Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1467 resultaten - Pagina 3 van 98

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Het voornaamste is echter de liefde; zonder liefde is de geest niet vruchtbaar en geeft zij geen vruchten! Zaai de tarwe maar in de lucht; en kijk of hij groeit en of je er vruchten van krijgt! Als je de tarwekorrel echter in een goede voedingsbodem legt, dan zal hij groeien en je veelvoudig vruchten opleveren. De echte liefde is de juiste voedingsbodem voor de geestelijke tarwekorrel die ons door de mond des Heren wordt meegedeeld.
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Nathánaël zegt: 'Tot hiertoe moest ik met u spreken, het verdere ligt geheel in de hand van de Heer. Wat hij wil, dat zullen ook wij willen en doen. Want wij zijn allen geestelijk nog zeer arm; daarom moeten wij bij Hem blijven, opdat het hemelrijk ons deel wordt. Wij willen met de Heer ook elk leed en iedere vervolging dragen, opdat we door en in Hem de ware troost hebben. In Zijn naam willen wij zachtmoedig zijn in al onze gedachten, oordelen, wensen en begeerten, en in al ons doen en laten, opdat we echte bezitters van de ware voedingsbodem, de zuivere liefde Gods in onze harten, worden.
Hoofdstuk 45: Niet iedereen kan de Heer lichamelijk volgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] 'Er komt een moment en het is er al, dat de echte aanbidders van God noch op Garizim, noch in de tempel te Jeruzalem zullen aanbidden! Want God is een geest, en degenen, die Hem aanbidden, moeten Hem in de geest en de waarheid aanbidden!' Dat zei de Heer; u bent een opperpriester en zult nu wel weten, wat er gedaan moet worden!
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Na dit noodzakelijke onderhoud met Matthéus komen de andere leerlingen binnen, en daarop volgen de priesters en de andere notabelen van deze stad en zij begroeten Mij zeer berouwvol. En de voornaamste priester komt iets naar voren en zegt: 'Heer, U heeft dit huis zeer goed voor U ingericht, zodat het waardig is om U te herbergen. Salomo bouwde de tempel met veel pracht, opdat deze waardig zou zijn, om als woonplaats voor Jehova bij de mensen te dienen. Maar de mensen hebben deze woonplaats door hun vele ten hemel schreiende laster ontheiligd, en Jehova verliet de tempel en de ark en kwam naar ons op de berg, net zoals U, o Heer, eerst in de tempel was en weinig weerklank vond en toen naar ons, Uw van oudsher echte vereerders, gekomen bent. En zo zal nu geschieden, zoals geschreven staat:
Hoofdstuk 38: Niet het horen, maar het doen brengt heil. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Toen de Heer zei: 'Die van u een rok vraagt, geef die ook de mantel erbij!', wilde Hij alleen maar aanduiden, dat u, als u rijk bent en veel bezit, ook rijkelijk en veel moet geven aan de armen, als zij tot u komen! Want daardoor krijgt u ook snel veel voedingsbodem in uw hart en zult u op die manier zeer gelukkig worden door het bezit van zo'n echte voedingsbodem en de armen zullen u zeker zegenen; want uit uw hart zullen ze de daadkrachtigste prediking van het echte evangelie van God horen, en daardoor worden ze zelf sterk en u tot eeuwige steun! Als u echter karig geeft en berekent wanneer en hoeveel u geeft, dan heeft dat noch voor uzelf, noch voor de arme broeders enig nut, en deze zullen u daarom nooit tot steun worden!'
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] In de liefde tot de arme broeders en zusters zullen jullie Mijn echte aanbidders zijn, en Ik zal in zulke bedehuizen vaak bij jullie zijn, zonder dat je het di rekt zult merken; maar in de tempels, die, zoals dat tot op heden het geval was, speciaal voor de lippendienst gebouwd zijn, zal Ik van nu aan net zo min wonen, als het verstand van de mens in zijn kleine teen.
Hoofdstuk 49: ledere dag is van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Tijdens de werkdag oefent de mens zich, ondanks dat hij werkt, alleen maar in de zelfzucht; want hij werkt dan voor zijn vlees en noemt dat het zijne, wat hij aan goederen en geld met werken verdient. Wie het verdiende van hem wil hebben, moet het van hem kopen, hetzij door arbeid of met geld, anders krijgt hij van niemand Iets van enige betekenis. Als de mensen nu op de werkdagen alleen voor hun zelfzucht zorgen en op de sabbat, de enige dag waarop ze zich in de werken der liefde moeten oefenen, tot de starste leegloperij gedwongen zijn, dan vraagt men zich in alle ernst af, wanneer de mensen zich dan wel in de echte godsdienst oefenen moeten of oefenen mogen, als je beseft, dat die dienst alleen maar bestaat uit het liefdevol helpen van je naaste!
