Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

191 resultaten - Pagina 3 van 13

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13
[13] Niet lang daarna werden zij als nevelige kometen met een lange staart reeds stoffelijk zichtbaar. Wat betekent die staart? Hij is een teken van de honger van de reeds stoffelijk wordende geesten en het grote verlangen naar stoffelijke verzadiging. Dit verlangen onttrekt uit de ether de materie die van haar gading is, en zo'n komeet dwaalt als een samenvatting van geesten die reeds zeer stoffelijk geworden zijn, dan nog vele duizenden jaren in de grote etherruimte rond en zoekt als een verscheurende wolf naar voedsel.
Hoofdstuk 105: Het ontstaan van de zonnestelsels. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Want het gif dat zich in haar lichaam bevindt, is etherisch van aard en houdt verband met de zenuwen, en dringt door tot in de uitstralende levenssfeer van deze persoon. Wie het door inademing of door een langer verblijf in zo'n met gif bezwangerde sfeer met de ether van de eigen zenuwen in aanraking brengt, wat heel gemakkelijk gebeurt, is lichamelijk verloren, vooral als hij het tegengif met kent.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] De blauwe nevel die voor jou zichtbaar werd, waarin verscheidene dieren rondzwommen waar jij niet erg op gesteld was, was zo'n uitstroming van de giftige ether en aan de duidelijk zichtbare bewoners ervan kon je heel goed zien door welke geest zij werd voortgebracht.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Toen je vader met zijn verstandige woorden de vrees, die de weduwe innerlijk erg opwond, aanmerkelijk verminderde, trok de kwade ether zich terug in de tot rust gebrachte milt en lever; het overtollige bleef echter in de gal van de maag, werd na vier dagen tenslotte door die bepaalde bouillon helemaal opgenomen en langs natuurlijke weg afgevoerd, en de weduwe werd daarop weer helemaal gezond. De stem, die jou het middel noemde, kwam van een geest die de geestelijke beschermer van de weduwe was.
Hoofdstuk 159: De giftige aard van de weduwe en haar dochter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De vissen gebruik ik niet om mij te voeden, maar zij zijn nodig voor de vorming van de natuurgeestelijke ether waaruit ik volgens de wil des Heren dit zichtbare lichaam moet vormen en tijdelijk in stand moet houden. Hoewel dit lichaam geestelijk is, heeft het toch ook vlees en bloed. Kijk maar eens, zijn dit geen aderen, is dat geen vlees?!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Alles wordt gedaan om het verstand maar zo vroeg mogelijk te ontwikkelen en te scherpen. Daartoe wordt het kind door allerlei geschenken en onderscheidingen zoveel mogelijk aangespoord, wordt bij de ontwikkeling van zijn verstand reeds vanaf het eerste begin zoveel mogelijk geoefend in zelfzucht en winstbejag, draagt fijne en luxe kleding en kent vaak reeds op tienjarige leeftijd van pure hoogmoed zichzelf niet meer. Wee het arme kind of ook een ander arm mens, die een kind met zoveel verbeelding niet de vereiste eer zou geven of het zelfs zou honen! Die heeft zich dan daarmee een blijvende vijand bezorgd!
Hoofdstuk 217: De voordelen van de juiste opvoeding van de ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Op zo'n vlak zul je weliswaar ook nog het beeld van de zon weerkaatst zien, maar heel klein, en je zult niets meer merken van enige warmte. Door dit terugkaatsende vage licht zal eeuwig niets ontvlammen, ook al was het de meest brandbare nafta-ether! Dat doet de hoogmoed van de ziel als zij zich erg veel inbeeldt over iets heel onbelangrijks. En hoe meer zo'n ziel zich dan inbeeldt, des te puntiger wordt het bolle vlak van haar spiegel en des te kleiner het spiegelbeeld van de geestelijke zon op zo'n haast kegelvormige spiegel van kennis en wetenschap.
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Kortom, Mijn echte kinderen zullen als het ware zelfs kunnen spelen met die krachten van Mijn hart en wil, die Ik Zelf evenmin ooit daadwerkelijk heb gebruikt als dat Ik ooit deze aarde heel dicht naar de zon heb geschoven, om voor de grap met haar onbeschrijfelijke hitte een paar bergtoppen af te smelten, wat niet mogelijk zou zijn zonder tegelijk de hele aarde mee te veranderen in de oorspronkelijke ether. Wat Ik dus noch in het groot en nog minder in het klein mag doen, dat kunnen Mijn kinderen met de magische spiegels ten eerste natuurlijk en dan ook des te meer geestelijk verrichten!
Hoofdstuk 14: Het doen van wonderen door de mens, die geheel in Gods wil is opgegaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Deze atmosferische lucht is weliswaar veel dichter dan de zuivere ether, maar bij zo'n snelheid wordt dat in de ether ook al zichtbaar. Want ook die bevindt zich nog in tijd en ruimte en is dus een stoffelijk iets, hoewel zijn oergrondstoffen vergeleken bij de verdichte stoffen van een aardse wereld vrijwel gewichtsloos zijn, zoals ook deze aardse lucht die op zichzelf altijd nog een lichaam is dat gewicht heeft - anders zou ze bij een sterke beweging niet in staat zijn de machtigste bomen te ontwortelen -, maar onder water lijkt lucht volledig gewichtsloos.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Omdat ether op zichzelf ook iets stoffelijks is, kan hij de damp van een komeet bij diens zeer grote snelheid dus ook wel in een natrekkende dampstaart veranderen. - Dat zul je nu wel begrijpen?!'
