Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 3 van 2160

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[9] De rijke koopman zegt: 'Heer, vergeef mij, uw gehoorzame slaaf, ik was zo dom om uw buitengewoon wijze vraag niet te begrijpen, zoudt u daarom van uw onmeetbare berg der wijsheid af willen dalen, en de vraag genadiglijk zo willen stellen, dat het voor mijn absolute domheid te begrijpen is!' (Hij had de vraag heel goed begrepen, maar men had in die tijd het kinderachtige hoffelijke gebruik om ook maar de eenvoudigste vraag niet meteen te begrijpen als een hooggeplaatst persoon Iets vroeg, want daardoor verhoogde men de wijsheid van het hoge personage.)
Hoofdstuk 55: Bij Ezau's slot. De koopman en het hoogste ambt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar de mensen leven niet eeuwig op de aarde, zoals een duizendjarige ervaring Iaat zien, maar ze moeten allen na met al te lange tijd dit, lichaam verlaten, dat dan voedsel voor de wormen wordt; maar de ziel komt dan voor het gerecht van God! Dan vraag ik mij wel af, hoe ze met haar hoog geprezen leugen voor God bestaan zal!
Hoofdstuk 56: Het gevolg van leugen en waarheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Nu het verheugt mij, dat u mij heeft opgezocht en ik hoop u nog nader te leren kennen! Weet u, ik sta niet afwijzend tegenover deze gedachte en geloof vast dat de Messias zal en moet komen! Volgens mijn berekeningen zou de tijd daar heel goed mee overeen kunnen stemmen, want de druk van de Romeinen is haast niet meer te verdragen! En waarom zou u niet de verwachte Messias kunnen zijn?! O dat neem ik direkt moeiteloos aan!
Hoofdstuk 57: Hoe de koopman de Messias verwachtte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik zeg: 'Laten we eerst het middagmaal gebruiken en dan hebben we daarna nog wel tijd voor verdere uitleg. Nu hebben we echter al genoeg gepraat en het wordt nu wel eens tijd om uit te rusten, en de inwendige mens te versterken. Laten we daarom naar de grote zaal gaan, die in dit slot aan de oostkant ligt, en van hieruit niet gezien kan worden, omdat we hier net aan de westkant van het kasteel staan waar je de grote zijvleugel van het kasteel niet kunt zien!'
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Oh, - en of je op aarde bent! Ik heb je innerlijk gezichts vermogen ontsloten en nu kun je ook de hemelse geesten zien! Maar, vraag nu niet verder, want het is tijd voor het middagmaal! Alles is klaar en nu gaan we aan tafel!'
Hoofdstuk 61: Een wonder maakt de geest niet vrij. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Daar is het kasteel, alleen de kasteelheer is bij u als muiter aangegeven, ga daar heen en onderzoek of u iets van een muiterij kunt ontdekken! -Als u ons echter met geweld wilt dwingen om u te volgen naar uw onrechtvaardige rechtbank, dan zullen wij u ook met een rechtvaardig geweld laten kennis maken, en dan zullen we wel zien, wie aan het kortste eind trekt! Doe maar zoals u wilt! Mijn tijd is nog niet gekomen, Ik heb u gezegd dat men hier geen schuld heeft! Wie echter het recht aan zijn zijde heeft, die moet het recht ook met woord en daad beschermen!'
Hoofdstuk 65: Aangeklaagd en onschuldig verklaard. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Jonaël zegt: 'Ook jij hebt op jouw manier gelijk, maar je moet nu wel bedenken, dat de Heer in vroeger tijden de satan toestond om op een bepaalde manier dingen te doen; want de eerstgeschapen geest (Lucifer) moest veel tijd worden gelaten bij het uitproberen van zijn vrijheid, omdat hij niet alleen de eerste, maar ook de belangrijkste was van de geschapen geesten.
