Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

147 resultaten - Pagina 3 van 10

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10
[9] Maar Mijn tekenen die Ik ter bevestiging van de waarheld van Mijn nieuwe leer verricht, moeten steeds zo zijn dat ze voor de mensen behalve in moreel opzicht ook fysiek van groot voordeel zijn, en daarom geloof Ik voor jullie en als het ware in jullie, dat het voor jullie voortaan van groot nut zou zijn als jullie, die nu Mijn zeer gewaardeerde, nieuwe leerlingen zijn, je niet meer in een zo geheel en al onvruchtbaar gebied zouden bevinden, maar als deze omgeving nu onmiddellijk in een zeer vruchtbaar gebied veranderd zou worden. -Ben jij en zijn ook jullie allemaal het hier mee eens?'
Hoofdstuk 216: De wonderbaarlijke kracht van het woord. Onderwijzen is beter dan wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Op de zesde, eigenlijk zevende dag zei IK tegen de leerlingen: 'We hebben nu zes dagen eerlijk gewerkt en een goede oogst gehad ook in dit onvruchtbare gebied. Nu is het tijd dat we weer verder gaan; want elders zijn nog veel braakliggende velden en woestijnen die we zullen bebouwen, zegenen en vruchtbaar maken.
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Kijk naar dit vorstelijke badhuis en vooral naar de buitengewoon prachtige, onschatbaar waardevolle inrichting van binnen, de tuin met de uitgestrekte ring en beschermingsmuur! Kijk naar de heerlijke vruchten rn de turn, allemaal van de edelste soort! Alles staat er uiterst weelderig bij en veel vruchten zijn al meteen helemaal rijp. En kijk verder naar de heerlijke waterbronnen, betere zijn niet gemakkelijk ergens anders te vinden! Richt dan je ogen naar de zee! Kijk naar de haven en de buitengewoon stevige beveiligingsmuur ervan, die tot op de diepe bodem van de zee reikt; en naar de vijf vorstelijke schepen, en naar de afsluitketting! En kijk dan naar de plaats waar voorheen de grote, voor de schippers vaak zeer gevaarlijke rots heeft gestaan! Zie, tot in de diepste diepte is er geen spoor meer van te bekennen!
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] De plaats lag hoog in de bergen in een dal dat echt vruchtbaar was en bijzonder geschikt voor veeteelt; maar het was maar van één kant toegankelijk en zelfs daar heel moeilijk. Mensen met hoogtevrees zouden het waarschijnlijk nauwelijks wagen om langs deze steile paden naar boven te gaan. Het dal zelf lag volgens de huidige meting meer dan vierduizend voet boven de zee, wat in Azië evenwel niet al te veel zegt, omdat daar nog veel hoger gelegen bewoonbare plaatsen waren en ook nu nog zijn.
Hoofdstuk 260: De Heer bezoekt met Zijn leerlingen een plaats in het gebergte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen zei DE WAARD: 'Wees dan zo vriendelijk mij aan te horen! Kijk, ik heb behalve deze bezitting nog een grote boerderij niet ver hiervandaan, waar ik mijn beste runderen en schapen houd, en ik heb daar ook een aantal heel trouwe knechten en meiden! Op de grote dierenweide, die helemaal begroeid is met weelderig gras, is een paar maanden geleden een stuk land van ongeveer een kwart morgen zodanig verzakt, dat er nu op die plaats een gat zit waarvan je de diepte niet kunt peilen, en ook niet kunt weten of er niet al gauw nog meer land zal wegzinken.
Hoofdstuk 70: Het verzonken land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Nu kun je wel zeggen: 'Ja, maar waarom moet dat dan juist hier in deze verder zo vruchtbare, mooie vlakte liggen? Het zou toch ook ergens anders in een woest gebied kunnen liggen!' Ja, daarmee heb je ook niet helemaal ongelijk; maar deze streek was nauwelijks tweeduizend jaar geleden ook een woestijn, en werd later pas door de grote vlijt van de handen van mensen die naar deze wijde vlakten verbannen waren, in cultuur gebracht en vruchtbaar gemaakt.
Hoofdstuk 94: De vraag van de priester om herstel van de afgodenbeelden. Het heilige meer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Kijk, je praat naar je verstand hebt! Als je een veld ziet dat dicht begroeid is met allerlei onkruid, moetje gezond verstandje toch wel zeggen: Dat moet goede, vruchtbare grond zijn! Het zal de moeite best lonen om dit veld van onkruid te zuiveren en dan tarwe in te zaaien; die kan daar honderdvoudige vrucht opleveren! Als je echter een veld ziet met weinig onkruid, waar maar heel spaarzaam hier en daar een schraal grassprietje groeit, zal het dan de moeite en het werk wellonen dat veld in een vruchtbare tarweakker te veranderen? Zeker niet, want waar de grond geen voedsel heeft voor onkruid, zal die dat beslist ook niet voor tarwe hebben. Je zult op zo'n veld veel goede, krachtige mest moeten brengen om het kale veld voor de tarwe vruchtbaar te maken.
