Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 3 van 139

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] Als ik ze had zou ik je duizend levens geven als je mij één gelukkig mens aan kunt wijzen, wiens vijand al eerder naar de andere wereld is gegaan! Ik heb er nog nooit één gezien! Daarentegen ken ik wel gevallen, waarbij de wraak van een vijandige geest een familie tot in het tiende geslacht achtervolgde, en ook, dat grof beledigde mensen na hun dood als geesten een land of streek vele jaren lang zodanig verwoest hebben, dat geen mens daarin leven kon! Vriend, hoe ongeloofwaardig je deze echt welgemeende les mag voorkomen, het is een keihard feit! En stel dat het niet waar zou zijn, hoe zou ik het dan ooit hebben kunnen wagen dit nu in het bijzijn van de Heer en Zijn engelen tegen je te zeggen?! Als je echter toch nog enige twijfel hebt, vraag het dan aan de Heer, de eeuwige schepper van alle dingen, en Hij zal getuigen of ook maar één van mijn woorden onwaar was!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Ieder, die leeft volgens Mijn leer! Wie echter leeft volgens zijn eigen, merendeels door de eigenliefde en de hoogmoed gevoede eigendunk en die degene, die hem ergens mee beledigd heeft, niet van ganser harte kan vergeven en hem ook niet tienvoudig kan zegenen, die zal dan ook vroeger of later de onafwendbare gevolgen van de vijandschap smaken, waarbij hij volstrekt geen bescherming van Mij heeft te verwachten, behalve als hij zijn schuld aan de vijand tot op de laatste penning betaald heeft! Leef daarom met iedereen in vrede en eendracht! Het is beter voor jullie om onrecht te verdragen, dan ook maar schijnbaar iemand onrecht aan te doen. Daardoor zul je je geen wrekers bezorgen en de geesten, die anders je vijanden zouden zijn geworden, worden dan je beschermgeesten en zullen veelonheil van je hoofden afwenden!
Hoofdstuk 80: Vermijdt de eigendunk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Als onmenselijke rechters zich met hun onrechtvaardige vonnissen vijanden maken, zullen de geesten van deze vijanden zich op de onrechtvaardige rechters wreken; want zij hebben van Mij toestemming om te reageren; maar de echt boze geesten mogen dat nooit! -Nu geloof Ik wel dat je geen twijfels meer zult hebben!?'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Maar de mensen, die in het geheel niet met Mijn leer in aanraking komen, krijgen aan de andere zijde gidsen, die hen naar deze brug zullen brengen. Als de met Mijn leer onbekende geesten de gidsen volgen, zullen ze ook over de brug tot het ware leven komen; als ze echter hardnekkig bij hun eigen leer blijven, dan zullen ze overeenkomstig hun leer als schepsel slechts naar hun levenswandel geoordeeld worden en nooit het kindschap van God bereiken! -Kijk, zo zit het in elkaar! Denk er over na en zeg Mij, wat je er van denkt, -maar vlug; want weet je, Mijn tijd in deze plaats is bijna verstreken!'
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Aan U zijn echter alle geesten ondergeschikt, en U bent de totale gebieder over wat in de hemel en wat op de aarde en in de aarde is; U behoeft dus alleen maar Uw voor ons onzichtbare machten een aanwijzing te geven, en ze zullen onmiddellijk doen wat U wilt!'
Hoofdstuk 97: Kapérnaum. De zieke knecht van de hoofdman. (17.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen ging Judas naar de bron en putte. En bij het drinken van het geputte water, bleek het zeer goede wijn te zijn en hij bedronk zich, zodat hij bij de bron bleef liggen en in de diepe bron gevallen zou zijn als een paar knechten van Petrus hem niet gevonden en in huis op een bed hadden neergelegd. Zo was het goed geregeld; want Ik heb op deze avond veel mensen genezen die last hadden van allerlei kwalen en besmettelijke ziektes, en bij velen boze geesten uitgedreven, - en daarbij zou Judas ons veel moeilijkheden hebben opgeleverd.