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De overste zegt: 'Ik ben het echt niet van plan, hoewel ik in deze hachelijke tijd er best een reden voor zou hebben. Het lijkt er namelijk op alsof de tijd steeds dichterbij komt, waarin de Joden volgens hun overlevering een geweldige door hun God gezonden redder verwachten, die hen moet verlossen van de heerschappij van Rome. En men hoort nu hier, dan daar van Joodse zijde mompelen, dat die redder zich al op aarde zou bevinden! Ik zou me daarom heel goed in kunnen denken, dat u wel eens die redder zou kunnen zijn, -ja heimelijk heb ik dat ook al gedacht. Hoe het ook zij, -ik vind, dat u één van de zeer wijzen bent en ik waardeer u als een echte mensenvriend. Daarom zullen mijn gedachten in die richting mij volstrekt nooit hinderen u ter wille van de waarheid te volgen, lichamelijk nu naar Sichar en geestelijk mijn hele leven lang, hoewel ik me wel ervan bewust ben, dat ik daarmee, als Romein, voor mijzelf geen triomfboog oprichten zal! Ik heb u nu alles uitgelegd en ik vraag u dan nog één keer, of ik u mag begeleiden. Zegt u ja, dan zal ik u begeleiden; zegt u echter nee, dan blijf ik hier!'
Hoofdstuk 70: De waarheid die alles doordringt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[1] Wij gaan nu op weg, en de overste met zijn genezen vrouwen twee van zijn voornaamste onderkommandanten begeleiden Mij. De overste en zijn vrouw nemen Jonaël tussen zich in, onderhouden zich met hem en vragen hem uitleg over verschillende zaken betreffende de Joodse religie en wat daarin op Mij betrekking zou hebben; en de in het eerste dorpje genezen jichtlijder neemt heel aandachtig deel aan dit gesprek. Zelf ga Ik, tussen de zeven dochters en de vrouw van Jonaël lopen. Die stellen MIJ vragen over heel wat zaken, zoals wat er binnenkort met de wereld, met Jeruzalem en met Rome zal gebeuren. Daar ga Ik heel serieus op in, en Ik beschrijf hun, hoe binnen niet al te lange tijd de geheime vorst der wereld terechtgesteld zal worden en niet lang daarna zijn hele aanhang. Daarbij heb Ik het ook over het einde der wereld en een wereldomvattend oordeel zoals in de tijd van Noach, en ze vragen Mij in opperste verbazing, wanneer en op welke manier dat gebeuren zal.
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg tegen hen: 'Beste dochters! Zoals het in Noach's tijd was, zo zal het ook dan zijn; de liefde zal verkoelen en helemaal verkillen, het geloof aan een uit de hemel aan de mensen geopenbaarde zuivere levensleer, en het geloof in God, zal veranderen in een duister en doods bijgeloof vol leugens en bedrog. De machthebbers zullen de mensen weer als dieren voor zich laten werken en ze zullen ze koelbloedig en gewetenloos laten afmaken als ze niet zonder enige tegenspraak doen wat de pralerige machthebbers willen! De machtigen zullen de armen door allerlei lasten kwellen en ze zullen iedere vrije geest met alle middelen vervolgen en onderdrukken, en daardoor zal er een ellende over de mensen komen, zoals er op aarde nog nooit een is geweest! Maar terwille van de vele uitverkorenen, die zich onder de armen zullen bevinden, zal deze tijd niet zo lang duren, want anders zouden zelfs de uitverkorenen verloren kunnen gaan!
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Vanaf nu gerekend tot aan die tijd zullen er duizend en niet. Nog eens duizend jaar voorbijgaan! Dan zal Ik dezelfde engelen, die Je nu hier ziet, met grote bazuinen tussen de arme mensen sturen! Deze zullen de geestelijk dode mensen als het ware uit de graven van hun nacht opwekken; en als een vuurzuil, die van het ene einde der wereld naar het andere rolt, zo zullen deze vele millioenen ontwaakte mensen zich over alle wereldmachten heen storten, en niemand zal hen kunnen weerstaan!
