Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1268 resultaten - Pagina 3 van 85

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[19] De burger zegt: 'Zijn die hier meelopende witgeklede jongetjes soms jullie engelen? Ha, ha, ha! Nou als dat jullie beschermers zijn, behoeven we alleen maar een paar dozijn uitbranders uit te delen en dan liggen jullie samen met je witte beschermjongetjes buiten de muren van de stad!'
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het hoofd weet niet, wat hij zijn meester daarop zal antwoorden en de hele grote schaar dienaren van de kasteelheer is tot zijn zichtbare ergernis zeer verlegen en onder de indruk; niemand weet hoe te handelen of te helpen.
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik zeg: 'Om je niet te lang in het ongewisse te laten zeg Ik je dat het engelen van God zijn, als je dat gelooft. Wil je het echter niet geloven, houd ze dan maar voor wat je wilt, als je maar niet denkt, dat het duivels of dienaars van de duivel zijn!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik zeg: 'Ik kan voorlopig met Mijn vrienden aan je goede wens met voldoen, want Ik heb in deze wereld nog veel te doen; maar twee van die jongemannen, die je zelf kunt uitkiezen, wil Ik wel bij je laten! Pas echter op dat jij en ook niemand van je familie toegeeft aan de een of andere zonde, want dan zouden ze verschrikkelijke tuchtmeesters voor je worden en weldra je huis verlaten! Want weet, dat deze jongemannen engelen van God zijn en altijd Diens aangezicht kunnen zien!' .
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Jaïruth zegt: 'Nee, die jongemannen, ik bedoel deze echte engelen van God, zien er toch zo vriendelijk en aardig uit! Mij dunkt dat het onmogelijk is om in hun tegenwoordigheid een zonde te begaan. Daarom Iaat gebeuren wat gebeure, ik houd er in ieder geval twee!'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Alles wat Ik u hier laat zien, doe Ik echter niet door Mijn eigen kracht, maar door de kracht van Hem, Die Mij dat vóór het bestaan der wereld geleerd heeft. En Deze is het, Die u de Vader noemt, -hoewel u Hem niet kent en ook nog nooit herkend hebt! Hij, van Wie u zegt, dat Hij uw Vader is, Die is het, van Wie alle dingen zijn, zoals: engelen, zon, maan en sterren en deze aarde met alles wat daarin en daarop is!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De twee jongemannen zeggen echter: 'De wil van de Heer is ons bestaan en leven. Als die daadwerkelijk in alles wordt gevolgd, zijn wij de actiefste helpers en hebben daarvoor kracht en sterkte in overvloed, want onze macht reikt tot buiten de zichtbare schepping; voor ons is de aarde een zandkorrel en de zon een erwt in de hand van een reus, en alle wateren der aarde zijn niet in staat één haar van ons hoofd te bevochtigen, en het leger der sterren beeft voor de adem van onze mond. Maar wij hebben de kracht niet gekregen om ons daarop te beroemen tegenover de grote zwakheid van de mensen, maar om hen geheel volgens de wil des Heren te dienen. Daarom kunnen en willen wij jou ook geheel volgens de wil des Heren dienen zolang je deze in al je daden zult erkennen, aannemen en respecteren. Verlaat je echter de wil des Heren, dan verlaat je ook ons, omdat wij niets meer of minder zijn dan de gepersonifieerde wil van de Heer. Wie ons verlaat, die verlaten wij ook. Dit zeggen wij je in het bijzijn van de Heer, Wiens aangezicht wij altijd zien en aan Wiens zachte wenken, die ons onweerstaanbaar tot een nieuwe daad roepen, wij altijd gehoor geven.'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Vanaf nu gerekend tot aan die tijd zullen er duizend en niet. Nog eens duizend jaar voorbijgaan! Dan zal Ik dezelfde engelen, die Je nu hier ziet, met grote bazuinen tussen de arme mensen sturen! Deze zullen de geestelijk dode mensen als het ware uit de graven van hun nacht opwekken; en als een vuurzuil, die van het ene einde der wereld naar het andere rolt, zo zullen deze vele millioenen ontwaakte mensen zich over alle wereldmachten heen storten, en niemand zal hen kunnen weerstaan!