Hoofdstuk 101: Het bijzondere wijnwonder voor Judas. (19.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Op dit woord verlieten alle geesten de bezetenen, en degenen, die allerlei ziektes en kwalen hadden, werden ook op datzelfde ogenblik gezond. (Matth. 8,16)
Hoofdstuk 102: De genezing van alle zieken uit Kapérnaum. (20.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Ik gebood de boze daarop uit deze twee te gaan! Ogenblikkelijk verliet een grote hoeveelheid boze geesten, in de zichtbare vorm van grote zwarte vliegen, de twee, maar vroeg Mij dringend, haar niet uit deze streek te verjagen!
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Toen de boze geesten deze kudde zagen, vroegen ze Mij, of Ik ze toestemming wilde geven om in deze kudde te gaan. (Matth. 8,31)
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Ik geef jullie twaalven de macht om bij de mensen de onreine geesten uit te drijven en alle besmettelijke en andere ziektes te genezen. Overal moeten jullie het Rijk van God verkondigen; maar over de bijzondere, daden moeten jullie zwijgen!'
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Judas zegt weer: 'Ja, als we al doodgeslagen zijn, dan zult U wel komen! Als U ons nu toch al de macht over de boze geesten hebt gegeven en de kracht om alle ziekten te genezen, waarom geeft U ons dan ook niet daarbij de macht over de slechte mensen, waarvan er niet zelden één slechter is dan alle boze geesten, die zich ooit als parasiet in de lichamen van de mensen genesteld hebben? Geef ons de macht om vuur uit de aarde op te roepen onder de voeten van hen, die ons vervolgen, en wij bekeren in korte tijd de hele wereld voor U!'
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Toen we daar met z'n allen aan land gestapt waren, en naar de kleine stad Gadara wilden gaan, die op een heuvel aan het meer op ongeveer zes duizend pas van onze landingsplaats verwijderd lag, liepen tegenover de stad, vanaf een kleine aan het meer gelegen berg op wiens helling de begraafplaats van de bewoners van deze omgeving en stad lag, ons twee naakte personen met gruwelijk vertrokken gezichten tegemoet. Zij werden door een heel legioen boze geesten bezeten en waren zo woest dat door hun toedoen bijna niemand deze doorgang kon passeren. (Matth: 8,28) Zij woonden in de graven van het kerkhof op de berg. Niemand kon ze vangen of met ketens gebonden houden. Want ook al werden ze zo nu en dan door een groot aantal sterke mensen overweldigd, met kettingen gebonden en in de boeien geslagen, dan werden die kettingen toch in een oogwenk verbroken en de boeien tot poeder gewreven! Dag en nacht waren ze op de berg in de graven, schreeuwden verschrikkelijk en sloegen zichzelf ontzettend met stenen.
Hoofdstuk 104: In Gadara. De genezing van de bezetenen. (22/23.10.1851) In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Kijk, thans gaat het met de mensen net eender! Geestelijk zijn ze dood en buiten het dierlijke natuurlijke leven hebben ze geen leven in zich. Hun zielen zijn puur vleselijk, en hun geest is zo goed als dood en lijkt op de geesten die in het gesteente rusten en door hun gerichte traagheid de overigens losse materie samengebonden houden, zodat daaruit stenen in allerlei soorten en vormen ontstaan; zachtere en hardere, vele doorzichtig en vele ondoorzichtig, en met verschillende kleuren die afhangen van de aard van de zich daarin bevindende geest.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Als je de geesten in de stenen los wilt maken uit hun materie, zal je dat dan met lauw water gelukken? Zeker niet! Ik zeg je: De steen zal onder zo'n zachte en vreedzame behandeling net zo hard blijven als hij was en is. Er is een machtig vuur voor nodig om de geesten in de steen in een groot gevecht te verwikkelen; dan verbreken ze pas zelf de boeien van hun materie en worden vrij. En kijk, zo moet het hier ook gaan!
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Wat de geesten in de steen vrijmaakt, zoals het vuur, de strijd, zware druk en zware harde slagen, dat wekt ook de geesten in de mensenharten die veranderd zijn in harde stenen, en maakt ze vrij, vooral de harten van de groten en rijken, die harten van diamant hebben welke door geen aards vuur zacht gemaakt kunnen worden.
Hoofdstuk 139: Een belofte aan de getrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...