Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

37 resultaten - Pagina 3 van 3

1 - 2 - 3
[7] Wat je echter zegt over een ander, hier bruikbaar kapitaal, vraag ik je als je steeds trouwe liefhebbende echtgenote, al jouw simpele gedachten wat dit betreft toch van je af te zetten; want er zijn reeds zes jaar verstreken waarin ik in grote angst en zorg door deze duistere en eenzame woestenij ronddwaal, terwijl het enige wat ik hier door verschrikkelijke hongersnood gedreven aan eetbaars kon vinden, een soort mos is. Af en toe is er hier en daar ook een soort heel dor gras te vinden waarmee men tenslotte zijn maag kan vullen. Zou je niet toevallig vanaf de aarde met nog wat schemerlicht juist op deze plek zijn aangekomen, dan zouden we elkaar in alle eeuwigheid moeilijk ooit hebben kunnen treffen.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Hoeveel moois en nuttigs heeft de mens niet ontdekt om zijn leven comfortabeler en plezieriger te maken! Is het verkeerd als hij op een verstandige manier zijn Schepper eer betuigt? Zonder het menselijk verstand zou de aarde er immers ongecultiveerd uitzien als een echte woestenij waar alles, zoals kruiden, rapen en brandnetels in chaotische wanorde door elkaar zou groeien.
Hoofdstuk 81: Wat is hoererij? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Enkele kolonisten hebben na heel wat omzwervingen eindelijk ergens op aarde een plekje gevonden: een mooie en vruchtbare streek midden in een grote woestenij. Hun eerste zorg is een doelmatig huis te bouwen. Er is daar hout in overvloed en ook is er een goede soort bouwstenen voorhanden. Er wordt al gauw een plan gemaakt en meteen wordt het werk ter hand genomen. Al spoedig staat er een hut die heel geschikt is om onze nieuwe kolonisten tegen hitte en kou, en ook tegen de vele wilde dieren te beschermen.
Hoofdstuk 85: Kritiek van de Heer op Helena's voorstellen. De aarde kan onmogelijk een paradijs zijn zolang ze oord ter beproeving is. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Jullie vragen: waarom dan in zo'n eenzame woestenij en bovendien nog in zo'n moerassige, vochtige uithoek? Beste vrienden, met zulke moeizaam uit de hel geredde geesten kan men in het begin onmogelijk anders handelen, omdat zulke mensen toch altijd iets van die hel in zich hebben opgenomen, dat overeenkomt met het vuur uit die hel. Dat uit zich steeds min of meer door een noodgedwongen zelfzuchtige begerigheid, want het is zoals bekend, eigen aan elke noodsituatie, dat ze de zelfzucht in zekere mate als permanente begeleidster heeft. Wie zich in gevaar bevindt, vergeet gewoonlijk alles en is enkel op eigen redding bedacht. De arme bedelt alleen voor zichzelf en de zieke zoekt slechts voor zichzelf een geneesmiddel. Wie in het water valt probeert zich te redden en wie de vlammen reeds boven zijn hoofd ziet uitkomen, denkt gewoonlijk alleen aan zichzelf en probeert aan het verwoestende element te ontkomen. Pas wanneer hijzelf in veiligheid is denkt hij aan de anderen die hetzelfde lot met hem deelden.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Maar nu komt er weer een nieuw dier bij. Het is een reusachtig grote arend. Deze stort zich op dit uit vier dieren bestaande kluwen, pakt het met zijn enorm sterke klauwen op, spreidt zijn grote vleugels uit en tilt het hele kluwen de hoogte in. De slang, wier gekronkeld lijf grotendeels door de machtige klauwen van de reuzenarend is doorstoken, wil zich nu losmaken. Maar de ringen worden door de klauwen van de arend zo stevig bij elkaar gehouden, dat al haar moeite vruchteloos lijkt. De eerste drie dieren steunen nu naar vermogen de slang, maar de klauwen van de arend zijn te krachtig en wijken geen haarbreed. De machtige arend verheft zich steeds hoger met zijn buit. Meer op de achtergrond zie ik een soort woestenij aan een rivier en daar stuurt de arend met zijn prooi op af. Nu gaat hij in de woestenij zitten en maakt aanstalten om aan zijn maaltijd te beginnen.
Hoofdstuk 92: De strijd van de zes dieren. Uitwerking op de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zo komen zulke mensen in de wereld dan moeilijk of vaak ook helemaal niet tot datgene waartoe ze geroepen zijn, maar juist tot datgene waartoe ze niet hadden moeten komen: tot eigenliefde, zelfzucht, heerszucht, hebzucht, gierigheid, nijd, vraatzucht, zwelgpartijen, wellust, ontucht en hoererij! Deze zaken verteren het leven echter in plaats van het te verrijken. Daardoor komt het dan ook, dat het velen na het afleggen van hun aardse lichaam vergaat, zoals het jou en jouw schare verging. Zij moeten dan in deze wereld geheel ontdaan worden van al datgene wat hun ruwe zinnen te veel heeft beziggehouden en moeten heel ongelukkig worden, opdat hun leven in zulk een geestelijke eenzaamheid en woestenij tot zichzelf kan komen. Heeft het zichzelf hervonden, zoals dat van jullie nu, dan komt ook de hulp die nodig is, maar wel zo dat ze niet opgedrongen, maar zuiver door de behoeftige mens zelf verlangd wordt.
Hoofdstuk 130: De menigte voor de Heer. Generaal Theowalds levensweg naar God. Wat tijdens het aardse leven een mysterie was, wordt opgehelderd in het hiernamaals. Jezus' woorden over licht en leven - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] 'Zie ik het goed, of is het gezichtsbedrog? Een collega, een medewerker in de wijngaard van de Heer? Wat een grote vreugde om na miljoenen jaren eindelijk weer eens een mens en dan nog wel een collega in deze grote woestenij te ontmoeten!
Hoofdstuk 3: Bisschop Martinus in gezelschap van een schijnbare collega – De goede voorstellen van de gids - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
1 - 2 - 3