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Het spreekt vanzelf, dat men de dieven, rovers en moordenaars moet pakken en opsluiten; want zij zijn net als de wilde verscheurende beesten, die als spiegelbeelden van de hel in holen van de aarde leven en dag en nacht op de loer liggen om te roven. Het is zelfs een plicht van de engelen in de hemel om daarop een rechtvaardige jacht te maken; maar niemand mag ze vernietigen, men moet ze in de gevangenis onderbrengen en daar kalmeren en temmen! Alleen in geval van gewelddadige weerstand moeten ze gekortwiekt en bij hardnekkige weerstand ook lichamelijk gedood worden! Want dan is een dode hel beter dan een hel, waarin leven is.
Hoofdstuk 75: Behandeling van dieven, rovers en moordenaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Simon Petrus zegt: 'Heer, daar is niets tegen in te brengen; want het is allemaal duidelijk en goed begrijpbaar! Maar hoeveel van de hier op aarde levende mensen weten iets af van deze heilige waarheid?! Heer, er zijn toch legioenen engelen uit de hemel bij ons; waarom zendt U ze niet naar alle mensen op de gehele aarde om Uw waarheid aan hen allen mee te delen! Ik denk, dat als dat zou gebeuren, het zeker lichter en beter zou worden op de zondige aardbodem!'
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg: 'Dat is jouw mening; maar Ik moet daarover toch met je van mening verschillen! Kijk, duizendmaal meer engelen dan je hier ziet, zijn er altijd al bij de mensen, en ze beïnvloeden hun innerlijke gevoelens en gedachten zonder de mens tot iets te dwingen, en daardoor kan de mens toch die gedachten, wensen en neigingen geheel als de zijne aannemen en volgen! Wat gebeurt er echter?!
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Wie gelooft, dat hij van zijn vijand af zou zijn door het doden van diens lichaam, is met een tienvoudige blindheid geslagen! Want juist daardoor maakt hij uit één zichtbare, zwakke vijand, duizend onzichtbare vijanden, die hem daarna dag en nacht vervolgen en hem schade berokkenen aan lichaam, ziel en geest!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Als ik ze had zou ik je duizend levens geven als je mij één gelukkig mens aan kunt wijzen, wiens vijand al eerder naar de andere wereld is gegaan! Ik heb er nog nooit één gezien! Daarentegen ken ik wel gevallen, waarbij de wraak van een vijandige geest een familie tot in het tiende geslacht achtervolgde, en ook, dat grof beledigde mensen na hun dood als geesten een land of streek vele jaren lang zodanig verwoest hebben, dat geen mens daarin leven kon! Vriend, hoe ongeloofwaardig je deze echt welgemeende les mag voorkomen, het is een keihard feit! En stel dat het niet waar zou zijn, hoe zou ik het dan ooit hebben kunnen wagen dit nu in het bijzijn van de Heer en Zijn engelen tegen je te zeggen?! Als je echter toch nog enige twijfel hebt, vraag het dan aan de Heer, de eeuwige schepper van alle dingen, en Hij zal getuigen of ook maar één van mijn woorden onwaar was!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Na deze mededeling sta Ik op, geef de nog wachtende engelen een teken dat zij alleen begrijpen, en allen verdwijnen, behalve die van Jonaël. Ook de zichtbaar geopende poorten der hemelen sluiten zich; maar het huis van Irhaël en Joram met de hele inrichting uit de hemel blijft, net zo als het slot van Jaïruth. Alle aanwezigen die wakker zijn, begeleiden ons tot aan de huispoort. De overste laat het zich echter niet ontnemen om Mij tot aan de grens van het rechtsgebied van de stad te begeleiden en keert vandaar naar Sichar terug.
Hoofdstuk 83: De macht van het woord. De reis naar Galilea. Reis naar Kana in Galilea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik gebood de boze daarop uit deze twee te gaan! Ogenblikkelijk verliet een grote hoeveelheid boze geesten, in de zichtbare vorm van grote zwarte vliegen, de twee, maar vroeg Mij dringend, haar niet uit deze streek te verjagen!
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...