Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

108 resultaten - Pagina 3 van 8

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8
[14] 'O Abedam, U bent heilig, goed en vol liefde, genade en erbarmen; maar wee degene die zijn voet maar een haarbreed over de grens van Uw wil zou willen zetten, - want dan is hij ook rijp voor de dood, omdat er bij U geen middenweg bestaat, maar slechts twee uiterste polen, namelijk de pool van het leven en die van de dood.
Hoofdstuk 41: Het gezegende maal. De eerzuchtige eigenliefde van Adam door de Heer gelaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Wanneer je tot nu toe slechts twee polen aan Mij ontdekt hebt, dan is dat alleen jouw schuld; vraag maar aan deze pas aangekomenen, - zij zullen je over de derde, de middelste pool, grote wonderen vertellen! Amen.'
Hoofdstuk 41: Het gezegende maal. De eerzuchtige eigenliefde van Adam door de Heer gelaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Mijn leven kan dus alleen maar een deeltje van het eeuwige oneindige leven van God Zelf zijn, anders zou het geen leven zijn; maar aangezien het zo'n deeltje is, is het als zodanig ook gelijk aan datgene waarvan het deel uitmaakt, dus eeuwig, voor- en achterwaarts in de tijd bezien. Want ik kan mij niet voorstellen dat er in de volheid van Uw leven oudere en jongere levensdelen bestaan.
Hoofdstuk 69: Het leven van het schepsel als deel van Gods leven. De mens als gefixeerde gedachte van God. Het mysterie van de menselijke vrijheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[35] En zie, je moet nog dieper schouwen, hoe en waarom Ik alles zo geregeld heb! Zie, de maan heeft vlekken en vele donkere plekken en de aarde heeft koude, maar vaste polen en heeft hoge bergen en heeft diepe dalen en heeft bronnen, beken, rivieren, stromen, zeeën en kleine en grote meren; en de zon heeft vlekken, grote en kleine. Nu zie, dit alles zijn uitwerkingen van de liefde en van de genade, ofwel van de daarmee overeenkomende warmte en van het licht, hetgeen allemaal de eeuwige Liefde is en de macht van de Godheid door Haar. Kijk daarom naar de zwakken en naar de maan, hoe zij op elkaar lijken en haar wezen wordt je verklaard; overdenk al het doen en laten van de sterken en voor je ogen zal de aarde ontsluierd liggen; en van de ene pool tot aan de andere moet de onbeweeglijke rust van de geest in de liefde tot de liefde aanwezig zijn, zodat alles wat de geest omringt in een vaste ordening kan bewegen en daardoor voor het gemeenschappelijke doel van de eeuwige instandhouding bezig kan zijn. Want zie, alles hangt van rust af; zonder deze kan niets bereikt worden en wie niet is als de polen van de aarde, die dringt niet door tot in zijn binnenste, zoals de verbindingslijn tussen de polen het middelpunt van de aarde doorsnijdt. En je liefde moet koud zijn als het ijs op de polen, zodat je in staat bent alle warmte van de goddelijke liefde op te nemen. Want zie, wat warm is, is niet geschikt voor het opnemen van warmte; maar wat koud is in zijn rust, dat is in staat warmte in overvloed op te nemen en het uit te laten stromen in alle delen van het leven. Want zie, wie de warmte, die Gods liefde is, in zich opneemt en die in zich vasthoudt en haar niet verder laat stromen, is een vrek en zijn binnenste zal opgelost worden en hij zal zichzelf vernietigen als het ijs bij het vuur; wie haar echter ontvangt zoals de polen en haar meteen weer doorgeeft aan allen die dichtbij en veraf zijn, bij hem is de goddelijke liefde op de juiste plaats en hij beantwoordt aan de wil van de grote en heilige Gever.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Het zij echter verre van mij, dat ik de zon daarover zou willen berispen, maar ik zeg dat zij een eerste lerares moet zijn en ons zeggen: 'O jullie zwakke mensen, waarom kijk je mij, flauw schijnende licht brengster voor de aarde, zo verbaasd aan? Hetgeen op mijn oppervlak je ogen verblindt, hoe gering is dat ten opzichte van hetgeen je in je borst bergt! Was mij zo veel gegeven als aan de geringste onder jullie, waarlijk, mijn licht zou met onverzwakte kracht tot dichtbij de verre pool van de oneindigheid doordringen; maar daar, waar mijn stralen niet meer aanwezig zijn, breidt je geestesoog zijn stralen nog met volle kracht uit en ontvangt daarvoor wederom nieuwere en nog krachtigere uit de eeuwige morgen van de liefde in God!'
