Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3666 resultaten - Pagina 3 van 245

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[3] Als dat zo is -wat heel waarschijnlijk lijkt - zal men ook woord voor woord precies weten wat wij besproken hebben over de bedachtzaamheid die wij in acht zullen nemen, en dan zal die voorzichtigheid weinig baten! Want als de mensen in het herenhuis op een of andere tovertafel direct onze wens naar brood en wijn hebben waargenomen, dan zullen ze ons eerste overleg even goed en precies hebben gehoord en ook heel goed begrepen, ook al zouden we dat in het oud-Egyptisch hebben gehouden.
Hoofdstuk 202: Het gesprek tussen de commandant en de overste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Kijk, mensen die men morgen voor een strenge rechtbank willeiden, trakteert men bij de harde Romeinen nooit op zulk brood en dergelijke wijn, maar op heel armzalig brood en slecht water, op boeien en donkere kerkers en nog andere huiveringwekkende dingen; want tegenover misdadigers kennen de Romeinen nooit ook maar het minste vonkje menselijkheid. Laten we nu dus ook geen woord meer spreken over wat wij voor geen geld ter wereld meer kunnen veranderen.
Hoofdstuk 203: De wens van de commandant en de vervulling daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Terwijl wij nog zo aan tafel bij elkaar zaten en brood en wijn tot ons namen, zei Barnabas, die een Farizeeër was, zoals jullie weten: 'Heer en Meester, als U mij ook als waardig zou beschouwen om Uw leer onder de mensen te verbreiden, zou ik niet één woord van Uw leer weglaten en er ook niet één aan toevoegen!'
Hoofdstuk 189: De moeilijkheid van het ambt van leraar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Bijna met tranen in zijn ogen zei de waard tegen Mij: 'Heer en Meester, ik heb het weliswaar reeds duidelijk in mijn hart gevoeld dat U en die Galileeër, die de Farizeeën die nu in mijn huis zijn, willen gaan vervolgen, een en dezelfde persoon zijn. Maar wat mijn hart daarbij vermoedde is voor mij nu ook volkomen zeker geworden, namelijk dat U niemand anders bent dan de gepersonifieerde hoogste Godheid Zelf; want dergelijke wonderen doen en in duidelijke bewoordingen uitleggen hoe de huishouding van de natuur in elkaar zit, kan alleen iemand die daar volledig in is doorgedrongen en in zichzelf een allergrootste heerser daarover is geworden. Wie uit het niets brood en uit water wijn kan scheppen, kan ook de hemel en alle sterren daarvan met één woord tevoorschijn roepen, zoals Mozes dat voor de Joden van zijn tijd heeft beschreven. Ik dank U dus van ganser harte, Heer van hemel en aarde, dat u mij waardig bevonden hebt om mij en mijn huis te bezoeken dat U altijd ijverig heeft gezocht, en nu ook in alle volheid heeft gevonden.'
Hoofdstuk 4: De Farizeeën bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[22] Door al die gesprekken was het al laat geworden, en nu nam Ik nogmaals het brood, waarvan Ik de eerste stukken had toebereid, en zei tegen de elf: 'Laat ieder nog een stukje nemen, dat Ik hier klaarmaak. Het is Mijn lichaam, het vleesgeworden Woord, dat in jullie levend moet worden. Neem ook deze beker, drink allen daaruit; het is Mijn bloed, dat voor jullie vergoten zal worden ter vergeving van jullie zonden. Wie niet Mijn vlees eet en Mijn bloed drinkt, zal nimmer zalig worden. Jullie weten nu hoe jullie dat moeten begrijpen en zullen Je met meer aan zulke woorden ergeren. * (* Zie hiervoor o.a. deel 9, hfdst. 73:2, Wie in Mijn woord het brood der hemelen eet en door te leven naar Mijn woord, dus door de werken van de ware, geheelonbaatzuchtige liefde tot God en zijn naaste de wijn van het leven drinkt, die eet ook Mijn vlees en drinkt Mijn bloed. Want zoals het natuurlijke brood dat de mens eet in de mens tot vlees wordt en de gedronken wijn tot zijn bloed wordt omgevormd, zo wordt in de ziel van de mens ook Mijn woord brood tot vlees en de wijn van de werken van liefde tot bloed.) Eet en drink, en doe het, steeds als jullie dat doen, ter gedachtenis aan Mij .Waar er twee dit ter gedachtenis aan Mij zullen doen en in Mijn naam bijeen zijn, daar ben Ik ook onder hen'
