Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1529 resultaten - Pagina 3 van 102

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] Dit was het oordeel van de hoge en wijze Joden over Mij toen Ik geheel en al in het vlees aanwezig was op de aarde; en miljoenen hebben op dit moment nog precies datzelfde oordeel over Mij, want ze willen beslist niets horen over een zachtmoedige, vriendelijke en Zijn woord houdende God!
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] (En Andréas brengt hem tot Jezus. Toen Jezus hem zag, zei Hij: 'Jij bent Simon, de zoon van Jona; van nu af aan zul je echter Céphas heten!' Joh I:43) Als Simon zo over Mij hoort spreken, uit hij levendig de wens om Mij zo snel mogelijk te zien, want hij was niet bij de doop aanwezig geweest. Andréas zegt: 'Vandaag kan dat met goed fatsoen niet meer gebeuren, maar morgen zul je bij het aanbreken van de dag bij Hem zijn!'
Hoofdstuk 8: Bethabara. De Heer roept Andréas en Petrus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Allen, die op deze bruiloft aanwezig waren, geloofden nu vast en zeker dat Ik echt de beloofde Messias was.
Hoofdstuk 11: De bruiloft te Kana in Galiléa. Kapérnaum en reis naar Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Daarbij zegt U nog dat Degene, Die zo afgedaald is uit de hemel, eigenlijk slechts schijnbaar op aarde aanwezig is, maar in werkelijkheid voortdurend in de hemel is! Zo zouden dan voorlopig alleen Henoch en Elia en later misschien ook U, deelnemen aan het Rijk van God dat zal komen, maar alle andere miljoen maal miljoenen kunnen in het vochtige donkere graf gaan liggen en daar voor alle eeuwigheid der eeuwigheden blijven, en zo door Gods genade en barmhartigheid weer tot aarde vergaan en tenslotte in het niets oplossen!?
Hoofdstuk 20: Nicodemus en het rijk van God op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] ('Wie het echter ook aanneemt, heeft bezegeld dat God waarachtig is.' Joh. 3:33) 'Wie echter deze doop en daardoor het heilige getuigenis zal aannemen, die zal voor de wereld bezegelen, dat Degene, Die hem met de geest gedoopt heeft, Zelf waarachtig God is en de Enige is, Die het eeuwige leven kan geven. Jullie zeggen nu wel direct bij jezelf: 'Waarom moet dat Goddelijke getuigenis van de hemel door God in iemand bezegeld worden?!' Ik heb jullie reeds gezegd: Het vuil is en blijft vuil en de geest is en blijft geest; als echter de aardse mens, die oorspronkelijk gemaakt is van vuil, in die toestand de geest krijgt, zal hij de geest dan kunnen vasthouden, als hij deze niet zeer goed in zichzelf, d.w.z. in zijn hart, bewaren zal?
Hoofdstuk 24: Enon. Het grote getuigenis van Johannes de doper. Bekering van de Samaritanen. Genezing van de koningszoon. Onderweg in Samaria. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] U kunt daarom beter niet klaar staan om de fouten van uw naasten te zien, maar het is beter inschikkelijk en geduldig met hen te zijn! En als ze in hun zwakheid iets van u verlangen, dan moet u ze niets onthouden, want zo vermeerdert zich de liefde in uzelf en evenzo in uw zwakke broeders! Als deze liefde eenmaal zowel in u als in uw broeders rijkelijk aanwezig is, dan zal het goddelijke zaad goed in u gedijen en de zwakke zal dan in zijn sterkte u welwillend aanzien en u viervoudig vergelden, wat u hem in zijn zwakheid gegeven heeft.
Hoofdstuk 43: Verdere uitleg van Nathánaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Mijn echte rijk is alleen maar daar, waar Ikzelf werkelijk aanwezig ben! Onthoudt dit! De Heer is een volkomen Heer boven al het wereldse, of het nu wel passend is voor de domme wereld of niet! Hebben jullie dit begrepen?'