Hoofdstuk 72: Het einde der wereld en het oordeel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Jonaël zegt: 'Vriend, je bent op de goede weg! Maar, onder ons gesproken, dit is nog niet het goede ogenblik om daar onze mond over open te doen. Maar pas als Hij, zoals Hij Zelf gezegd heeft, hier vandaan misschien naar Galiléa gaat, zullen we beginnen het volk over Hem te leren, en als Hij dan binnen niet al te lange tijd weer bij ons komt, dan zal Hij onze poorten behoorlijk wijd en de wereldse deuren behoorlijk hoog vinden voor Zijn intocht, d.w.z. onze harten zullen zo ruim mogelijk zijn om Hem op te nemen en onze liefde tot Hem zal tot boven de sterren verhoogd zijn; want onze harten zijn de poort, die verbreed moet worden en de ware liefde tot Hem is de deur, die boven alles verhoogd moet worden!'
Hoofdstuk 73: Sichar. Johannes, de genezen verlamde man. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De zielsziekten van kinderen kan men het beste genezen door een goede vast omschreven tucht, waarbij de roede niet ontbreken moet; de zielsziekten van volwassenen worden echter genezen door wijze en liefdevolle raad, door degelijke leer en onderwijs, door uit zuivere liefde opwellende vermaningen en door het wijzen op de onafwendbare ernstige gevolgen, die anders zullen ontstaan als de zwakke ziel de goede raad niet opvolgt. Als bij de erge verstokten, ofwel blinde en dove zielen, dit alles geen resultaat meer oplevert, dan pas wordt het tijd om zulke wezens een strengere en krachtiger behandeling te geven, waarin echter de naastenliefde toch ten volle aanwezig moet zijn, want zonder naastenliefde rust er geen zegen op een krachtiger behandeling!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Kijk naar een oorlog, waar niet zelden duizenden mensen lichamelijk gedood worden! De overwinnaar denkt nu, dat hij van zijn vijanden af is, omdat hij ze volgens zijn blinde gedachte lichamelijk vernietigd heeft. Maar dat is een hele grote vergissing! De zielen en geesten van de gedode mensen hebben een direkte invloed op de weersgesteldheid op aarde en langs die weg vernietigen ze alle mogelijke zaden en vruchten; de voedingsmiddelen worden hierdoor schaarser en duurder, daardoor ont staat hongersnood en dat geeft weer aanleiding tot allerlei besmettelijke ziektes en pest! Daardoor worden bij de overwinnaar in korte tijd meer mensen weggemaaid, dan er bij zijn vijand soldaten gedood zijn. Omdat de macht van zijn eigen land hierdoor te gering is geworden, moet hij soldaten uit vreemde landen voor veel geld gaan werven. Zijn land komt daardoor in de schulden en na een aantal jaren, als land en volk totaal verarmd zijn en hij zijn schulden en soldaten niet meer kan betalen, zal men hem dra onder verwensingen overal gaan vervolgen. Zijn volk, dat hem de macht gaf, zal door de te grote nood tegen hem opstaan en de vijanden van buitenaf zullen deze gelegenheid ook niet onbenut voorbij laten gaan en zij zullen tegen hem ten strijde trekken, en hij, de eerst gevierde overwinnaar, zal die strijd nooit winnen, maar de vertwijfeling zal hem als met tijgerklauwen grijpen en geestelijk tot in zijn binnenste levensvezels verscheuren!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Hoe Uw waarlijk heilige leer zich echter op een weg met zo ontzaglijk veel hindernissen baan zal breken door de nacht waarin de mensheid nu begraven ligt, dat is me nog net zo onduidelijk als voorheen! Als het puur met wonderen te weeg gebracht moest worden, dan zou het voor de mensen niet veel nut hebben, zoals U Zelf al zei, omdat op die manier de mensen, die vrij moeten worden en zijn, alleen maar machines zouden worden; daarentegen zal het langs de natuurlijke weg veel bloed kosten en een ontzettend lange tijd vergen! Ja, ik zou bijna met zekerheid durven zeggen, hoewel ik geen profetische gave heb, dat afgaande op mijn kennis van de mensheid uit de vrij verre omtrek van Azië, Afrika en Europa, van nu aan gerekend, binnen twee duizend jaar nog lang niet de helft van de aardse mensen zich in het licht van deze leer van U zal zonnen! - Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...