Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

494 resultaten - Pagina 3 van 33

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Toen deze controleurs en onderzoekers al in geen velden of wegen meer te bekennen waren, zei de HOOFDMAN: "Heer, die zullen hopelijk zwijgen, want deze drie koorden zouden wel eens sterk genoeg kunnen zijn! Overigens is het de volle waarheid dat ik binnen hoogstens acht dagen hoor wat één van hen ook nog zo heimelijk ergens gezegd heeft, bovendien is hun geloof nog sterker dan mijn ver verspreide boodschappers en hun grote angst is hun tuchtmeester. Ik sta er dan ook voor in, dat geen van hen ook maar een woord van alles wat hij hier heeft beleefd tegen iemand zal zeggen!"
Hoofdstuk 126: De Heer waarschuwt voor de wraak der Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Toen wij bij de bergwand kwamen, waar zich in de uitgeholde spleten slechts zeer nauwe en uiterst steile geulen omhoog slingerden, zei de HOOFDMAN: "Heer, met natuurlijke krachten kan men hier niet omhoogklimmen, want de geulen zijn vreselijk steil en nat en hier en daar dichtgegroeid met allerlei doornstruiken! Als er geen andere wegen naar boven voeren, komen wij met onze natuurlijke krachten in geen tien dagen boven!"
Hoofdstuk 130: Een wonderbaarlijke bergbeklimming. Bij Genezareth op de berg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Wees maar gerust, daarvoor ben Ik toch zelf in deze wereld gekomen! Tot op heden was er gebrek aan goed begaanbare wegen, en de hemelen waren gescheiden van de aarde, maar nu zal een geschikte en solide weg worden aangelegd en de hemelen zullen met de aarde worden verbonden, zodat het voor iedereen gemakkelijk zal worden op de gebaande weg te lopen en daarover de nabije hemelen te bereiken. Maar bij geen mens mag de vrijheid van zijn wil ook maar in het minst beïnvloed worden!
Hoofdstuk 133: De weg tussen hemel en aarde.(19.2.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Een gewone KNECHT zegt: "Heer, wij zien en voelen dat Uw l.eer waar en echt is, maar wij voelen ook dat ze moeilijk te volgen zal Zijn! Het is echt heel lofwaardig en hemels mooi om hen goed te doen, die steeds bezig zijn om ons schade te berokkenen, maar wie kan de vaak maar al te erge kwaadaardigheid van de mensen steeds met hetzelfde geduld tegemoet komen? En het is maar zeer de vraag of men daardoor de kwade wil van de mensen niet nog meer aanwakkert, dan wanneer men hen voor hun slechte daad tuchtigt. Als men dieven en moordenaars voor hun misdaden ook nog zou belonen, dan zouden er weldra nog maar weinig mensen op de aardbode~ rondlopen! Daarom moet men de vijand altijd vastberaden het hoofd bieden en om het huls een bolwerk van dorens aanleggen, zodat de vijand voor altijd de lust vergaat om iemand kwaad te doen. De intentie van de vijand zal zo eerder vriendelijk worden, dan wanneer men hem voor het aan iemand gedane kwaad een weldaad zou bewijzen!" .
Hoofdstuk 159: Het hemelrijk moet bevochten worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Waar maak jij je nu druk over? Naar jou zal beslist geen mens toekomen en de zieken zul je niet beter behoeven te maken. Als je vindt dat het bij Mij te onrustig en te rommelig toegaat, ga dan naar je woonplaats terug en loop met je potten weer de markten af! Zolang je bij Mij wilt blijven, moet je je richten naar Mijn voorschriften, want op Mijn wegen en paden ben Ik alleen Heer! Maar als Ik ooit naar jou toekom en met jou mee zal gaan op jouw wegen en paden, dan zal Ik mij houden aan jouw voorschriften en jou als heer van wat je doet aanvaarden! Ik meen echter dat hier het omgekeerde toch wel het geval is..
Hoofdstuk 171: Het wonder van de genezing op de berg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Toen de bode al in geen velden of wegen meer te bekennen was zei MARCUS: "Ik hoop niet dat de hoge stadhouder mij dit antwoord kwalijk zal nemen!"
Hoofdstuk 183: Cyrenius wordt aangekondigd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] SIMON zegt wat nadenkend: "Ja, je kon ook daarmee wel eens helemaal gelijk hebben, want jij onderkent van ons het diepst en het scherpst de wil van de Heer! Jouw woord zal voor mij in het vervolg zeer zwaar wegen!"