Hoofdstuk 71: Het paaslam. De voetwassing. Judas verraadt de Heer. Het avondmaal van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[40] De discipelen, die ontsteld waren over deze uitspraak, waarvan ze de betekenis niet begrepen, bestormden Mij met vragen wat Ik daarmee bedoelde en wie Mij zou kun­nen verraden. Ik weigerde echter elk antwoord en begon het stuk brood te verdelen, waarbij Ik iedereen naar de aard van zijn karakter nog een vermanend woord gaf.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[49] Het was echter door al dat spreken reeds laat geworden, en Ik nam nu nogmaals het brood, waarvan Ik de eerste stukken had toebereid en sprak tot de elf aanwezigen: "Neemt allen nog een stuk dat Ik hier heb toebereid! Het is Mijn lichaam, het vlees geworden Woord dat in jullie levend moet worden. Neemt ook deze kelk! Drinkt allen daaruit! Het is Mijn bloed dat voor jullie ter vergeving van jullie zonden zal worden vergoten. - Wie niet Mijn lichaam eet en Mijn bloed drinkt, zal nimmer zalig worden. Jullie weten nu echter hoe dit begrepen moet worden en jullie zullen je niet meer aan zulke woorden stoten. Eet, drinkt en zo vaak je dit doet, doe dit tot Mijn gedachtenis! Waar ook maar twee dit tot Mijn gedachtenis zullen doen en in Mijn Naam bijeengekomen zijn, daar zal Ik ook onder hen zijn!"
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[78] De Heer zegt: "Natuurlijk! - Want brood en lichaam zijn hier een en hetzelfde. En wie in Mijn Woord het brood van de hemel eet en overeenkomstig het Woord handelt, dus door de werken van de ware, onbaatzuchtige liefde tot God en tot de naaste, de wijn des levens drinkt, eet ook Mijn lichaam en drinkt Mijn bloed. Want zoals het door de men­sen genuttigde natuurlijke brood in de mens tot vlees en de wijn die wordt gedronken tot bloed wordt omgevormd, zo worden in de ziel van de mens ook Mijn Woordbrood in het lichaam en de wijn van de liefdedaad in het bloed van de ziel getransformeerd.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[79] Als Ik echter zeg: 'wie van Mijn lichaam eet', dan wordt hiermee bedoeld dat de mens Mijn Woord niet alleen in zijn geheugen en in zijn verstand maar tevens in zijn hart, dat immers de maag van de ziel is, moet opnemen. Evenzo ook de wijn van de liefdedaad, die hierdoor geen wijn, maar het ware bloed van het leven wordt. Want het geheugen en het verstand van de mens verhouden zich tot het hart bijna net zo als de mond zich tot de fysieke maag verhoudt. Zo­lang het natuurlijk brood zich nog onder de tanden in de mond bevindt, is het nog geen lichaam, maar brood. Als het echter fijngekauwd in de maag komt en daar met sap­pen wordt vermengd, is het gemeten naar zijn fijne voe­dingsdelen reeds vlees, omdat het dan soortgelijk is aan het lichaam. En met de wijn is het net zo. Zolang je de wijn in de mond houdt, gaat deze niet in het bloed over; maar in de maag zal hij al heel gauw daarin overgaan.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[80] Wie dienovereenkomstig Mijn Woord hoort en het in zijn herinnering bewaart, houdt het brood in de mond van de ziel. - Als hij daar met zijn hersenen verstandelijk ernstig over begint na te denken, dan kauwt hij het brood met de tanden van de ziel, want de verstandelijke hersenen zijn voor de ziel, wat de tanden in de mond voor de fysieke mens zijn. - Is Mijn brood, dus Mijn leer, door de hersenen fijngekauwd en als absolute waarheid begrepen en aan­genomen, dan moet het ook door de liefde als waarheid in het hart worden opgenomen en door een standvastige wil in de daad worden omgezet. Gebeurt dit, dan wordt het woord tot lichaam, en door de daadkrachtige wil tot bloed van de ziel, zijnde Mijn Geest in haar, omgevormd.
