Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

122 resultaten - Pagina 3 van 9

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9
[10] Zoals echter bij een mens, die volledig in de geest van zijn fundamentele leven leeft en daarvan geheel doordrongen is, alles tot een heel helder en levend woord wordt, zo zal uiteindelijk toch ook bij de gehele Grote Scheppingsmens hetzelfde het geval moeten zijn. Door U zal hij in al zijn zo oneindig vele delen van ons doordrongen worden en ons leven en licht zal in de hele eindeloze omvang van die oer scheppingsmens werkzaam zijn en stralen, en zo zal de gehele Grote Scheppingsmens met ons en U , o Heer, ook slechts één groots en levend woord worden.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Maar Ik zeg jullie: wie zoals jullie eenmaal in het valse geworteld is, tevens onware dingen onderwijst en daarvoor ook nog grote eer verlangt van de blinde mensen, omdat hij zichzelf in zijn blindheid als iets groots beschouwt, vindt de lichte waarheid steeds hard en kwetsend voor zijn vermeende eer en dat maakt hem geërgerd. Ik zeg jullie echter dat zo iemand ook nooit toegang tot de waarheid zal vinden, als hij zich in zijn valse overtuiging niet willaten verdeemoedigen door het grote licht van de waarheid, maar hij zal zich in zijn duisternis voortdurend eer laten bewijzen, en daarin vervolgens ook ten onder gaan.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Toen Marcus Mij zo prees omdat Ik hem deze verklaring had gegeven, zei Ik tegen hem: 'Je hebt nu heel goed gesproken en met jouw lof Mijn hart een echte en ware vreugde bezorgd; want wie een gering lijkende gave niet eert, is ook geen grotere waard. Maar Ik zeg jullie dat Ik het steeds zo doe als jullie in de hele natuur van de aarde kunnen zien: wanneer Ik iets groots schijn te doen, is het effect om heel wijze redenen minder; maar wanneer Ik iets nauwelijks merkbaar schijn te doen, is het gevolg steeds eindeloos groot en onverwoestbaar, Daarom zouden jullie kunnen zeggen dat Ik in het grote klein, maar in het kleinste eindeloos groot ben!
Hoofdstuk 95: Over de kracht van het kleine - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Nu zei Marcus: 'O Heer en Meester, hoe groots en heerlijk, hoe vol liefde en eeuwige waarheid zijn Uw woorden, en hoe gelukkig is degene die ze begrijpt en volgens de geest ervan handelt! Maar hoe weinigen zijn er die dat willen horen en ter harte willen nemen! Wij zullen echter wel doen wat U ons aangeraden hebt; want wij weten en geloven nu werkelijk dat U alleen de Heer en Meester, U alleen de ene en ware God van eeuwigheid bent en dat alles wat er in de oneindigheid bestaat door U geschapen is en aldoor in stand gehouden wordt. Daarom ook zij U alleen alle lof, alle prijs en al onze daadwerkelijke liefde en aanbidding!
Hoofdstuk 95: Over de kracht van het kleine - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Maar omdat het in het bijzonder de hoofdman opviel, vroeg hij Mij: 'Heer en Meester, vergeef mij dat ik U bij het eten enigszins stoor in Uw rust! Kijk, de anders zo tere en onvoorstelbaar mooie jongeman eet ongewoon veel! Niemand misgunt hem natuurlijk wat hij eet, maar ik maak mij echt bezorgd dat wat hij teveel eet hem uiteindelijk zou kunnen schaden en hij ziek zou kunnen worden en gemakkelijk een akelige koorts kunnen krijgen. Dat zou werkelijk jammer zijn van zo'n lieftallige jongeman die, afgaande op zijn zeer geestrijke voorkomen, zeker iets groots zou kunnen worden!'
Hoofdstuk 130: De Heer keert met de Zijnen terug naar Bethanië (28.3 - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar nu kwam ook de hoofdman uit Bethlehem naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester! Ik ben ook een Romein en geloof vast in U en heb U zeer lief! U hebt nu die tien Romeinen iets groots gegeven en hun ook getrouw getoond hoe ze dat allemaal moeten gebruiken. Zou U ook mij niet eenzelfde genade willen schenken? Werkelijk, ik zou er altijd het juiste gebruik van maken en in het bijzonder tegenover de Farizeeën met hun leugenachtige tongen zou ik een dergelijke genadegave heel goed kunnen gebruiken; want deze mensen maken het volk wijs dat zij ingeval van nood zelfs de doden uit de graven weer tot leven zouden kunnen wekken, als ze dat maar zouden willen en mogen! Dergelijke woorden zijn vanzelfsprekend niets anders dan loze opschepperij, waarachter nog nooit enige waarheid is schuilgegaan! Als ik nu ook zo'n geheime innerlijke kracht zou hebben, zou ik wel weten wat ik ten opzichte van die nietszeggende schreeuwers zou moeten en ook zou doen!'