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Met deze reis, die heel vruchtbaar genoemd kan worden, waren wij de hele zomer bezig, en toen wij weer bij onze waard Matthias in Kapérnaum aankwamen, was het al herfst en begon al gauw het loofhuttenfeest.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] O, kijk nu eens naar deze hele omgeving! Hoe zag die er tienmaal duizend maal duizend jaar geleden uit?! Toen was er nog heel weinig vaste grond, en er was nog geen spoor van al deze bergen en dalen, die nu zo weelderig begroeid zijn. Pas door latere, vele duizenden jaren durende, voor jullie verstand onvoorstelbaar grootse en vrijwel over de hele aarde woedende vuuruitbarstingen is langzaam maar zeker de aarde aan deze vorm gekomen.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar na die meer dan duizend jaar durende tijd zal de aarde opnieuw een grote vuurproef moeten doorstaan. In die tijd zullen de bergen op deze aarde ook vlak en vruchtbaar land worden, en de zee zal grote delen van het dode land dat nog in haar diepten begraven ligt terug moeten geven, en de betere mensen zullen het in bezit nemen en in korte tijd tot een paradijs omvormen. Daar zal dan voor altijd, tot aan de volledige ontbinding van de hele aarde, de ware vrede heersen en de dood nooit of te nimmer enig recht meer hebben.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar de arbeiders stoorden zich daar niet aan en antwoordden jullie tempelboden: 'Dat kan wel waar zijn, hoewel het nergens vermeld staat; maar nu is de eigenaar van dit land een man die de tempel nog nooit een tiende heeft geweigerd en die ook niet zal weigeren te betalen van deze grond als hij vruchtbaar is geworden. Laat ons dus werken en dan zullen we wel zien of Jehova zal weigeren om deze grond te zegenen!'
Hoofdstuk 79: Het volk onthult de gruweldaden van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] De magiër zei: 'Kijk, lieftallige en buitengewoon wijze jongeman! Bij ons in Indië, en wel op een groot eiland en ook in sommige dalen aan de kust, die eigenlijk heel weelderig begroeid zouden kunnen zijn, groeit een speciale struik, een ware schrik voor het land. Dit struikgewas is zo kwaadaardig en giftig, dat het door zijn uitwaseming tot in de verre omtrek alles doodt wat maar in de buurt komt. Het is veel gevaarlijker dan dit eerder genoemde meer en kan niet uitgeroeid worden. Onwetende mensen komen toch zo nu en dan in de buurt van die gewassen en moeten vervolgens een jammerlijke dood sterven.
Hoofdstuk 115: Het nut van de giftige bomen in Indië. De ontwikkeling van de aarde. Het zich verplaatsen van de zeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[11] Luister, er was eens in het morgenland een koning van een groot volk! Het volk werd, omdat het in een vruchtbaar land woonde, traag en verarmde van jaar tot jaar meer en meer. Toen overlegde de koning bij zichzelf hoe hij dit kwaad kon verhelpen.
Hoofdstuk 173: Over de schijnbaar onrechtvaardige leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] En zo zal het dan ook in die tijden geschieden. Alles wat hoog zal zijn zal verlaagd worden. De toppen der bergen zullen tot een vlak en vruchtbaar land moeten worden. Dan zal men niet vragen: 'Wie is koning over dit land?' maar 'Wie is de eerste en grootste weldoener van dit gelukkige volk? Laten we naar hem toegaan, opdat ook wij zijn wijsheid volgens Gods orde leren kennen! ,
Hoofdstuk 184: De Heer verklaart het verschijnsel van de nevenzonnen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Agricola zei: 'Hemelse vriend, het is werkelijk onmogelijk om het iemand nog helderder en duidelijker uit te leggen dan jij het mij en ons allen gedaan hebt! Maar dat we alles nog niet ten volle zo kunnen begrijpen als jij, zal je zeker nog veel duidelijker zijn dan ons, want zaken waarvoor de aardse mens nog niet voldoende begripsvermogen heeft, kan hij ook met de beste wil van de wereld nooit in het juiste licht zien. Maar wel is me volledig duidelijk geworden, dat alle echte realiteit eigenlijk alleen in het zuiver geestelijke gezocht moet worden en daar dan ook ongetwijfeld te vinden is. Alleen zou ik jou, beste hemelse vriend, nog om een paar concrete voorbeelden willen vragen om nog beter te kunnen begrijpen wat je ons over het zuiver geestelijke leert. Want kijk, wij Romeinen hebben een oude spreuk en die luidt: Longum iter per praecepta, brevis et efficax per exempla!* (Lang is de weg door onderwijs, kort en vruchtbaar door voorbeelden!) En dat is beslist een oude en heel ware stelling. Een klein en kort voorbeeld zegt een onderzoekend mens vaak en vrijwel altijd meer, dan wat alle theoretische leerstellingen en grondbeginselen in staat zijn te zeggen, en juist om die reden vraag ik je dan ook om enkele kleine en goede voorbeelden.'
Hoofdstuk 75: De geest, de meest innerlijke kracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10