Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8806 resultaten - Pagina 3 van 588

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] KORAH zegt: "Het is wel waar watje nu hebt gezegd, maar desondanks kan ik het verlangen niet van mij afzetten om deze zo buitengewone mens, door wie alle totale goddelijke macht, kracht en heerlijkheid werkzaam is, persoonlijk te leren kennen! Of wacht, mij schiet nu een geschiedenis over het Paasfeest in de tempel te Jeruzalem te binnen! Was het soms deze Jezus, die op een na sabbat, als ik me niet vergis, alle kopers en verkopers uit de tempel dreef en de kramen van alle wisselaars als een storm omvergooide!? Al de te verkopen dieren begonnen afgrijselijk te brullen en renden in wilde haast de verkoopshoven van de tempel uit!
Hoofdstuk 90: Korah herinnert zich een ontmoeting in de tempel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] BORUS zegt: "Goed, laat ons dan zien wat Gods kracht in de mens kan doen!" -Toen stapte Borus met ontbloot hoofd naar de zieke en zei hardop: "Ik wil in de naam van Jezus, de eeuwige Heer, dat je gezond wordt. Wees dus gezond en wees van nu af aan vrij!"
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Op dat ogenblik werd de bezetene helemaal gezond en gaf God de eer, dat Hij de mens zo'n kracht had gegeven.
Hoofdstuk 94: Borus geneest een bezetene. In de omgeving van Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Toch kan ieder mens ook met de voeten, handen, ogen, oren en lippen bidden. Met de voeten, als hij naar de armen gaat en hen hulp en troost brengt. Met de handen, als hij de noodlijdenden ondersteunt. Met de ogen, als hij graag omziet naar de armen. Met de oren, als hij graag en tot daden bereid Gods woord aanhoort en zijn oren niet sluit voor het vragen van de armen. Tenslotte met de lippen, als hij gaarne troost brengt aan de arme verlaten weduwen en wezen, en zich voor de gevangenen, zover zijn macht en kracht reikt, bij degenen, die deze armen vaak onschuldig gevangen houden, inzet om hen vrij te krijgen.
Hoofdstuk 111: Het echte gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] Het is weliswaar niet iedereen gegeven om God zo vurig lief te hebben zoals dat het geval is bij Mijn allerliefste Jarah, maar toch kan ieder mens met al zijn kracht God liefhebben, en dan zal God ook zijn hart vervullen met Zijn geest en Zijn genade, en deze mens nooit in der eeuwigheid in de afgrond laten vallen. Mocht hij struikelen dan zal hij altijd weer op de been worden geholpen, en het eeuwige leven zal altijd in hem zijn en blijven.
Hoofdstuk 119: Gods liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Maar toen kwam er meteen een wonderschone jongeman naar mij toe en troostte en sterkte mij met de woorden, die ik heel goed heb onthouden: 'Vrees niet, gevoelige reine ziel! Dat, wat je drie dagen geleden hebt gezien, moest zo gebeuren volgens het raadsbesluit van God, omdat anders geen mens zou hebben kunnen zalig worden en tot het aanschouwen van God komen. Hij, Die gekruisigd werd, was Gods Zoon, en God was in Hem. Nu na drie dagen zal deze Zoon van God geheel uit eigen kracht weer uit de dood van Zijn goddelijke vlees opstaan en voortaan heersen over de gehele oneindigheid, en aan Zijn rijk en Zijn heerschappij zal in eeuwigheid geen einde komen. Voor Zijn naam zullen alle machten en krachten zich buigen, en die zich niet willen buigen, die zal Hij te gronde laten gaan. Maar het laatste gelukzaligste ogenblik nadert, Iet daarom goed op de zware verzegelde grafsteen!'
Hoofdstuk 120: Jarah's droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De HOOFDMAN zegt: "Ja, dat doet Hij wel, en er zal Hem niets kwalijks overkomen! Onthoud dat, ellendige geldwolven! Hier heb ik het voor het zeggen, maar één verdachte beweging van jullie en ik laat je in stukken hakken en in zee werpen als voer voor de draken, zo waar ik Julius heet! Moet je die booswichten zien! De geschiedenis wijst uit dat de tempelpriesters al meer dan driehonderd jaar geen mens iets goeds hebben gedaan. En als er zo nu en dan een hoogstaande ziel onder hen was, dan deden ze daarmee wat zij naar mijn weten voor nauwelijks dertig jaar met de vrome rechtschapen Zacharias deden. Als er onder hun geloofsgenoten iemand vol waarheid, eerlijkheid en kracht van God opstaat en de arme mensen met alle soorten weldaden overlaadt, dan zijn deze booswichten er ook meteen bij om hem te vernietigen! Oh, aan jullie miserabele praktijken moet snel een eind gemaakt worden!
Hoofdstuk 124: Julius trekt fel van leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Hij gebiedt de zee, en maakt haar oppervlak vast, zonder dat het ijs is, en de mensen lopen op de anders aan ieder mens de dood brengende bodem als op een marmeren vloer! En dat alles is die duisterlingen getoond en naar waarheid verteld, en bovendien hebben zij vanmorgen met eigen ogen de wonderbare genezing van ettelijke honderden mensen mee aangestaard, en toch zijn ze daarbij afwerender gebleven dan een rots, waarop sinds duizenden jaren minstens ieder jaar honderdduizend bliksems hun vernietigende kracht hebben uitgeprobeerd! Broeders, dan houdt toch al het menselijke in de mens op! Dan is zo iemand toch een kwaadaardig dier of zonder meer een duivel! -Zeg eens broeders hebben wij gelijk of niet?"
