Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

53 resultaten - Pagina 3 van 4

1 - 2 - 3 - 4
[19] Maar wanneer ondanks zo'n vlucht de genoemde ethergeesten zich ergens op de achtergrond in de buurt van de aarde nog voortdurend steeds sterker ophopen, wat jullie goed kunnen merken aan het steeds zwarter en dichter worden van de wolken, dan wordt die druk voor hen ondraaglijk. Plotseling gaan ze dan in een soort grimmige woede vanuit hun traagheid over tot de grootste activiteit, en die zeer grote activiteit van hen is dan het vernietigende vuur van de bliksem, die met nagenoeg de snelheid van een gedachte met groot gebulder uit de voor hem te belastende wolk ver wegschiet en alles wat hem op zijn weg komt, met onweerstaanbaar geweld vernietigt. De aarde en luchtgeesten worden bij deze gelegenheid echter als het ware door reusachtige stoten dusdanig tegen elkaar aangedrukt, dat ze noodgedwongen elkaar moeten vastgrijpen, steeds dichter en materieel zwaar worden en als een zware regen of, als het er heel grimmig toegaat, ook als hagel op de aarde vallen.
Hoofdstuk 143: Het wezen van de elektriciteit - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Wat voor liefde en geduld daarvoor nodig is, kunnen jullie gemakkelijk beseffen als jullie kijken naar de enorme omvang van de slechtheid en verdorvenheid in de wereld, die juist nu in dit land zijn hoogtepunt heeft bereikt, opdat de goddelijke liefde, als tegenwicht en sterkere macht, al die slechtheid bij elkaar verzwelgt en in zichzelf vernietigt. Een kleinere macht kan geen grotere in zich opnemen, tenminste niet geestelijk, maar alleen een grotere kan de zwakke re omarmen en die tenslotte zonder schade in zichzelf doen verliezen, zoals ook gebeurt.
Hoofdstuk 26: De macht van de liefde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[30] En zie, toen nu deze zeven met hun vrouwen hun korte, maar zeer oprechte gebed hadden beƫindigd, stak er een kleine storm op, die van de bergen kwam en in de storm kwam een zeer grote hyena in snelle vaart naar het kleine gezelschap toegesprongen, vol grimmigheid en zo te zien in woede ontbrand, en bleef voor hen staan en bekeek hen grondig een voor een, van top tot teen, alsof zij zich het lekkerste hapje uit het in doodsangst in het nauw gedreven gezelschap wilde zoeken. En zie, juist toen allen een toevlucht in het water wilden gaan zoeken, vermande de spreker zich en zei met zeer luide stem: "Luister naar mij! Wij blijven staan waar wij staan, allerwegen omgeven door de onoverwinnelijke macht van de grote Koning en geloof maar, ook wanneer Hij ons vernietigt, dan nog zal Hij ons ook in de vernietiging bewaren; en wees niet zo bang voor deze kleine hyena, omdat wij zo gelukkig aan de moorddadige klauwen van een veel grotere ontkomen zijn en wel des te meer, omdat wij in de vlakte zijn waar geen hyena meer de macht heeft om een mens aan te vallen en te verscheuren. Want de grote, machtige Koning van voorbij de sterren heeft ons in de bergen uit de tanden van duizenden verscheurende dieren gered toen wij nog tegen Hem waren, nu wij echter voor Hem zijn, - waarom zou Hij ons dan nu willen vernietigen?
Hoofdstuk 33: De afvaart van de Meduhedieten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Maar nu gebeurt er iets, dat geen engel in alle eeuwigheid ooit zal begrijpen: terwijl Hij, de Heilige in Zijn toorn met Zijn rechterhand alles vernietigt vanwege de heiligschennis door de zonde van de grote boosdoener, beschermt tegelijkertijd Zijn evenzeer heilige linkerhand de wenende zondaar! En slechts een klein traantje van de zondaar viel in het zo meedogenloos van toorn, gloeiende oog van God en zie, alle toorn was verdwenen, en reeds lachte een nieuwe schepping in en uit alle eindeloze ruimten de ongehoorzame mens toe, en op de aarde en op alle werelden was er weer een vrolijk gewemel van talloze schepselen ten dienste van de ongehoorzame mens.
Hoofdstuk 36: De herinnering aan Adams ongehoorzaamheid en de genade van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Zie, juist zoals het uit de hoogte zwaar neervallende water het gras niet doet herleven, maar het slechts vernietigt en doodt, en onder zijn hevige neerslag niets dan harde, schoongespoelde stenen te vinden zijn, zo is het ook met de naakte gerechtigheid, vallend uit de onmetelijke hoogte van de wijsheid. Zij doodt en vernietigt het innerlijke leven. En als het leven eenmaal lijkt op een dode, door het harde gekletter van het water uitgewassen steen, dan zal het zeer moeilijk worden om op zo' n steen het een of andere levende plantje te laten groeien!
