Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 3 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[10] Zie, het is het beeld van de zon dat in de doorzichtige druppel zo wonderbaarlijk helder glanst! Maar het beeld van de zon glanst met alleen, het werkt ook! In het midden van de druppel concentreert zich het licht van het beeld van de zon, de druppel krijgt in zijn centrum een grote levenswarmte, lost zichzelf tenslotte in deze levenswarmte helemaal op in het levenselement en geeft het met de dood worstelende plantje op die manier leven. Daarom is het beeld in de druppel echter nog lang niet de zon zelf, maar slechts een afbeelding daarvan voorzien van een deeltje met dezelfde kracht en uitwerking als die van de werkelijke, grote zon!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HEBRAM is, zoals al eerder gezegd, zeer verontrust over zulke opmerkingen en zegt tegen Risa: "Voor jou zijn dus Mozes en alle grote en kleine profeten niet meer dan echte of gefantaseerde bedriegers van de blinde mensheid, en de hier aanwezige heiland uit Nazareth vind je geen haar beter?!"
Hoofdstuk 62: Het gezonde verstand van Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, deze schijnbare knaap is één van Mijn vele dienaren en doet in een oogwenk meer dan al jouw veertien dienaren in ruim honderd jaar. Laat je dienaren daarom voor deze keer rusten, dan zal deze enige hier aanwezige dienaar van Mij in een oogwenk alles zo op de jouw vanouds bekende manier hebben ingericht, als jouw veertien dienaren nauwelijks in drie dagen zouden kunnen!
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Nu richten allen hun ogen op de natuurlijke zon, die reeds haar halve schijf achter de bergen had laten zakken. Op het moment dat de zon ondergaat, verheft zich de schijnzon en straalt met een even helder licht over deze omgeving en ook nog over de volgende, aangrenzende landerijen en streken. Natuurlijk reikt zo'n licht niet tot aan de sterren, daarom konden enigen der aanwezige gasten vooral in oostelijke richting, waar het firmament wat donker bleef omdat het licht van de schijnzon slechts zwak tot aan de verre, oostelijke streken door kon dringen, een aantal sterren van de eerste grootte zien en zij verwonderden zich daar zeer over.
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De hier aanwezige mensen, ook al zijn het geen leerlingen, hebben tenminste de wetenschap dat dit niet de echte, maar slechts een door de hun reeds bekende macht van de grote Meester opgeroepen schijnzon is en zij trekken bij dit verschijnsel, zoals men ziet, heel vrolijke en opgewekte gezichten. Zij begrijpen het verschijnsel weliswaar ook net zo min als ik, maar zij weten dat het een gevolg is van de wonderbaarlijke macht van de wil van de hun bekende, grote Meester. En als Hij over ongeveer een uur dit grote licht dooft, zal niemand zich daar druk over maken, want iedereen zal weten wie dit licht heeft gedoofd.
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] De macht en kracht van de ene ons hier ten dienste staande aanwezige engel Raphaël ken je, en ieder moment staan Mij duizend legioenen van zulke engelen ten dienste. Wie zal zich met hen durven meten?! Raphaël alleen is al voldoende om deze aarde in een moment in stof te veranderen, laat staan een keizer van Rome te onttronen en een ander welgemoed op de troon te zetten. Maar zoiets gebeurt nu niet, hoewel het Mij aan macht daartoe nooit zou ontbreken, want Ik weet waarom Ik ook de tegenwoordige keizer op de troon van Rome laat. Maar op gelijke wijze heb Ik ook de onbeperkte macht om jou te geven wat Ik wil en je te maken tot wat Ik wil; wie zal ons dat betwisten?!
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] In die stilte vielen er ook een aantal tegen de morgen in slaap. Zelfs Cyrenius, Julius, Josoë en meerdere met Cyrenius hier aanwezige, hoge staatsdienaars sliepen in. Maar de dertig jonge Farizeeën, die opmerkzaam de brand van de stad gadesloegen, bleven wakker en spraken onderling veel over het geziene en gehoorde, en dat deden ook de twaalf waarbij Suetal, Ribar en Baël behoorden.