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[145] Mijn geliefde kinderen! Toen Ik destijds na Mijn opstan­ding op deze aarde bij jullie kwam, vroeg Ik, omdat jullie hongerig waren en niet veel te eten hadden: "Kinderen, hebben jullie niets te eten?" - Toen lieten jullie Mij wat brood en enkele vissen zien. Ik sprak voor jullie de zegen uit over de vissen en het brood, ging mee aan tafel en at met jullie. Nu vraag Ik jullie niet meer of je wel of niet te eten hebt, want uit Mijn oneindige schat en voorraad heb­ben jullie in overvloedige mate voor altijd genoeg. Maar is daarom dit woord dat Ik op aarde heb gesproken hier niet van toepassing?
Hoofdstuk 1: Het Avondmaal: De Heer bij de Sabbatmaaltijd van de oervaderen; Brood en wijn; Mijn lichaam en bloed; Uiterlijke aanbidding; Een waarachtige liefdes - en gedachtenismaaltijd; Schuldbekentenis; Vergeving der zonden; Woorden van de Heer; Vermaning tot eensgezindheid. De Vader tot de Zijnen bij het liefdemaal in de hemelen. De gelijkenis van de Heer over het koninklijke bruiloftsmaal. - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[3] Want zie, niet alleen van het aardse brood leeft de mens, maar veeleer van het woord van God!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Dus leeft de mens niet alleen van brood en alle andere wereldse kost, maar hij leeft veeleer van ieder woord dat uit Gods mond komt!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] In plaats van het levende brood, dat het waarachtige levende woord van God is, geven jullie hun gloeiende stenen te verteren opdat zij allen, evenals jullie, vervuld worden van wraak, toorn, woede, oordeel en verdoeming tegenover al degenen die de Vader Zelf heeft willen opvoeden en onderrichten. Ja, jullie maken er geen gewetenszaak van om jullie heers- en gewinzuchtige onderdrukking van het volk te versterken, het woord Gods zoveel mogelijk uit de gemeente te weren en een eventuele bezitter ervan zelfs als ketter te vervloeken en te verdoemen. In plaats van met het woord Gods, voeden jullie het volk met jullie egoïsme en heerszucht, en jullie devies is ieder sprankje beter licht ver van het volk te houden, terwijl Christus de Heer toch uitdrukkelijk heeft gezegd: `Wees volmaakt zoals uw Vader in de hemel volmaakt is!'
Hoofdstuk 69: De augustijner monnik in beraad - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] De Heer heeft Zijn woord echter vergeleken met parels die men niet voor de zwijnen moet werpen. Daarom ben ik dan ook van mening dat er uit zo'n varkenstrog niet veel levend brood te halen valt. Jullie zullen dus ook gemakkelijk inzien dat deze `tafel van Abraham', zoals we die in het begin hebben gezien, nog veel te goed is om al het schandelijke van zo menige tafel des Heren in jullie kerken te laten zien. De reden daarvan is, dat deze lekenbroeders zich innerlijk noodgedwongen bij deze aardse tafel des Heren wat heters voorstelden dan hij op zich werkelijk was. Ze hadden er immers geen flauw idee van dat 'de tafel van Abraham, Isaäk en Jacob' niets anders voorstelt dan de zuiverste liefde voor de Heer en alle daaruit voortkomende nuttige werkzaamheden die betrekking hebben op het geestelijk welzijn van onze broeders. Zoals dus de tafel is, zo is ook de hemel, want de echte is niet voor geld te koop, terwijl jullie kerk hem toch voortdurend voor een vastgestelde prijs verkoopt. Daarmee is deze rommelhemel dan ook helemaal in overeenstemming, en moet hij er dus ook uitzien als het middel waardoor men hem in bezit heeft genomen.
Hoofdstuk 78: Tweede akte van de komedie in de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...