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik zeg: ' Amen! Ja, beste vriend en broeder, zo is het waar en goed! Want alleen zo zullen jullie volmaakt kunnen worden, zoals de Vader in de hemel volmaakt is. Als jullie echter zo volmaakt zijn, dan zijn jullie ook waarachtige kinderen van God en kunnen jullie Hem altijd aanroepen met: 'Abba, onze Vader!' En waar je Hem als Zijn echte kinderen om zult vragen, dat zal Hij je geven, want de Vader is zeer goed en geeft Zijn kinderen alles wat Hij heeft! Eet en drinkt nu, want het eten hier is niet van deze aarde, maar de Vader zendt het je uit de hemel en Hij is Zelf nu bij je!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De opperpriester zegt vol wroeging over deze waarheid: O wat een heilige pure waarheid komt er uit Uw mond! Ja, nu is mij alles duidelijk! Nu pas hebt U, o Heer, de drievoudige doek van Mozes geheel van mijn ogen weggenomen! Nu, o Heer, zijn er geen tekenen meer nodig, want hier is Uw heilige ware woord alleen voldoende! En ik verklaar nu uit volle overtuiging, dat van nu af aan, al degenen, die U geloven vanwege de tekenen en niet vanwege het ware woord, geen echt levend geloof hebben en slechts trage en machinale uitvoerders van Uw leer en Uw heilige wil zullen zijn. Bij ons zal het echter anders zijn! Niet de tekenen, die wij tijdens Uw aanwezigheid ontvingen, maar alleen Uw heilige ware woord zal in onze harten de bron zijn voor het echte levende geloof en de totale liefde voor U en uit U, en, terwille van U, zal het ook de bron zijn voor de juiste hoeveelheid liefde voor alle mensen. En verder geschiede alleen Uw heilige wil, die U, o Heer, ons nu zo overduidelijk en voor eeuwig waar hebt meegedeeld!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Onderweg zegt Simon Petrus opeens: 'AI die wonderen stijgen me nu toch behoorlijk naar mijn hoofd! Nee, wie nu nog niet beseft, dat deze Jezus uit Nazareth in levende lijve Jehova's echte zoon is, die moet in een tiendubbele Egyptische duisternis ronddwalen, of hij is morsdood! Zieken worden door een enkel woord plotseling gezond, blinden zien: doofstommen horen en lammen lopen, en de ergste melaatsen worden zo rein of ze nooit gezondigd hadden!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Terwijl Petrus zo loopt te fantaseren en niet merkt, wat er om hem heen gebeurt, tikt een ongelovig burger uit de stad hem behoorlijk hard op de schouder en zegt: ' Als dat zo is, dan voel ik me als redelijk mens verplicht te voorspellen, dat jij als een klinkklare os sterven zult! Want als jij het in je leven nog niet zo ver hebt gebracht om te kunnen vaststellen wat een echte magiër allemaal kan, dan zou je in gezelschap van ervaren en intelligente mensen je grote mond dicht moeten houden!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Als het waar is, dan zweer ik je dat ik mijn Meester, Die volgens mij goddelijke kracht heeft, direct verlaat en terug ga naar mijn familie thuis! Want een schimmige magiër volg ik geen stap verder; want ik ben nog steeds een echte Jood, die Mozes meer gelooft dan honderdduizend fantastisch goede magiërs. Als je echter - wat voor mij vaststaat gelogen hebt, om uit pure kwaadaardigheid mijn verheven Meester verdacht te maken, dan ben je - zoals ik al eerder gedreigd heb -nog niet met mij klaar! Je zult ondervinden, dat ook ik door de genade van mijn goddelijke meester al tot heel wat in staat ben, zonder dat ik mij voor iemand als wonderdoener behoef voor te doen!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Mijn echte rijk is alleen maar daar, waar Ikzelf werkelijk aanwezig ben! Onthoudt dit! De Heer is een volkomen Heer boven al het wereldse, of het nu wel passend is voor de domme wereld of niet! Hebben jullie dit begrepen?'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dus weg met de waarheid op aarde, gesteld al dat er ergens waarheid bestaat; die is toch onbruikbaar voor het mensengeslacht! Hoeveel onheil heeft de waarheid al veroorzaakt, en haar verkondigers hebben aan het kruis of onder het zwaard hun laatste adem der waarheid uitgeblazen! De echte leugenaar is er echter nog altijd zonder kleerscheuren afgekomen, -hetzij dan dat hij een enkele keer, als het een domme leugen was, zijn ogen heeft neer moeten slaan; maar hij heeft er verder niet veel van overgehouden, terwijl echter, een enkele uitzondering daargelaten, toch bijna alle grote waarheidsvrienden door een gewelddadige dood van de aarde zijn verdwenen.
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De burger zegt: 'O jij domme blinde Galileeër! Weet je dan niet, dat een echte magiër uit ieder stuk hout een vis of een slang kan maken?! Nog maar kort geleden was er hier een uit Egypte, die stokken in het water wierp en het werden direct vissen; als hij de stokken op het land wierp, werden het slangen en adders; blies hij in de lucht, dan waren er ineens sprinkhanen en ander vliegend ongedierte; hij nam een paar witte stenen, wierp ze in de lucht, en het werden duiven die wegvlogen; dan weer nam hij van de straat een handvol stof en verspreidde dat in de wind, en een ogenblik later was de lucht vol muggen, zodat men de zon er nauwelijks doorheen kon zien; toen hij daarna in deze muggen blies, kwam er een sterke wind en deze wind dreef de muggen als een wolk weg! Hij bracht ons daarna naar een poel achter de beek waar hij eerder vissen uit stokken maakte, daar raakte hij met een staf het water aan en het veranderde in bloed, en hij raakte het nogmaals aan en het werd weer water! 's Avonds riep hij naar de sterren en ze vlogen als tamme duiven in zijn handen! En hij beval hen en ze vlogen weer terug naar het hoge firmament! En zeg jij nu: 'Waar is een mens wiens handen tot in de hemel reiken?' Dat dit hier allemaal gebeurd is, kan ik door honderd getuigen laten bevestigen. - Wat zeg je nu over je Zoon van God uit Nazareth, waarvan ik wel weet wiens zoon hij is, en waar hij dat allemaal geleerd heeft?'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...