Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 3 van 92

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[1] Onderweg zegt Simon Petrus opeens: 'AI die wonderen stijgen me nu toch behoorlijk naar mijn hoofd! Nee, wie nu nog niet beseft, dat deze Jezus uit Nazareth in levende lijve Jehova's echte zoon is, die moet in een tiendubbele Egyptische duisternis ronddwalen, of hij is morsdood! Zieken worden door een enkel woord plotseling gezond, blinden zien: doofstommen horen en lammen lopen, en de ergste melaatsen worden zo rein of ze nooit gezondigd hadden!
Hoofdstuk 53: De bestraffing van de leugenaar en lasteraar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Jouw dienaars en ook jij hielden Mij eerst voor een Romeins vorst, en dat was voor jou een reden te meer, om aan Mijn wens te voldoen; toen je echter tijdens ons veelzijdig leerzame gesprek tot de erkenning kwam, dat Ik de Messias ben, was je hart gelukkig en wenste nog sterker Mij en het hele gezelschap de beste verzorging te geven, zodat het Mij bevallen zou om bij je te blijven tot je jouw noodzakelijk geachte strijdmacht uit Boven en Achter-Azië tegen de Romeinen bij elkaar gebracht zou hebben, om onder Mijn leiding alle vijanden uit het land van God te verdrijven, omdat zij pure heidenen zijn en niet geloven in de levende echte God!
Hoofdstuk 60: Bij de Heer is de echte wil gelijk aan de daad. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] De opperpriester zegt vol wroeging over deze waarheid: O wat een heilige pure waarheid komt er uit Uw mond! Ja, nu is mij alles duidelijk! Nu pas hebt U, o Heer, de drievoudige doek van Mozes geheel van mijn ogen weggenomen! Nu, o Heer, zijn er geen tekenen meer nodig, want hier is Uw heilige ware woord alleen voldoende! En ik verklaar nu uit volle overtuiging, dat van nu af aan, al degenen, die U geloven vanwege de tekenen en niet vanwege het ware woord, geen echt levend geloof hebben en slechts trage en machinale uitvoerders van Uw leer en Uw heilige wil zullen zijn. Bij ons zal het echter anders zijn! Niet de tekenen, die wij tijdens Uw aanwezigheid ontvingen, maar alleen Uw heilige ware woord zal in onze harten de bron zijn voor het echte levende geloof en de totale liefde voor U en uit U, en, terwille van U, zal het ook de bron zijn voor de juiste hoeveelheid liefde voor alle mensen. En verder geschiede alleen Uw heilige wil, die U, o Heer, ons nu zo overduidelijk en voor eeuwig waar hebt meegedeeld!'
Hoofdstuk 50: Voor de naastenliefde kent geen rustdag. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] In het vervolg zullen alleen die mensen behouden worden, die, zonder tekenen, slechts door de waarheid van Mijn woord zullen geloven en daarnaar zullen leven! Daardoor zullen deze het echte levende teken in zichzelf ontdekken, namelijk het eeuwige leven, en dat zal dan niemand meer van hen kunnen afnemen.
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Maar omdat die waarheid in u, zoals in heel veel anderen, niet woont, kunt u zoiets niet alleen niet doen, maar u moet zich bovendien nog uitermate verwonderen, als Ik, Die die waarheid in al haar volheid in Mij heb, voor jullie ogen dingen doe die alleen door de macht van de innerlijke levende waarheid gedaan kunnen worden!
Hoofdstuk 71: De Heer getuigt van de Vader. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Simon Petrus zegt: 'Heer, daar is niets tegen in te brengen; want het is allemaal duidelijk en goed begrijpbaar! Maar hoeveel van de hier op aarde levende mensen weten iets af van deze heilige waarheid?! Heer, er zijn toch legioenen engelen uit de hemel bij ons; waarom zendt U ze niet naar alle mensen op de gehele aarde om Uw waarheid aan hen allen mee te delen! Ik denk, dat als dat zou gebeuren, het zeker lichter en beter zou worden op de zondige aardbodem!'
Hoofdstuk 76: De mens kent het goede, maar doet het kwade. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar deze schurken hier bezondigen zich op de ergste manier door zich Gods kinderen te noemen, tot wie God in alle tijden hetzij indirect of direkt gesproken heeft; en nu Hij Zelf in levende lijve tot hen komt, verachten ze Hem als een straatboef en willen Hem bovendien nog de stad uit gooien! Vriend, ik ben een Romein, volgens mijn godsdienst ben ik een gebrekkig pantheïst, een blinde heiden dus, en ik geloof in Hem en sta voor dit nieuwe geloof met mijn leven in!
