Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

20425 resultaten - Pagina 3 van 1362

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[5] Bij de eerste zendingstocht zullen jullie weliswaar niet alles meemaken wat Ik je nu ga zeggen; maar nadat Ik in levende lijve van deze aarde naar Mijn hemelen opgevaren zal zijn om eeuwige woningen voor jullie klaar te maken in het huis van de Vader, zullen jullie alles meemaken wat Ik je nu als één geheel voor nu en voor de hele toekomst zal openbaren. Let daarom goed op en begrijp, wat voor nu en wat voor later bedoeld is!
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Wat Ik echter tegen jullie zeggen zal, geldt ook in meer of mindere mate voor degenen, die in Mijn naam volledig in jullie voetstappen treden. Schrijver Matthéus moet net als op de Garizim alles woordelijk opschrijven wat Ik thans zal spreken; want dit moet voor de wereld bewaard blijven, omdat het een krachtig getuigenis tegen haar zal zijn!'
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Drijf de duivels uit en zorg dat ze niet terug kunnen komen! Maar bij dit alles geldt wel steeds, dat je je daarvoor door niemand iets Iaat betalen! Want jullie hebben het voor niets van Mij gekregen, en net eender moeten jullie het ook weer in Mijn naam geven!' (Matth. 10:8) - Dit laatste zei Ik toen voornamelijk ten behoeve van Judas Iskariot, omdat hij meteen heimelijk bij zichzelf begon uit te rekenen, hoeveel hij zich Voor een bepaalde eenmaal bewezen dienst zou laten betalen. Alleen al voor de opwekking van een dode, voor wie de een of andere zeer rijke erg veel over zou hebben, wilde hij duizend pond vragen! Maar omdat Ik die rekenarij in het hart van de verrader maar al te gauw bemerkte, maakte Ik direkt bovenstaande toevoeging, waarop de desbetreffende wel een wat zuur gezicht trok, wat de tegenover hem staande Thomas niet ontging, die niet kon nalaten er tussendoor te zeggen: 'Nou, nou, je zet een gezicht als iemand, die woekerwinsten had te vorderen, waar het gerecht nu een armdikke streep door haalt!'
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Ik zeg: 'Beslist niet, broeders!' Ik zeg je: Jullie zullen noch goud, noch zilver, noch muntstukken in jullie gordels hebben; want een goede arbeider verdient zonder dat alles zijn voedsel! (Matth. 10:9) Wie echter niet werken wil als hij het wel kan, die moet ook geen eten krijgen! Want er staat geschreven: 'In het zweet uws aanschijns zult u uw brood verdienen!' Maar dat een werkschuwe mens met behulp van een aalmoes van goud, zilver en muntstukken voor zijn eten moet zorgen, dat staat nergens geschreven! De zwakken, ouden en gebrekkigen moeten volgens de wet door de hele gemeente onderhouden en goed verzorgd worden.
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Daarom moeten jullie bij het weggaan geen reiszak meenemen, ook geen twee mantels en geen reisstok! Want zoals Ik al zei, een goede arbeider Ïs zonder dat alles ook zijn voedsel waard!' (Matth. 10:10)
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar net zoals jullie zelf vóór alles echte algehele toepassers van Mijn woord moeten zijn, als je tenminste in je hart krachtig ervaren wilt wie Hij is, Die je deze leer en het gebod der liefde heeft gegeven, zo moet je ook allen aan wie je Mijn woord zult verkondigen, aanzetten tot het toepassen; want zolang het woord alleen maar in de hersens blijft hangen heeft het niet meer waarde dan het lege gebalk van een ezel, dat zoveel anderen ook al produceren,
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] En pas deze nieuwe mens in jullie zal je duidelijk vertellen, dat Mijn woorden werkelijk Gods woorden zijn, die nu en in alle tijden der tijden dezelfde macht, kracht en uitwerking hebben als eeuwigheden terug; want alles wat je ziet, voelt, ruikt, proeft en hoort, is oorspronkelijk slechts het Woord van God,
Hoofdstuk 140: Het goddelijk geheim in de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Nu hebben jullie alles wat je nodig hebt voor datgene waarvoor Ik je heb uitgekozen. Ga nu naar alle steden die Ik jullie heb aangewezen, en maak hun die daar wonen het Rijk van God bekend, en doe datgene wat Ik je nu heb aanbevolen: jullie loon zal niet gering zijn.
