het zachte fluisteren van Jehova voor de grot van deze wereld is nu aangebroken! Daarom willen en mogen we ook nu noch met stormgeweld, noch met vuur er op uittrekken, maar volgens de eeuwige ordening van God slechts met alle liefde, zachtmoedigheid en geduld! Maar je moet de voorzichtigheid niet uit het oog verliezen! Want Ik zie wel dat jullie nu als lammeren onder de verscheurende wolven komen; maar als je voorzichtig bent, dan zul je toch veel tot stand brengen!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Voorwaar, Ik zeg nog duidelijker dan Ik het jullie al gezegd heb: Onder allen die vanaf den beginne uit vrouwen zijn geboren, was er niet één die groter was dan deze Johannes de doper; maar Ik zeg Je ook, dat van nu af aan de kleinste in het Rijk van God groter zal zijn dan hij. (Matth. 11:11)
Hoofdstuk 144: Het getuigenis over Johannes de doper. (26.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik ben een geboren Galileeër en nu al meer dan zeventig jaar oud, Ik ben al meer dan veertig jaar priester en kan al dertig jaar lang slecht zien, één oog was al helemaal blind en met het andere zag ik alles in elkaar overlopend en onzuiver. Bij ontelbare doktoren, die uit alle wereldstreken naar Kapérnaum kwamen en zich in hun kunst verbeeldden bijna bovenaardse wezens te zijn, slangen en wilde dieren temden, vogels de kop afsneden en er weer in een oogwenk opzetten, kortom echte mirakelen verrichtten, heb ik voor veel geld voor mijn ogen middeltjes gekocht en ze precies volgens voorschrift toegepast; maar het hielp niets!
Hoofdstuk 172: De vervloeking van de Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De oude zegt: 'Ik ben weliswaar een Griek, dus volgens jullie mening een heiden die aan veel goden gelooft; maar in wezen ben ik net zomin een heiden als jij en ik geloof alleen aan één allerhoogst goddelijk wezen! Maar deze wonderdokter zou me er heel makkelijk toe kunnen brengen om aan al die vele goden te geloven; want als hij niet op z'n minst een halfgod is, dan ben ik geen mens meer!'
Hoofdstuk 182: Het morgengebed van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het volk zegt: 'Natuurlijk hebben jullie officiële getuigschriften en nog heel snoevende ook - uit de tempel; maar waar zijn dan de daden waartoe jullie volgens de getuigschriften te allen tijde in staat zouden zijn?! Daar hebben we nog nooit iets van gezien!
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Deze goddelijke mens maakt de wonderbaarlijkste dingen tot werkelijkheid, iets waartoe jullie -volgens je tempelgetuigschriften -in staat zouden moeten zijn, maar wat je gedurende de dertig jaren, die jullie bij ons bent, nog nooit hebt gedaan.
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Hoeveel geld en andere grote kostbaarheden hebben jullie van ons ontvangen, opdat je iets voor ons welzijn zoudt doen; maar waar is het resultaat?! Ons goud en zilver heb je wel genomen; maar we kregen niets daarvoor terug dan lege beloftes, die nooit vervuld werden. Als wij aan jullie vroegen wanneer de vervulling zou komen, dan wezen jullie op de weelderige gewassen en onze goddank gezonde kudden. Maar wij wezen jullie op de nog weelderiger gewassen en de net zo gezonde kudden van de Grieken, die door jullie op iedere sabbat voor zonsopgang zeven maal vervloekt werden. Dan zeiden jullie: Zo'n weelderige groei wordt veroorzaakt door de satan, en het brood van zulke velden en het vlees van zulke kudden brengt geen leven, maar de verdoemenis! Maar jullie versmaadden toch niet de verplichte en zeker niet geringe bijdrage van de Grieken, die zij ieder jaar als gedoogbelasting in de vorm van alle mogelijke soorten gewas af moesten dragen! Zeg eens, wat hebben jullie dan wel met de volgens jullie sprookje door satan gezegende gewassen gedaan?'
Hoofdstuk 184: Farizeeën kunnen niet liegen. (17.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[23] Of doen jullie, als Mijn leerlingen, onrecht, als je Mij volgt en tempel en Farizeeën en alle schriftgeleerden verlaat, en daardoor het laatste vonkje vertrouwen dat je in hen had, bij hen wegneemt en het aan Mij geeft, terwijl Ik door Mijn daden en woorden toch al zoveel vertrouwen bezit?! Ik denk, dat het jullie nu wel duidelijk is dat er absoluut geen onrecht gebeurt als, zoals Ik jullie vertelde, eenmaal van degene die niet heeft volgens dat getal dat Ik noemde, ook dat wat hij heeft wordt afgenomen.
Hoofdstuk 191: De gelijkenis van de zaaier. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Maar Ahab, die niet ingestemd had met deze vraag, zei tegen de leerlingen en verscheidene anderen: 'Vrienden, die vraag en die verwondering was weer echt dom en niet op zijn plaats! Jullie zijn toch al zo lang in Zijn omgeving, en toch verwonder je je nog net zo, alsof dit het eerste teken is dat je ziet gebeuren! Ik ben nog geen hele dag bij jullie, en voor mij is dat allemaal al net zo begrijpelijk, als wat dan ook maar voor een mens begrijpelijk kan zijn! Als Hij namelijk de grote beloofde Messias is, Die volgens David niets meer en niets minder is dan Jehova Zelf in vleselijke gedaante, dan zal het voor Hem toch erg eenvoudig zijn om aan een storm op zee een eind te maken, daar het voor Hem zeker niet moeilijk was de gehele wereld te scheppen! Als dat echter onweerlegbaar zo is en jullie Hem kennen, hoe kunnen jullie dan zo'n vraag en zo'n verwondering in je hart hebben?!'
Hoofdstuk 193: Op zee. De verwondering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...