Hoofdstuk 81: De patriarchen bij de kinderen van de avond - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Ik heb iedereen zoveel gegeven dat zijn aandeel heel goed uitgemeten is, zoals er in iedere zaadkorrel een uit de liefde stammende levende kiem gelegd is. Wanneer het zaad in de aarde gelegd wordt, verzamelt de liefde dauw om zich heen. Deze dauw vernietigt het de levende kiem omsluitende vlees en maakt de levende kiem vrij. Is deze nu vrij, dan begint zij gretig de haar omringende liefdes- en levensdauw in zich op te nemen en wordt allengs steeds groter, breekt dan spoedig op eigen kracht uit boven het aardrijk en verheft zich vrij, strevend naar het licht van de zon. In een dergelijke vrijheid wordt zij sterker en zo wordt uiteindelijk uit de bijna onzichtbaar kleine kiem een machtige, sterke boom, boordevol leven en bijgevolg vol met duizenden vruchten; en al het leven is een voor de boom kenmerkend leven, waaruit zijnsgelijke duizendvoudig voortspruit.
Hoofdstuk 142: Over de vrijheid van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Het offer verteert, vernietigt en doodt iedere gave in het vuur dat op het altaar brandt. Zie, dat is een getuigenis van de mens voor God, hetgeen te kennen geeft dat hij God heeft leren kennen, of duidelijk of alleen als een duister vermoeden in zijn hart, hoe God is en hoe Hij overeenkomstig het offer handelt!
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Of moet de levende Vader, uit wie alle leven stamt, wel een welbehagen hebben in een dood brandoffer of in een offer dat iedere gave verteert, vernietigt en tenslotte geheel doodt?
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[68] `Alleen God liefhebben' betekent dus niets anders dan in God Zelf een nieuw, eeuwig onsterfelijk, onvergankelijk leven beginnen en wel daardoor, dat wij al onze krachten als louter gaven van de heilige Vader op het altaar leggen in ons eigen door God opgerichte spijshuis van de geest, dan het heilige vlammetje met het verse hout van onze deemoed ondersteunen, zodat het een laaiend vuur wordt, dat vervolgens al onze geofferde krachten aangrijpt en verteert en al het wereldse in ons vernietigt.
Hoofdstuk 25: Satans macht en Gods almacht. Henochs woorden op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En zo is het ook met Uw levende woord, dat geen zacht verwijt kent, maar ofwel door de alles overtreffende zachtmoedigheid werelden bouwt of in het tegenovergestelde geval deze net zo snel weer vernietigt.
Hoofdstuk 41: Het gezegende maal. De eerzuchtige eigenliefde van Adam door de Heer gelaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Wie zonder begeerte om te weten is, lijkt nog op een blok hout, waarin geen ander leven meer is dan alleen maar een ontbindingsleven, dat verteert en ten slotte alles om hem heen vernietigt, net zo als een vormeloze veelmond (poliep), die zich in de slijkerige bodem van de zee bevindt en daar alles om zich heen verorbert met zijn vele vormeloze armen, die ieder een eigen mond hebben, totdat hij zich dood gevreten heeft en vervolgens zelf weer tot slijk wordt, dat hoogstens tot smadelijke voedingsbodem dient voor zo'n gelijksoortige nieuwe veel en allesvreter.
Hoofdstuk 60: Het bestaansrecht van de behoefte aan kennis. Waarheid, het voedsel van de geest; liefde, de grond van alle waarheden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Wat Ik je hier met dit beeld getoond heb overkomt iedere toornige geestelijk in zijn eigen huis; want eer hij bij zijn broeder de verderfelijke brand van de vloek der veroordeling wil aanrichten, heeft hij al lang tevoren in eigen huis de alles verwoestende brand veroorzaakt die daar alles verteert en vernietigt, waarmee Ik hem zeer goed toegerust had voor het eeuwige leven!
Hoofdstuk 108: De Heer spreekt over de schade die vloek en toorn teweegbrengen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Want zolang je ook maar met het kleinste vonkje van eigen wijsheid wilt pronken, kun je niet in Mijn wijsheid binnengaan; en zou Ik je die als het ware opdringen, dan zou zij je te gronde richten en vernietigen, zoals ontbrand steenzout alles vernietigt wat het omsluit.
Hoofdstuk 66: Lamechs verbazing over de wijsheid van de Heer. Deemoediging van de menselijke wijsheid is een genade. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Want jullie oorlogen tegen de volkeren van het hoogland hebben jullie de onvermijdelijke ondergang bezorgd, want jullie hebben door je wetenschap en kennis een middel aangewend waarmee je nu bergen als molshopen volkomen vernietigt zonder te weten wat zich onder de bergen in de aarde bevindt!
Hoofdstuk 343: De bezigheden van de twaalfduizend engelen in de laagte. Koning Gurat en Drohuit door Waltar beleerd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Zie, de jaloezie is een parasietplant van de liefde en ondergraaft deze. Als de parasietplant aan de levensboom van de liefde te groot wordt, vernietigt ze als gevolg daarvan de hele boom. Als men de boom echter wil behouden en sterk maken, moet men door goede middelen te zoeken, de boom van dergelijke vreemde uitwassen grondig reinigen.
Hoofdstuk 124: Wenken tot genezing van de ziel - Geestelijke natuurgeneesmethode - Crisis bij de Chinese geesten - Over het wezen van jaloezie - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3 - 4