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Ik werd niet hierheen ontboden om mijn licht te laten schijnen, neen, slechts om verlicht te worden werd ik door de schitterende Abel hier bij je gebracht! Laat mij daarom nu jullie woorden vol licht en vol leven horen; het is nog lang geen tijd voor mij om te spreken! O wie zou er ook nog woorden kunnen vinden die heiliger zouden klinken dan die vol kracht en vol leven van boven van de tong van Henoch vloeien, waarvan één woord belangrijker is dan de zware last van de aarde van pool tot pool! Want waar het gesproken woord zich niet alleen maar als een welluidende klank rijkelijk laat horen, maar ook met goed gevolg en zegenend het leven overvloedig uit de dodelijke verborgen diepten in de mensen vrijmaakt, - O luister naar mij, arme: een dergelijk woord is toch belangrijker en groter dan alles wat het oog mogelijk vermag te zien en te waarderen naar de materiële betekenis ervan!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Wie Mij eren zal met zijn hand, diens hand zal gezegend zijn voor ieder werk; wie Mij eren zal met zijn voeten, zal op de wegen die hij gaat geen stenen vinden; wie Mij eren zal met zijn lichaam, die zal ook een gezegend lichaam hebben, en geen pijn zal ooit een vezel van zijn vlees beroeren; wie Mij eren zal met zijn mond, diens mond zal gezegend zijn, opdat alle volkeren hem zullen loven; wie Mij eren zal met zijn ogen, zal de dood nooit zien; wie Mij eren zal met zijn oren, tot diens oor zal nooit een kwade stem doordringen, maar harmonische klanken zullen het bekoren; wie Mij eren zal met zijn hele hoofd en met de kracht daarvan, die zal Ik zegenen met grote wijsheid; maar wie Mij in zijn hart eert als de enige goede Vader, die is het die Mij eert met zijn gehele leven, omdat hij Mij eert met zijn liefde, die zijn gehele leven uitmaakt; en wie Mij eert met zijn gehele leven, die zal ook geheel gezegend zijn met het eeuwige leven vanuit Mij, de heilige, liefdevolle, goede Vader!
Hoofdstuk 169: De liefde als de ware godsdienst en als het ware offer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar wanneer dat in één jaar tijd ter vermindering van zoveel water voldoende zou zijn, dan zou de wereldzee allang tot op de laatste druppel van de aarde zijn verdwenen omdat het immers niet een tienduizendste deel uitmaakt van de hoeveelheid water die er nodig is om de hele aarde een waterhoogte van bijna vierduizend vadem te verschaffen!
Hoofdstuk 358: Nadere bijzonderheden over de grote vloed. Aanwijzingen om de desbetreffende bijbelteksten te begrijpen. De vloed was plaatselijk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Ik denk, dat dit nu wel voldoende zal zijn om iedereen goed duidelijk te maken, wanneer de hel en wanneer de hemel bij hem de overheersende pool wordt. Daarom zal wel niemand het nog nodig vinden om voor de dag te komen met de belachelijke vraag: wie komt er in de hel, wie in de hemel en hoe en wanneer komt men daarin? Niemand komt in de hel noch in de hemel, want iedereen draagt beide in zich.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Wie zichzelf bij deze hoogst gevoelige kwestie zo kan verloochenen, zal zichzelf bij andere, minder gevoelige kwesties des te gemakkelijker verloochenen. Wie daarbij echter jaloers wordt en dadelijk de banden met zijn geliefde verbreekt, haar in zijn hart met verachting, wrok en woede verwenst en zijn rivaal evenzo bejegent, die handelt reeds vanuit de hel, die bij hem duidelijk de overheersende pool is.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar wanneer het gemoed zegt: er is niets, noch het een noch het ander, dat ik als mijn eigendom mag beschouwen; alles is van Hem en ik ben het geringste niet waard, en als ik al iets heb of zou hebben, zal het niet van mij, maar van mijn broeders zijn. Als dat het innerlijke antwoord van het gemoed is, dan is de hemel de overheersende pool.