Hoofdstuk 141: Eerste uitzending van de apostelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Petrus zegt: 'Laat dan iedereen vrij en geef alles terug en ga dan in vrede! Maar zie er van af Herodes ooit weer zo'n dienst te bewijzen; want bij de eerstvolgende stap in die richting, gebeurt met jullie, wat nu in je bijzijn met jullie leider is gebeurd!'
Hoofdstuk 142: De eerste daad van de uitgezonden apostelen. Aan de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Maar op de kant die je vanaf je aarde altijd alleen maar kunt zien, woont geen lichamelijk wezen, geen dier en ook geen mens, maar daar wonen alleen maar ongelukkige geesten die zichzelf moeilijk of ook wel helemaal niet kunnen helpen. - En nu weten jullie alles, wat je weten moet.
Hoofdstuk 153: Drie maangeesten spreken over de maanwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Zo volkomen de Vader in de hemel in alles is, net zo volkomen moeten jullie ook zijn, -omdat je anders nooit Zijn kinderen kunt worden!
Hoofdstuk 155: Het verschil tussen wetenschap en geloof. (28.2.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Gedurende de korte tijd dat we hier nog op deze hoogte zullen blijven, zullen jullie nog meer wonderbaarlijke dingen beleven; want Ik wens het geloof van jullie zo krachtig mogelijk te maken. Maar denk bij alles wat je nog zien en horen zult aan het zojuist gegeven gebod; want als je je daar niet aan houdt geldt voor ieder van jullie, dat je een jaar lang getroffen zult worden door de straf waar Ik voor heb gewaarschuwd!'
Hoofdstuk 163: Het einde van Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Als iemand een vrouw kiest en wil trouwen, laat hij er dan op letten dat het meisje, dat hij trouwen wil, zich niet oppoetst -behalve dan met water, wat goed is voor de gezondheid -en niet uitdagend over straat gaat, wat met past voor een vrouw, en ook niet pronkt met haar eventuele andere aantrekkelijkheden, maar in alles ingetogen is, haar lichaam goed bedekt houdt met linnen klederen en 's winters met ongeverfde doeken van schapenwol. Ze moet ook geen kletskous zijn en zich er met op voor laten staan dat ze iets zou hebben. want het is heel heilzaam voor de vrouw als ze niets heeft dan datgene wat ze beslist nodig heeft. Zo'n meisje is een man waard en háár hand moet je vragen. Maar een rijke, ijdele, versierde vrouw, die in zachte en bontgeverfde kleren rondloopt, uitdagend over straat gaat, die zich graag door de rijken en aanzienlijken laat groeten en tegen de armen zegt: 'Zie dat. stinkende bedelvolk eens!' - daarvan zeg Ik jullie, - vermijdt zo'n meisje als een kreng!
Hoofdstuk 167: Kies uw vrouw met zorg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Een van hen, zogezegd een voornaam man, heette Rhiba. Toen het lang duurde zonder dat er een besluit werd genomen, nam hij het woord en zei: 'Broeders, jullie praten nu zeker al een uur of twee en je bent nog geen stap verder gekomen om een besluit te nemen. Jullie kennen mij wel en je weet allang, dat ik in zulke kritieke omstandigheden meestal de spijker op de kop sla, en nu denk ik, nadat ik alles wat werd gesproken en gedaan heel kritisch heb aangehoord en bezien, dat ik hier de spijker ook wel kan raken. Luister daarom naar mij !
Hoofdstuk 171: De verzinsels van Rhiba. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Er kwamen echter ook een paar Farizeeën met het volk mee, omdat ze als tempelpolitie uit Jeruzalem alles moesten registreren wat Ik hier verder nog zou doen. De genezing van de bezetene die doof stom en blind was, had hen behoorlijk van hun stuk gebracht, en ze overlegden aan een stuk door, wat ze er aan moesten doen om Mij verdacht te maken als landloper, schooier, bedrieger of zelfs als tovenaar, die met de duivel een verbond gesloten had. Daarom zeiden ze ook tegen het volk: 'Morgen zal wel blijken, van welke geest hij bezield is! We zullen wel eens zien hoe hij de vele kreupelen, lammen en melaatsen zal genezen!' Het volk zegt: 'Nu hij zo in één keer de ergste genezen heeft, zal Hij ook zeker de anderen des te makkelijker genezen! Maar jullie kunnen daarover maar beter je mond houden; want jullie hebben nog nooit een mens genezen, niet door jullie dure gebeden en nog minder door je amuletten die je de zieken aanprijst en voor veel geld verkoopt!'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...