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Voor Zijn persoon is de tempel wel enige duizenden malen te groot en de overal aanwezige, almachtige wil van onze Meester is niet God de Meester Zelf, maar slechts een onbegrijpelijke kracht van die ene Meester, die wij zien, horen en spreken kunnen, maar waarbij wij toch Zijn persoonlijke grootte net zo goed kennen als die van ons. Hoe is het mogelijk dat Zijn wil de gehele oneindigheid en eeuwigheid beheerst en Zijn oog en Zijn oor overal in optima forma tegenwoordig is? Kijk, dat alles zijn zaken, waar geen geest helemaal wijs uit kan worden, en het gevolg is dat men zich daarin ook niet thuis kan voelen!
Hoofdstuk 127: Onheimelijke gevoelens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] RAPHAËL zegt: "Maak je ook dáár maar geen zorgen over! De gehele aarde en alle schepsels daarop hebben toch zeker elk moment ook veel van alles nodig, en toch verzadigt de Heer Zelf de grote aarde en alle daarop aanwezige wezens! En wat is de aarde vergeleken bij de zon, die meer dan tienmaal honderdduizend maal groter is dan deze aarde en altijd onmetelijk veel voedsel nodig heeft voor de instandhouding van haar machtige licht en voor het behoud van de talloze schepselen op haar uitgestrekte lichtgebieden. De Heer zorgt zowel voor hen als voor jou, edele vriend!
Hoofdstuk 131: Raphaël verjaagt de menselijke zorgen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] De boodschapper neemt dit aanbod heel graag aan omdat hij al erg hongerig en dorstig was, en Cyrenius wenkt slechts naar de aanwezige Julius, die al weet wat er moet gebeuren omdat hij ook het hele relaas van de boodschapper mee heeft aangehoord.
Hoofdstuk 140: Alarmerende berichten uit Caesarea. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik riep echter eventueel hier aanwezige Joden uit de stad op om te vluchten, zodat ze op de loop zouden gaan en ik ze daardoor gemakkelijker zou kunnen herkennen. Dan kon ik mij naar hartelust met deze scherpe spies op deze eersteklas spitsboeven wreken. Als ze zouden vluchten, konden ze slechts over zee verder komen, want voor het overige zijn al door de bestuurder vanuit de stad overal wachten uitgezet die de spitsboeven zouden opvangen en dan kon het wel eens helemaal niet zo goed met hen gaan!
Hoofdstuk 141: Herme, de boodschapper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] De aanwezige dertig jonge Farizeeën met daarbij Hebram en Risa zagen dat ook en verheugden zich er bijzonder over dat het Cyrenius gelukte ook de vijftig hardnekkigen om te vormen voor de goede zaak.
Hoofdstuk 155: De overste en Hebram. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] De oever waar de reizigers aan land komen is helemaal kurkdroog. Alle bij Mij aanwezige gasten zien er erg opgewekt en vriendelijk uit en onze oude Marcus ontvangt hen uitermate vriendelijk en vraagt ook meteen of ze soms iets willen drinken of eten, omdat deze stormachtige overtocht hen wel zeer vermoeid zal hebben.
Hoofdstuk 189: Schip in nood in volle zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Bij dit bericht zetten de REIZIGERS een heel bedroefd gezicht en zeggen: "Vriend, in dat geval zullen wij ook hier heel weinig kunnen afhandelen, ondanks de hier aanwezige allerhoogste wereldlijke en geestelijke heren! Want wij hadden belangrijke handelsbetrekkingen met de Griekse kooplieden van deze stad en zij hebben veel bij ons besteld, maar de gehele laatste levering moeten ze nog betalen! Hoe krijgen we nu ons geld?
Hoofdstuk 190: De Joodse kooplieden uit Perzië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Een boom kan er echter niets aan doen of hij wel of geen vruchten draagt, want hij vormt zichzelf niet, maar de in zijn organisme opstijgende geesten uit het onder het oordeel liggende rijk der natuur vormen hem door hun kracht en door de in hén aanwezige zeer eenvoudige en daardoor ook beperkte intelligentie. De mens staat echter op het punt zich door de onbeperkte intelligentie van zijn ziel zelf te vormen en zich te veranderen in een boom die zeer rijkelijk levensvruchten draagt.
Hoofdstuk 193: De dierlijke aard van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22