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Maar als dan de kwalijk hinkende bode komt, de kwaadaardige ziekte met achter haar aan de dood, dan valt hun ziel, die helemaal weggekwijnd is, ten prooi aan steeds grotere angsten, vervolgens aan volledige vertwijfeling en onmacht, en tenslotte aan de dood, en lachende erfgenamen verdelen dan de nagelaten, grote schatten en overvloed van de gestorven, wereldse dwaas. En wat heeft deze dan in het hiernamaals? Niets dan in alle opzichten de grootste armoede, de grootste nood en de grootste, voor deze wereld onbeschrijfelijke, ellende, en niet zo maar voor een kort poosje, maar voor naar jullie begrippen ondenkbaar lange tijden, die jullie heel zeker met het begrip 'eeuwig' zouden kunnen aanduiden, hetgeen echter ook heel natuurlijk is; want waar moet een ziel die nooit voor iets anders gezorgd en gewerkt heeft dan alleen voor haar lichaam, de middelen vandaan halen om zich te vervolmaken in een wereld die uit niets anders kan en mag bestaan dan alleen uit datgene, wat een ziel in zich heeft en vervolgens door de geestelijke ether van haar uitstralende levenslicht omvormt in een woonwereld, die haar omgeeft.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar zo is het niet met de uitstralende levenssfeer van de geest. Die is als de ether die de gehele, eindeloze ruimte in gelijke mate vervult. Zodra de geest dus eenmaal als hij vrij in de ziel doorbreekt en in beweging komt, wordt ook zijn uitstralende levenssfeer op datzelfde ogenblik eindeloos ver geactiveerd, en zijn zien, voelen en werking reikt dan zonder de minste beperking net zo eindeloos ver naar buiten als de ether, die tussen en in de scheppingen de ruimte volledig vult; want deze ether is -onder ons gezegd -eigenlijk geheel identiek met de eeuwige levensgeest in de ziel, welke slechts een verdicht brandpunt is van de algemene levensether die de gehele oneindigheid vervult. En wanneer de levensgeest, uitstralend uit de ziel, met de vrije ether van de ruimte in kontakt komt, verenigt zich zijn voelen, denken en zien ogenblikkelijk met de oneindige, vrije levensether en gaat zonder af te zwakken tot in de eindeloze verten, en wat de grote levensether in de eindeloze ruimte, terwijl het alles omstroomt en doordringt, overal voelt, ziet, denkt, wil en bewerkstelligt, dat voelt, ziet, denkt wil en veroorzaakt dan ook op hetzelfde ogenblik de afzonderlijke geest in de ziel; en dat ziet, voelt, denkt, wil en veroorzaakt dan ook de ziel zolang zij door haar geest doordrongen wordt en de geest in verbinding staat met de hem zeer nauw verwante, oneindige en algemene, vrije levensether in de ruimte.
Hoofdstuk 256: De uitstralende levenssfeer van de ziel en die van de geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Deze wind luidt als volgt: 'O jij, verdraaide Nazarener! Dat je uitgesproken nu moet komen opdagen! Juist nu de zaken van ons fijne instituut zo goed op gang zijn gekomen! Dat men nu juist met die Nazarener komt aanzetten, die -wie kan het zoals hij? -nu wonderen verricht waarbij onze verrichtingen puur verbrande as zijn en door hem heel snel verdacht en waardeloos kunnen worden. Die is pas met recht als een ware luis in onze vacht terechtgekomen, en die zal er niet meer uit te krijgen zijn. Nu komt het er op aan om in deze hachelijke omstandigheden te doen alsof er niets ernstigs aan de hand is. Laten we alles op alles zetten om te voorkomen dat hij ons vijandig gezind wordt. Want als dat gebeurt, is het meteen afgelopen met ons hele instituut. Wat dan! Waarheen en wat te beginnen? Te overwinnen is hij nooit; daarom moeten we verstandig te werk gaan en zelfs in de verste verte niets onvriendelijks tegen hem laten merken, maar hem steeds met de meeste voorkomendheid behandelen en hem zo vriendelijk en dienstbaar als maar mogelijk is tegemoet treden, dan zal hij, van wie men zegt dat het een goed mens is, vast nooit het zwaard tegen ons opheffen en ons in ieder geval met rust laten!'
Hoofdstuk 59: Raphaël onthult wat Roclus diep in zijn hart over de Heer denkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] De Griek zei: 'Jonge vriend, dat zal wel zo'n woordenspelletje van je zijn! Er zal weliswaar geen stofje in onze handen blijven, maar wel de hele stenen, en het zullen natuurlijk losse deeltjes zijn, omdat wij ze zelf van de bodem 'losmaakten' en ook zullen zij in ether overgaan, omdat wij ze reeds met onze handen in de luchtether omhoog houden. Heb ik gelijk of niet? Vind je het goed,jonge joodse god, dat wij deze stenen, als je ze met je wil volledig opgelost en dus vernietigd hebt, naar je toe gooien?'
Hoofdstuk 42: Een wonder van Rafaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar deze ether is, ofschoon hij er helemaal niet lijkt te zijn, beslist niet zo nietig als hij er voor jullie uitziet; want in die ether bevinden zich alle ontelbare stoffen en elementen in een toestand, die nog minder gebonden is dan in de zuiverste atmosferische lucht van deze aarde. Maar zij bestaan daar nog meer als vrije krachten en zijn veel dichter bij en meer verwant aan het oervuur en het oerlicht, en zij voeden de lucht van de aarde, en die voedt vervolgens het water en het water voedt de aarde en alles wat op haar leeft, beweegt en streeft. Als dat allemaal in de ether aanwezig is, is dat wel degelijk iets en geen niets, ook al lijkt dat voor jullie zintuigen zo.
Hoofdstuk 72: Het wezen van de ether - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13