Hoofdstuk 78: Straffen als geneesmiddel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Zulke vijanden van de volgens Mijn leer levende mensen, hebben na hun dood geen macht om te reageren. Dat kunnen alleen maar die geesten, die, behorend aan mensen die het betere wilden op deze wereld, door tirannieke, bovenmatig hoogmoedige, zelf en heerszuchtige en derhalve ook totaalonrechtmatige heersers op de gruwelijkste wijze gedood zijn!
Hoofdstuk 81: De Heer is de brug naar de geestelijke wereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Maar deze kerels zijn doortrapte huichelaars! Uiterlijk doen ze zich streng en vroom voor, alsof ze allemaal zakkenvol levende goden met zich meedragen; innerlijk echter zijn ze nog te slecht voor de alleronderste onderwereld die wij uit onze mythen kennen. Werkelijk, als onze ongelofelijke drie furiën, voor wier afschuwelijkheid alles van angst en schrik In steen verandert, een van deze Jeruzalemse tempelkerels te zien kregen, dan zouden zij waarschijnlijk zelf ten gevolge van te grote angst en vrees in diamant veranderen! Ik zeg U: Voor de uiteindelijke ontwarring van deze allerboosaardigst verworden tempel en haar priesterkluwen moet zo snel mogelijk het scherpe zwaard van de koning van Macedonië komen, anders wordt binnenkort nog de hele aarde ingekapseld in deze noodlottige kluwen! O vriend! Ik zou U dingen over deze kerels kunnen vertellen waarvan de hele aarde koorts zou krijgen! Maar laat ik erover ophouden, dit is voorlopig wel genoeg; als U mij opzoekt, zullen we er nog veel met elkaar over spreken!'
Hoofdstuk 88: Overste Cornelius en de tempelreiniging. (4.10.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Ik zeg: 'Neen, Mijn beste vriend en broeder; want vrijwel geen mens zou de ware en levende volheid van die leer begrijpen! Daarom behoef je die ook helemaal niet op te schrijven, behalve als je dat later nog eens -alleen voor jezelf en een paar broeders - doen wilt.
Hoofdstuk 92: Gods alwetendheid en Zijn leiding. (8/9.10.1851) Onderweg naar Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Ik zeg jullie uit de levende bron van alle waarheid: Wie om een dom mens lacht, die geeft daarmee aan dat hij net zo dom is; want de een doet domme dingen omdat hij dom is, en de ander lacht omdat hij dom is; en zo heeft de ene domme plezier om de andere, waarbij uiteindelijk blijkt dat de ene het eigenlijk helemaal niet leuk vindt, als de andere ophoudt dom te zijn en verstandig wordt.
Hoofdstuk 107: Over het wereldse blijspel en de kinderen Gods. (5.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De mensen der wereld zijn als tarwe, gerst en rogge. Dit levende graan groeit echter niet zonder kaf en vies stof. Opdat dit graan, dat wil dus zeggen deze wereldmensen, dan gereinigd kan worden van het kaf en het vuil, en vervolgens als volledig schoon koren in de eeuwige schuren van de Vader gebracht kan worden, daarom worden jullie nu omgevormd tot goede en levende korenschoppen, waarmee de Vader in de hemel Zijn koren zal reinigen. Begrijp je het nu?'
Hoofdstuk 109: Korenschoppen in de hand van God. ( 11/ 12.11.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Ik wil Mijn leer echter zo geven, dat niemand slechts door het evangelie te lezen of door er naar te luisteren de kern van de levende waarheld bereiken kan, maar deze alleen kan bereiken door Mijn leer toe te passen, en door de toepassing zal Mijn licht in iedere mens steeds helderder gaan schijnen!' (zie Joh. 7:17)
Hoofdstuk 113: Het wezen van het Joh. en het Mat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Toen God daarna in de dode vorm een levende ziel en daarin een denkende geest inademde, was dat geen stoffelijk, maar een zuiver geestelijk werk van God in en aan de vorm van de eerste mens van de aarde. En toen deze wonderdokter Jezus uit Nazareth, hier waar wij allemaal bij waren, datzelfde deed bij het dochtertje van de overste, was dat naar ik aan mag nemen toch ook wel een zuiver geestelijk werk en een geestelijke verzorging?!'
Hoofdstuk 117: Toespraak van de jonge Romein. (24.11.1851 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ieder, die ook maar enige kennis bezit van de aard van de dingen, zal zonder moeite begrijpen dat zich in de vaak zeer dikke en verweerde schors, die jammer genoeg door velen al voor de boom zelf aangezien Wordt, allerlei vervuilingen en vele soorten wormen en insecten bevinden, die leven van het slechte voedsel dat de schors hen geeft. Omdat de schors uit de levende boom, maar nooit de levende boom uit de schors groeit, heeft de schors ook iets levends van de boom in zich, en daarom is het te begrijpen, hoe in en uit haar zoveel wormen en allerlei insecten toch een uiterlijk en vergankelijk levensvoedsel vinden.
Hoofdstuk 134: Roeping van de twaalfapostelen. (21/26.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...