Hoofdstuk 128: Gesprek tussen Essenen en Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Kijk, we staan nu op de top van een berg die nog nooit door een mens werd betreden! Want zoals je ziet zijn de rotswanden aan alle kanten zo steil dat op een natuurlijke manier niet naar boven en net zo min naar beneden is te komen. Je hebt gezien, hoe, nadat wij op natuurlijke kracht de halve berg hadden beklommen, iedere mogelijkheid wegviel om verder tegen de loodrechte steile wanden naar boven te klimmen. De hoofdman en alle anderen vroegen: 'Wat nu?' -Ik klom echter als eerste met jou tegen de wanden en allen volgden ons zonder ook maar vermoeid te raken. -Hoe was dat dan mogelijk?
Hoofdstuk 132: Ziel, lichaam en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] IK zeg: " Allerliefste Jarah, dat is voor jou nog veel te moeilijk! Maar Ik zal je uit bijzonder grote liefde tot jou toch wat zeggen: Kijk, als Ik het weten wil, kan Ik natuurlijk al altijd al alles weten wat er van een mens terecht komt. Maar de mens moet als hij volwassen wordt geheel vrij en zelfstandig beslissen. Daarom trek Ik Mij op een bepaald moment terug van de mens en kijk niet naar wat hij met zijn vrijheid doet, behalve wanneer hij Mij dringend vraagt hem te helpen bij zijn vrije strijd tegen de wereld. Dan kijk Ik naar hem, help hem op de goede weg en geef hem bij de strijd tegen de wereld nieuwe kracht.
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Nu geloven ook wij echt dat deze Nazareeër meer is dan alleen maar een volmaakt mens. Lichamelijk is hij wel een mens zoals wij, maar in Zijn innerlijk en Zijn hart woont de totale goddelijke kracht en macht waar de hele oneindigheid aan gehoorzaamt! -Maar nu richten wij onze ogen zoals Hij gezegd heeft op de zonsopgang, om een wonder te zien!"
Hoofdstuk 147: De stem van de Heer in het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Ik liet hem toen met zware kettingen aan een boom vastleggen, zijn handen en voeten nog met extra sterke touwen binden en hem daarna een heel uur lang geselen, zodat hij weinig kracht meer over had. Vervolgens liet ik hem zo verzorgen, dat hij in twintig dagen weer helemaal hersteld was. En kijk, daardoor is deze mens, bij wie je eerder met liefde niets bereikte, helemaal veranderd. Hij werd een der kalmste en bescheidenste mensen, en ik bevorderde hem na een jaar tot onderaanvoerder. Hij is mij nu nog dankbaar voor die voorbeeldige bestraffing, zonder welke hij nooit onderaanvoerder geworden zou zijn. Maar uit liefde zou ik hem nooit zo'n bestraffing hebben kunnen geven, dat kon ik alleen maar uit toorn. Daarom denk ik dat een rechtvaardige toorn voor mensen vaak heilzamer is dan te veelliefde, al is die nog zo zuiver!"
Hoofdstuk 155: Liefdevuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] De aarde is de draagster van tweeërlei soort mensen. De ene en betere soort stamt van oorsprong reeds van boven, de kinderen van God moeten daaronder gerangschikt worden. De andere en oorspronkelijk kwade soort stamt zuiver van deze aarde af. Hun ziel is in zekere zin een combinatie van afzonderlijke levensdeeltjes, die,terwijl ze van satan afgenomen zijn, in de massa van het aardelichaam als materie gevangen worden gehouden. Daaruit evolueren ze door de plantenwereld naar de dierenwereld, en werken zich door de vele niveaus van de dierenwereld tenslotte als een potentiële kracht, bestaande uit talloze oerzieldeeltjes, op tot een ziel van een werelds mens. Speciaal bij ongezegende verwekkingen verenigen zij zich in het lichaam van de vrouw, waarbij zij daarna net als de kinderen van het licht uit de geestelijke sfeer van de hemelen, op deze wereld geboren worden.
Hoofdstuk 169: Over de bezetenheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] THOMAS zegt: "Zeker, en wel voor de grootste die de aarde ooit gedragen heeft, -hoewel dat niet zijn, maar Gods verdienste is! Want God alleen kan de mens tot profeet roepen, zoals Hij dat met Samuël heeft gedaan toen deze nog een kind was, en zoals Hij zelfs de ezel van de valse profeet Bileam tot echte profeet maakte en door de ezel vervolgens ook Bileam zelf. Dat moeten wij goed begrijpen, en ook het getuigenis dat Jezus over zich zelf geeft, namelijk dat hij slechts een mensenzoon is, ondanks dat hij ook de wonderdadige kracht van God, die in bijzonder grote mate in hem is, zo nu en dan met het goddelijke Ik betitelt. Dan kunnen wij hem naar mijn bescheiden mening onmogelijk een ander getuigenis geven dan dat, wat hij altijd zichzelf geeft! Dus is hij een voortreffelijke Godszoon, zoals wij dat ook zijn, maar dan niet in zo hoge graad als hij."
Hoofdstuk 176: Het getuigenis van de leerlingen over Christus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] Daarom is aan ieder mens voor alle zaken een bepaalde maat gegeven, afhankelijk van zijn kracht, natuur en geaardheid. Als hij zich aan die maat houdt, bevindt hij zich in de juiste orde waarin God hem heeft gesteld, en alles wat hem omgeeft is voor hem 'hemel'. Maar wanneer hij, in wat dan ook, deze orde overschrijdt en een wereld op zijn zwakke schouders legt, dan zal deze hem vermorzelen en tot 'hel' worden!
Hoofdstuk 185: De leermethode van de engel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...