Hoofdstuk 154: Het gebruiken van de kracht om wonderen te doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Van deze woorden van Mij stonden allen versteld, en de waard zei: 'Beste en wonderbare Meester! Dat er meer achter U schuilgaat dan bij een of andere profeet, dat ben ik stil in mijzelf direct gewaar geworden, hoewel ik het niet hardop durfde uit te spreken; maar aangezien U nu Zelf een groots en betekenisvol woord over Uzelf hebt uitgesproken, kan ik nu niets anders meer doen dan zeggen: Heer, ik ben het niet waard om mijn ogen naar U op te slaan, maar wees mij, arme zondaar, genadig en barmhartig!'
Hoofdstuk 166: De Heer en de rijke overste (Luc. 18: 18-27) (23.5.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] Roclus zei: 'Luister, vrienden! Wanneer een mens wel eens onverhoopt vlak voor een grote gebeurtenis staat en met zijn verstand en dikwijls ook met zijn ogen en oren niet waarneemt wat voor groots en buitengewoons er al heel dicht bij hem is, heeft de mens in zijn hart een heel speciaal zintuig, dat men aanvoelingsvermogen noemt. Als datgene wat zonder dat de mens het weet dicht bij hem is, iets buitengewoon goeds is en geluk en zegen brengt, raakt het hart door dat aanvoelingsvermogen heel vrolijk en opgewekt gestemd, maar in het tegenovergestelde geval verdrietig en bedrukt. Ga nu te rade bij jullie innerlijke aanvoelingsvermogen! Hoe is dat gestemd? Wat voelt jullie hart?'
Hoofdstuk 204: Roclus verwijst de rijken naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'Mij en ook de Essenen hoeven jullie geen ander offer te brengen dan dat jullie voortaan alleen in de ene ware God geloven en Hem uit alle macht liefhebben en jullie arme naasten als jezelf, en dat jullie je hart beschermen tegen zelfzucht, tegen gierigheid en afgunst, tegen liefde voor de wereld en tegen hoogmoed; want alles wat in de ogen, oren en harten van de wereld groots en glanzend is, is -luister goed! -in Mijn ogen een gruwel!
Hoofdstuk 206: Wat de Heer van de Zijnen verlangt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Ik heb jou nu ook een pond geleend; beheer het goed en naar behoren, zodat Ik het weer met rente van jou terug ontvang, als Ik terugkom! Nu ben je over iets kleins aangesteld, en dan zul je over iets groots aangesteld worden; want wie trouw is in het kleine, zal ook in het grote trouw blijven.'
Hoofdstuk 30: Over de maat van goed en kwaad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Uiteindelijk ligt er in ieder van Uw vele leringen en daden wel een diepe geestelijke zin verborgen, en veel daarvan heb ik in het verborgene voor mijzelf al ontraadseld; maar achter deze daad van U lijkt naar mijn gevoel iets bijzonder groots en voor de toekomst zeer belangrijks verborgen te zijn, en ik voel nu een machtig groot verlangen om van U, al zijn het er maar enkele, aanwijzingen te krijgen over waar deze daad van U in voorspellende zin naar verwijst!'
Hoofdstuk 39: Jacobus vraagt naar de geestelijke betekenis van de opwekking van de dode jongeman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Dit voorval had groot opzien gebaard, en alle dienaren van Marcus kwamen naar de oever om te zien wat er weer voor groots en ongehoords was gebeurd.
Hoofdstuk 4: Rafaël redt Perzen en Indiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Maar voor alles geldt: oefening baart kunst; als de mens te weinig oefent blijft hij een eeuwige knoeier en kan hij voor niets groots en buitengewoons gebruikt worden. Of zou jij als Romeins commandant, die goed doorkneed is in de krijgskunde, aan iemand een belangrijk ambt toevertrouwen, voordat jij je ervan overtuigd hebt dat hij alle kennis bezit die voor dat ambt vereist is?
Hoofdstuk 17: Rafaël verklaart zijn macht (25.7.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Zijn vrouw zei: 'Toen hij mij genas zag ik uit zijn hoofd een helder licht komen, en zijn hele wezen was met een lichtschijnsel omgeven - en dat zal bij een magiër wel nooit het geval zijn! Achter deze man en misschien ook ach ter degenen die bij hem zijn moet iets buitengewoon groots en verhevens verborgen zijn; misschien is hij tenslotte -wie zal het zeggen - zelfs de profeet Elia, die aan de Messias voorafgaat -of misschien is Hij zelfs de Messias Zelf!'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Als de grote massa dan eenmaal behoorlijk overtuigd was, hielp het de weinige helder denkende mensen niet meer om zich te weer te stellen tegen dat groots opgezette volksbedrog, maar om niet als een overtreder van de eenmaal vastgestelde waarheid op de meest wrede manier gemarteld te worden, moest iedereen dansen en springen op de melodie die hem voortdurend door de zogenaamde godsdienstleraren met vreselijk dreigend gezicht en dreigende stem werd voorgezongen. En als iemand zich verstoutte om bij zo'n godsdienstleraar nadere vragen te stellen over het wezen van God, dan kreeg hij zeker een antwoord waardoor hem weldra horen en zien verging, zoals tegenwoordig bij alle priesterkasten, bij zowel heidenen als Joden, zonder twijfel het geval is.
Hoofdstuk 18: De religie van de drie rovers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9