Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1915 resultaten - Pagina 3 van 128

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] 'Er komt een moment en het is er al, dat de echte aanbidders van God noch op Garizim, noch in de tempel te Jeruzalem zullen aanbidden! Want God is een geest, en degenen, die Hem aanbidden, moeten Hem in de geest en de waarheid aanbidden!' Dat zei de Heer; u bent een opperpriester en zult nu wel weten, wat er gedaan moet worden!
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Werkt God niet Zelf dag in dag uit? Als de Heer Zichzelf echter geen rustdag gunt, waarom zullen de mensen zich dan rustdagen gunnen, alleen terwille van het niets doen? Want ze doen op hun sabbat niets zo precies als zorgen, dat er niets gedaan wordt! Daarmee bewijzen ze God echt wel de slechtste dienst!
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] En zie, wat de Heer toen tegen mij heeft gezegd, wordt hier nu op een heerlijke manier werkelijkheid! Alle hemelen zijn geopend en de engelen dalen neer en bedienen Hem en ons allen. Wat voor overtuigender bewijs hebben we nu nog nodig om te bewijzen, dat Hij alleen Degene is Die komen zal volgens de voorspelling, die reeds vanaf Adam tot op heden aan alle kinderen Israëls is gedaan?! Ik denk echter, dat Hij meer is dan de Messias! Hij is -,
Hoofdstuk 51: Het 'Evangelie van Sichar'. De volgende dag in Sichar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Jij vergelijkt Mijn meester echter met een ander, die mijn Meester nog wel niet overtreft, maar toch wel gelijk is, die dingen doet waarvoor ieder mens het grootste respect moet hebben! En nu gaat het er alleen maar om, of mij klaar en duidelijk bewezen kan worden, dat zo'n magiër werkelijk die dingen gedaan heeft die jij hebt beschreven!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] De koopman zegt: 'Heer! Dat is een hele lastige vraag. Waardeer ik u te hoog, dan wordt ik uitgelachen, waardeer ik u echter te laag, dan is het met mij gedaan! Het lijkt me daarom beter nu hierop het antwoord schuldig te blijven, dan daarna voor dit antwoord in een kerker mij de tijd te verdrijven met kwelling en pijn!'
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg je: Wat de liefde op aarde doet, dat is ook in de hemel gedaan en blijft eeuwig; wat echter gedaan wordt uit pure aardse slimmigheid, dat verzwelgt de aardbodem en voor de eeuwige hemel blijft niets over. Wat kan al het aardse bezit voor de mens van nut zijn, als daarbij zijn ziel schade lijdt?!
Hoofdstuk 58: Het vlees heeft een aards einde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Daaraan kunt u zien, dat ik echt wel aan de armen denk; maar het zij verre van mij, dat ik om die reden de verhevenste geest zou vragen, dat Hij ofwel aards of hemels mijn geld zou beheren! Als Hij iets wil doen en ook al werkelijk iets gedaan heeft, waaraan ik niet twijfel, dan laat ik dat afhangen van Zijn vrije heilige wil! Ik heb echter zo'n onbegrensde eerbied voor Hem, dat ik het nauwelijks waag Hem daarvoor te bedanken, want ik geloof dat door zo'n zuiver materiële dank, waarmee ik Hem eigenlijk zeg dat ik geloof dat Hij mij als handlanger van dienst geweest zou zijn, ik Hem helemaal niet zou eren. Ik leef en werk daarom zo rechtvaardig mogelijk volgens de wet met mijn door God verkregen krachten, en bind de bek van os en ezel niet dicht als ze mijn oogst dorsen; maar de grote Geest eer ik alleen op Zijn dag! Want er staat geschreven: 'De naam van uw God zult u nooit ijdel uitspreken!'
Hoofdstuk 59: Ezau's slot. Vrees voor Wie hij lief moest hebben. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: ' Ja, ja, als je geen teken gezien had, dan zou je Mij ook niet geloofd hebben! Nu geloof je weliswaar, maar met dat geloof is je geest niet vrij! Opdat je in je hart toch wat vrijer worden zult, zeg Ik je: Niet Ik, maar deze vele jongemannen hebben dit gedaan; God de Vader heeft hen de macht daarvoor gegeven. Aan hen kun je vragen, hoe ze dit hebben gedaan!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Er zal op de wereld een beroep gedaan worden om aan dit rijk deel; te nemen. Als zij hiernaar luistert, dan zal het eeuwige leven haar loon zijn; als zij niet luistert, zal zij weliswaar blijven zoals zij is, maar tenslotte zal de eeuwige dood haar deel zijn!
Hoofdstuk 62: De Heer opent voor allen de weg naar de hemel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Ik zeg: 'Volkomen! Alles wat je zult doen uit liefde voor Mij en je naasten, die je broeders zijn, dat zal goed en juist zijn gedaan!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maar omdat die waarheid in u, zoals in heel veel anderen, niet woont, kunt u zoiets niet alleen niet doen, maar u moet zich bovendien nog uitermate verwonderen, als Ik, Die die waarheid in al haar volheid in Mij heb, voor jullie ogen dingen doe die alleen door de macht van de innerlijke levende waarheid gedaan kunnen worden!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Als u door die innerlijke waarheid uw geestelijke armen voldoende krachtig gemaakt hebt, dan zult u zelf doen wat Ik nu voor u gedaan heb, en u zult dan tevens heel duidelijk beseffen, dat dat nog veel gemakkelijker gaat dan dat u met uw lichamelijke handen een steen opraapt en een aantal passen voor u uit gooit!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Joram en al Mijn jongeren ergerden zich hierover, en Simon Petrus kwam ook heel ontstemd naar Mij toe en zei: 'Wat U prettig vindt is natuurlijk wel goed, Heer, maar als ik ook maar iets van Uw kracht en macht zou hebben, dan wist ik wel wat ik gedaan zou hebben met deze domme en boosaardige lasteraars van Uw naam, die mij zo bijzonder heilig is!'
Hoofdstuk 74: Bij Irhaël. Nooit kwaad met kwaad vergelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Stel, dat een paar van uw ondergeschikten zich niet aan uw voorschriften hebben gehouden, en dat ze daarvoor gestraft moeten worden. Op de voorgeschreven manier onderzoekt u wat ze hebben gedaan en u probeert ze tevens door allerlei slimme vraagjes te laten bekennen; maar ze gebruiken hun verstand en zien kans alles te weerleggen, wat u met Uw verstand zo slim en verstandig weet te vragen. Op die manier maakt de ene leugen steeds weer ruimte voor de andere, en het eind van het liedje is, dat u hen veroordelen moet, zonder dat ze bekend hebben, waarbij u moet afgaan op de verklaringen van getuigen, die hen vaak vijandig gezind zijn en die óók geen waarheid spreken. Bij zo'n rechtspraak kunt u gevoeglijk aannemen, dat misschien in één van de tien gevallen een rechtvaardig oordeel uitgesproken wordt en dat de onschuldige hetzelfde lot ondergaat als de schuldige!
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Datgene, wat U ons op de berg geleerd heeft, willen wij in l!.w naam altijd tot de Vader bidden en zeggen: Vader in de hemel! Uw rijk kome en Uw wil, die alleen heilig is, geschiede! En vergeef ook U ons onze zwakheden en zonden, zoals wij degenen vergeven, die ons kwaad gedaan hebben!'
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...