Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1914 resultaten - Pagina 3 van 128

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[6] Ik gebood de boze daarop uit deze twee te gaan! Ogenblikkelijk verliet een grote hoeveelheid boze geesten, in de zichtbare vorm van grote zwarte vliegen, de twee, maar vroeg Mij dringend, haar niet uit deze streek te verjagen!
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen de boze geesten deze kudde zagen, vroegen ze Mij, of Ik ze toestemming wilde geven om in deze kudde te gaan. (Matth. 8,31)
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik geef jullie twaalven de macht om bij de mensen de onreine geesten uit te drijven en alle besmettelijke en andere ziektes te genezen. Overal moeten jullie het Rijk van God verkondigen; maar over de bijzondere, daden moeten jullie zwijgen!'
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Judas zegt weer: 'Ja, als we al doodgeslagen zijn, dan zult U wel komen! Als U ons nu toch al de macht over de boze geesten hebt gegeven en de kracht om alle ziekten te genezen, waarom geeft U ons dan ook niet daarbij de macht over de slechte mensen, waarvan er niet zelden één slechter is dan alle boze geesten, die zich ooit als parasiet in de lichamen van de mensen genesteld hebben? Geef ons de macht om vuur uit de aarde op te roepen onder de voeten van hen, die ons vervolgen, en wij bekeren in korte tijd de hele wereld voor U!'
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk, thans gaat het met de mensen net eender! Geestelijk zijn ze dood en buiten het dierlijke natuurlijke leven hebben ze geen leven in zich. Hun zielen zijn puur vleselijk, en hun geest is zo goed als dood en lijkt op de geesten die in het gesteente rusten en door hun gerichte traagheid de overigens losse materie samengebonden houden, zodat daaruit stenen in allerlei soorten en vormen ontstaan; zachtere en hardere, vele doorzichtig en vele ondoorzichtig, en met verschillende kleuren die afhangen van de aard van de zich daarin bevindende geest.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Toen we daar met z'n allen aan land gestapt waren, en naar de kleine stad Gadara wilden gaan, die op een heuvel aan het meer op ongeveer zes duizend pas van onze landingsplaats verwijderd lag, liepen tegenover de stad, vanaf een kleine aan het meer gelegen berg op wiens helling de begraafplaats van de bewoners van deze omgeving en stad lag, ons twee naakte personen met gruwelijk vertrokken gezichten tegemoet. Zij werden door een heel legioen boze geesten bezeten en waren zo woest dat door hun toedoen bijna niemand deze doorgang kon passeren. (Matth: 8,28) Zij woonden in de graven van het kerkhof op de berg. Niemand kon ze vangen of met ketens gebonden houden. Want ook al werden ze zo nu en dan door een groot aantal sterke mensen overweldigd, met kettingen gebonden en in de boeien geslagen, dan werden die kettingen toch in een oogwenk verbroken en de boeien tot poeder gewreven! Dag en nacht waren ze op de berg in de graven, schreeuwden verschrikkelijk en sloegen zichzelf ontzettend met stenen.
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als je de geesten in de stenen los wilt maken uit hun materie, zal je dat dan met lauw water gelukken? Zeker niet! Ik zeg je: De steen zal onder zo'n zachte en vreedzame behandeling net zo hard blijven als hij was en is. Er is een machtig vuur voor nodig om de geesten in de steen in een groot gevecht te verwikkelen; dan verbreken ze pas zelf de boeien van hun materie en worden vrij. En kijk, zo moet het hier ook gaan!
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Wat de geesten in de steen vrijmaakt, zoals het vuur, de strijd, zware druk en zware harde slagen, dat wekt ook de geesten in de mensenharten die veranderd zijn in harde stenen, en maakt ze vrij, vooral de harten van de groten en rijken, die harten van diamant hebben welke door geen aards vuur zacht gemaakt kunnen worden.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Wie zelf komt, kan meer bereiken dan wie een bode of een brief stuurt. De geest van Johannes is groot en groter dan alle geesten, die ooit op deze aarde een lichaam gehad hebben; maar zijn lichaam behoort aan deze aarde, en uit diens zwakheden heeft zich ook een zwakke zielontwikkeld, en zo is het goed!
Hoofdstuk 145: De geest en de ziel van Johannes de doper. In Kis en op de berg van Kis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Dit was een berg die nog geen naam had. Want de aardrijkskunde stond toen nog in de kinderschoenen, en daarom hadden de meeste bergen, dalen, vlakten, meren, beken en kleinere rivieren geen algemeen geldende eigen namen, maar alleen die, welke de in de omgeving wonende mensen hen gaven. Het lastigste ging het met de namen van de bergen.
Hoofdstuk 151: De berg beeft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] In stilte gebood Ik echter alle geesten om over Mij te zwijgen.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Veel leerlingen spraken met de geesten over het leven na de dood van het lichaam, en de geesten waren voor hen een overtuigend bewijs van een verder en volkomener leven na de lichamelijke dood, en zij kregen een inzicht in de aard daarvan.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Het is wel buitengewoon! Men kan nu als gelijken met deze wezens omgaan en praten. Waar ik me wel een beetje over verwonder, is, dat er hier onder de zeer vele geesten, waarvan ik er enige als persoon heel goed herken, geen aartsvader, geen profeet en net zo min een koning te zien is!'
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Beste vriend en broeder, ook zij leven in de geestenwereld; maar opdat al die millioenen en millioenen geesten hun niet de een of andere goddelijke verering zullen geven, worden ze op een speciale plaats, die voorportaal der hel heet, afgezonderd gehouden van alle andere geesten, en daar verblijven ze in de algehele verwachting dat Ik hen nu in deze tijd vrij zal maken en ze dan binnen zal voeren in de hemelen van het oorspronkelijke verblijf van Mijn engelen, -hetgeen dan ook weldra zal gebeuren.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Tevens vormen deze geesten van de aartsvaders, profeten en echte koningen een afscherming tussen de werkelijke hel en deze geestenwereld, zodat de hel haar niet verduisteren, verpesten en verleiden kan.
Hoofdstuk 152: De geestenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...