Hoofdstuk 188: De beperktheid van het menselijk begrip. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[16] De tempel was in staat om, op allerlei slinkse wegen, van Rome allerlei privileges te krijgen, die wij respecteren moeten zolang wij de eer en het geluk hebben Romeinen te zijn. Als de zaken er zo voor staan, zullen mij de blanco volmachten weinig of niets helpen! In mijn streek heb ik echter blanco volmacht genoeg! -Maar toch kan ik er altijd nog wel een paar gebruiken.
Hoofdstuk 192: Over de tempelschatting. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Of de zelfstandigheid voorlopig echter iets zaligs of iets onzaligs is, dat is dan uit het oogpunt van de Schepper niet belangrijk, want voor ieder wezen is een deur opengelaten om op de uitgestippelde wegen de zaligheid te bereiken. Wil het -dan is dat goed voor het wezen, wil het echter niet -ook goed! Want niemand anders heeft daaraan schuld dan alleen het wezen zelf. Het behoudt eeuwig zijn zelfstandigheid. Zalig of niet, is dan niet belangrijk, want in de grond van de zaak moet het als schepsel toch voldoen aan de totale orde van de Schepper .
Hoofdstuk 227: De val der geesten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[8] En nu, na die lange voorbereiding, ben Ik Zelf eindelijk gekomen en toon de mensen duidelijk de wegen, die zij moeten gaan door hun eigen innerlijke kracht, die tot op heden al die tijd de best mogelijke vorming voor het pro en contra heeft gehad. Met Mijn aanwezigheid wordt de mens pas de grootste vrijheid van handelen gegeven om zijn leven te voltooien en daarbij krijgt hij een nieuwe wet der liefde, waarin met goddelijke volkomenheid alle andere wetten en alle wijsheid uit God inbegrepen zijn.
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] En toch moeten er middelen en wegen zijn, waardoor de mens zichzelf beter moet leren kennen; want als de mens van zichzelf niet kan ontdekken wat hij is en waarvoor hij er is, en wat hij volgens zijn geaardheid en bestemming te doen heeft om het doel te bereiken waarvoor hij door de Schepper bestemd is, dan heeft hij niets aan alle lessen en alle wetten! Zoals men aan talloos vele mensen maar al te duidelijk ziet, zal zijn ziel zich steeds meer in haar omhulsel terugtrekken door de helaas pijnlijk voelbare menigvuldige behoeften van het lichaam; want de honger knaagt, de dorst brandt, de koude doet ook pijn, en dan biedt een goed lichamelijk verzorgd zijn het lichaam niet alleen het noodzakelijke, maar zelfs een waar luxueus genot!
Hoofdstuk 211: Moet de mens lichamelijk eerst goed verzorgd zijn? - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] leder zal een waarschuwende stem in zijn hart krijgen, die hem aan zal geven wat goed en alleen juist is. Wie deze stem zal horen en daarnaar zal handelen, zal het grotere licht bereiken en dat zal alle wegen van de goddelijke orde voor hem verlichten."
Hoofdstuk 230: Gods lessen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] En toch was er aan het einde van die eindeloos lange vormingsperiode van de oergeesten nog een overgroot aantal van een dusdanige aard, dat, ofschoon het de juiste vormingswegen van God wel begreep, uiteindelijk van een vrij volgen van deze wegen toch niets wilde weten. Deze geesten weken liever af van de geboden en goed aangegeven, geordende wegen van God terwille van het vlugger verkregen, maar kort durende voordeel, en betraden de weg van hun persoonlijk verderf.
Hoofdstuk 231: De ontrouw van Lucifer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] God geeft geen engel en geen mens, die eigenlijk ook een aankomende engel is, méér dan een volmaakt eigenleven en tijdens dat leven de gaven om dit leven zelfstandig in alles zo dicht mogelijk bij Gods evenbeeld te brengen. Maar als een pasgeschapen engel of een mens de juiste wegen kent om geheel aan God gelijk te worden en ze toch niet wil volgen moet hij per slot van rekening. zijn hand in eigen boezem steken als hij steeds in de dodelijk zwakke, met op God gelijkende, staat blijft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] En zie, dat alles kunnen ook jullie bereiken als je de wegen zult volgen die jullie getoond worden! Wie van jullie die niet wil volgen, zal het welbeschouwd aan zichzelf te wijten hebben als hij gedurende ondenkbaar lange tijden in zijn dodelijk zwakke, niet op God gelijkende staat, blijft.
Hoofdstuk 3: Over de bestemming en ontwikkeling van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...