Hoofdstuk 54: Bij Jonaël. Kritiek van de leerlingen op de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ik zeg: 'Nu dan - goed, er blijven er twee bij je en ze zullen zichtbaar in jouw huis aanwezig zijn zolang ze het naar hun zin hebben! Mijn vriend Jonaël zal je naderhand zo precies mogelijk Mijn leer uitleggen. Zolang jij en je gehele huis zich daaraan zullen houden, zullen ze bij je blijven en je in alles dienen, en je huis voor ieder ongemak beschermen; als je daar echter van afwijkt, dan zullen ze jou en jouw huis verlaten.'
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Daarop zegt Jaïruth: 'Vriendelijke jongemannen! Ik begrijp en zie heel goed en duidelijk, dat jullie een kracht bezitten die voorons sterfelijken onmeetbaar is; maar ook ik kan veel, dat zelfs jullie misschien niet kunnen; ik kan mij namelijk voor laten staan op mijn zwakheid, waarin noch macht noch welke kracht dan ook aanwezig is. Maar in deze grote zwakheid van mij ten opzichte van jullie, bevindt zich toch ook een kracht, die mij in staat stelt om de wil van de Heer te herkennen, aan te nemen en te vervullen !
Hoofdstuk 64: De wil van de Heer is de kracht van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] De profeet Elia beschreef de nu ingetreden toestand van de mensen, waarbij Jehova direkt in de liefde tot de mensen komt, als het zachte suizen dat voorbij de grot kwam; maar in de zware storm en in het vuur was Jehova niet!
Hoofdstuk 67: Vesting bij Sichar. De nieuwe wet der liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Het is wel onze plicht om de mensen, die gezondigd hebben en hun leven daarna geheel gebeterd hebben, broederlijk te wijzen op de grote gevaren der zonde. We moeten hen daarentegen ook in hun verbeterde toestand met alles, wat ons ter beschikking staat, steunen en sterken, opdat ze nooit weer terugvallen in het slavendom van de zonde; maar als je ze na hun verbetering ter verantwoording roept en straft, dan maak je je er aan schuldig, dat de verbeterde zondaars terugvallen in tienvoudig grotere en ergere zonden!
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] De zielsziekten van kinderen kan men het beste genezen door een goede vast omschreven tucht, waarbij de roede niet ontbreken moet; de zielsziekten van volwassenen worden echter genezen door wijze en liefdevolle raad, door degelijke leer en onderwijs, door uit zuivere liefde opwellende vermaningen en door het wijzen op de onafwendbare ernstige gevolgen, die anders zullen ontstaan als de zwakke ziel de goede raad niet opvolgt. Als bij de erge verstokten, ofwel blinde en dove zielen, dit alles geen resultaat meer oplevert, dan pas wordt het tijd om zulke wezens een strengere en krachtiger behandeling te geven, waarin echter de naastenliefde toch ten volle aanwezig moet zijn, want zonder naastenliefde rust er geen zegen op een krachtiger behandeling!
Hoofdstuk 79: De behandeling van zielsziekten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Dit teken in Kapérnaum, en ook dat daarvoor aan de zoon van de koninklijke beambte, die stadhouder was in Kapérnaum, kregen in deze stad bijzonder veel belangstelling, vooral van de kant van de Romeinen en Grieken, die in de stad aanwezig waren; maar onder de Joden en de in deze stad vanuit Jeruzalem gestationeerde, en in feite blijvend aangestelde priesters en schriftgeleerden wekte het alleen maar ergernis, nijd en woede!
Hoofdstuk 97: Kapérnaum. De zieke knecht van de hoofdman. (17.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Daarom wil Ik dan ook nu, dat men haar niet teveel verheft, omdat ze wel weet, dat ze de moeder van Mijn lichaam is, en ook weet, Wie achter dit lichaam, dat zij baarde, aanwezig is!
Hoofdstuk 108: Maria de moeder van de Heer. (8.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] De hele menigte die hier aanwezig was en deze daad gezien had. begon luid God te loven en te prijzen dat Hij aan een mens deze macht gegeven had. die alleen God Zelf maar kon hebben en waardoor Hem alle dingen mogelijk zijn! (Matth. 9:8)
Hoofdstuk 116: Bethabara. Genezing van de jichtlijder. (22.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...