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Hoe gemakkelijk zijn zij van elkaar te onderscheiden, ja gemakkelijker dan de nacht van de dag. Wie bij zichzelf duidelijk wil ervaren of hij tot de hel of tot de hemel behoort, moet zijn gemoed zorgvuldig ondervragen. Zegt dit vanuit zijn wezenlijke neiging en liefde voortdurend: dit is van mij en dat is ook van mij, en dit wil ik hebben en dat wil ik ook nog, deze vis is van mij en die andere wil ik ook nog vangen, geef mij alles, want ik zou graag alles willen hebben, ja ik moet alles hebben, - dan is, waar het gemoed zich zo laat horen, de hel nog de overheersende pool.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie staan op een stralende wolk. Met verbaasde ogen zien jullie een enorm aantal bovenaardse werelden in eindeloos grote cirkels voorbijtrekken. Jullie zien ze overal omgeven door de meest grootse wonderwerken, die op elk van die werelden ontelbaar zijn. Elk van deze werelden lijkt eindeloos groot te zijn en toch kunnen jullie ze met één blik van pool tot pool overzien. Talloze scharen gelukkige wezens zien jullie op deze voorbijtrekkende werelden, af en toe jubelend, rondwandelen. Elke nieuwe wereld die jullie nadert, is weer met andere onbeschrijflijke wonderen bezaaid. Maar jullie zeggen: als ze maar niet zo vlug voorbij zouden trekken, deze grote allerprachtigste woonplaatsen voor talloze scharen van zalige geesten! O wacht maar, ook dit kunnen we meteen verhelpen. Kijk, daar gaat juist een buitengewoon grote stralende, op een hoofdmiddencentraalzon lijkende wereld. We zullen haar tegenhouden zodat jullie haar nader kunnen bekijken. Daar is ze al.
Hoofdstuk 8: De sfeer van de derde geest. Een beeld van de oneindigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Luister, nu zegt het hele gezelschap: o grote lieve vriend van de Heer, al bezaten we hier duizend van zulke paleizen, dan zouden we deze toch verlaten als we dicht bij de woning van onze grote heilige Vader mogen zijn als de slechts allerlaatste en allergeringste dienaren! Alle voorwaarden die je ons hebt gesteld, zijn toch te groot en te verheven voor ons. Als we maar waardig worden bevonden de broodkruimels van de tafel van de Heer te mogen ontvangen, dan zouden we daardoor reeds onuitsprekelijk gelukkiger zijn dan hier, omdat we bij al deze grote pracht precies datgene moeten ontberen wat enkel en alleen voor alle engelen de allerhoogste zaligheid uitmaakt, namelijk het aanschouwen van de Heer, die vooral een voortreffelijke, heilige Vader is voor hen die bij Hem in de morgen wonen.
Hoofdstuk 45: De overeenstemmende betekenis van eten en drinken van de hemelse geesten. Het hemelse huwelijk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Als bijvoorbeeld iemand een meisje heeft uitverkoren waarop ook een ander zijn oog heeft laten vallen, en de eerste wordt, als de tweede ook geaccepteerd wordt, meteen vreselijk jaloers, dan is bij hem de hel reeds de overheersende pool. Maar zegt de eerste: lief meisje, alleen jij bent de baas over jouw eigen hart. Ik heb je waarachtig lief en daarom verlang ik geen offer van jou; wel ben ik bereid om voor jouw bestwil elk offer te brengen; daarom ben je, wat mij betreft, volkomen vrij. Doe derhalve wat je wilt en zoals het jou goeddunkt; mijn oprechte genegenheid en vriendschap zul je daardoor nooit verliezen. Want zou ik je dwingen, mij jouw hand te geven, dan zou ik alleen mijzelf in jou liefhebben en jou tot slavin maken. Ik heb echter niet mezelf lief in jou, maar alleen jou in mijzelf. Daarom heb je, wat mij betreft, ook de volle vrijheid om alles uit te kiezen, wat jou voor jouw geluk het meest geschikt lijkt.
Hoofdstuk 118: Hemelse en helse principes - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8