Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

6469 resultaten - Pagina 3 van 432

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[16] Zolang de zenuwen van het lichamelijke kind nog niet helemaal gevormd en in werking getreden zijn, werkt de ziel zelfbewust heel ijverig door en richt het lichaam naar haar behoeften in; zijn de zenuwen echter allemaal gevormd en gaat hun zich steeds meer ontwikkelende geest geheel volgens de voorschriften werken, dan gaat de ziel geleidelijk aan rusten en slaapt tenslotte in de omgeving van de nieren helemaal in. Zij weet nu niets van zichzelf en vegeteert slechts, zonder enige herinnering aan een vroegere, zuiver natuurlijke toestand. Pas enige maanden na de geboorte begint zij meer en meer te ontwaken, wat goed waargenomen kan worden aan het minder worden van de behoefte aan slaap; maar eer zij tot enig bewustzijn komt, is toch wel meer tijd nodig. Pas als een kind leert spreken, komt ook een echt bewustzijn in de ziel, echter zonder herinneringen aan vroeger; want die zou men bij de hogere, verdere ontwikkeling van de ziel beslist niet kunnen gebruiken.
Hoofdstuk 120: De verwekking bij het dier en bij de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Maar er waren daar nog een aantal geesten aanwezig die Mathaël niet kon zien, omdat deze geesten zo rein en zuiver zijn dat zij niet meer gezien kunnen worden met het oog van de ziel, maar alleen met de ogen van een geest die zelf helemaal rein is -iets waartoe Mathaël nog nooit in staat is geweest. En verder, wat is het belang van de begrafenis van het lichaam van Lazarus, wat van de kleine rabbi en wat van de varenkruidolie, die wel tetanus opheft en de wormen in de maag doodt als zij echt is; maar als zij niet echt is, heeft zij ook helemaal geen uitwerking! Houden wij daarom op over dat wat weinig of geen nut voor ons kan hebben, en laten wij er voor zorgen slechts onze kennis en ons weten van geestelijke zaken te vermeerderen!
Hoofdstuk 140: Over het stellen van dwaze vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] En tenslotte ten vierde: zuiver hemels, waar de Heer Alles in alles is, en alles betrekking heeft op Hem. Hoe men dit echter moet opvatten en begrijpen kunnen jullie niet eerder begrijpen dan wanneer je door de volle wedergeboorte van je geest één geworden bent met Mij, zoals ook Ik één ben met de Vader in de hemel, maar met dit verschil dat jullie allen één met Mij zullen zijn als afzonderlijke persoonlijkheid, terwijl Ik en de Vader,die Mijn liefde is, met elkaar in een eeuwig enkelvoudige persoonlijkheid volmaakt één zijn.
Hoofdstuk 163: De viervoudige betekenis van de mozaïsche scheppingsgeschiedenis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Maar met het zuiver geestelijke vermogen van een ziel is het heel anders gesteld! Die kan haar in algemene lijnen verklaard worden en het is ook noodzakelijk dat zij die eerder en gemakkelijker moet leren kennen. Want zonder die praktische kennis zou de ziel nooit een ware verbinding met haar geest kunnen krijgen, die noodzakelijk is voor een innerlijke en diepe zelfkennis.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Een ziel die op deze wijze volmaakt is, is dus om de eerder genoemde redenen niet alleen in staat als heerser over alle schepselen wonderbaarlijke dingen te doen, maar kan ook door haar op bepaalde momenten meer ontwaakte geest visioenen krijgen uit de zuiver geestelijke sferen, en zij kan het woord van de geest van God vernemen, zoals dat bij alle zieners en profeten het geval was die naast hun gave als ziener en het vermogen om door Mijn geest voorspellingen te doen, ook altijd, voor alle natuurlijke mensen zichtbaar, een wonderbare macht over de elementen en over alle schepselen bezaten.
Hoofdstuk 218: De macht van de volmaakte ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wat dan echter aan de hand daarvan weer in de hersenen van de ziel wordt opgeslagen, kan de ziel met haar ogen, die net als die van het lichaam alleen naar buiten gericht zijn, niet zien en met haar oren niet horen, maar dat kan alleen de geest in haar. Daarom kan een mens pas dan iets zuiver geestelijks volledig herkennen, wanneer de geest, helemaal ontwaakt in de ziel, in haar is overgegaan.
Hoofdstuk 228: De juiste vorming van de hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Hoe slecht zulke mensen noodzakelijkerwijs ook zijn, toch is er van hen eerder een volmaakt mens te maken dan van een echte wereldse geleerde. Deze hebben weliswaar in veelopzichten - dat wil zeggen op één punt gericht, dat meestal zelfzuchtig is - een behoorlijk scherp verstand, omdat de piramidehersenplaatjes op z'n minst in het centrum van de hersenen bij ieder mens voor een deel en regelsgewijs behouden blijven, hetgeen maakt dat veel geleerden, soms door elkaar onderling te raadplegen, iets bijzonders ontdekken, echter alleen maar voor zuiver aardse doeleinden; al het innerlijke, diepere geestelijke blijft hun vreemd. Want tussen de wereldse voordelen en de eeuwigdurende van de geest en de ziel blijft een onoverkomelijke kloof, die ook het scherpste, wereldse verstand nooit of te nimmer zal overbruggen.
Hoofdstuk 236: Het ongeluk van de wereldse geleerde in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Dat is dus wat men fantasie kan noemen; maar het eerder genoemde aanwezigheidsgevoel bij zaken uit het verleden of ook uit de toekomst, is iets kenmerkends van de levende geest, en de zuiver denkende mens kan daaruit opmaken, dat de geest in de mens noch met de ruimte en evenmin met de tijd iets te maken heeft, en daardoor boven tijd en ruimte staat.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] IK zeg: "Ja, als je dat nu nog niet begrijpt, dan heb je eerder Mijn onthullingen over de vrije levensether van de geest niet goed genoeg begrepen! Je zult toch wel begrepen hebben dat de eeuwige scheppingsruimte eeuwig en oneindig is, en dat deze met niets anders gevuld is dan overal eeuwig altijd met Mijn geest, die bestaat uit zuiver liefde, dus leven, licht, wijsheid, het zuiverste zelfbewustzijn, en een heel nauwkeurig voelen, gewaarworden, zien, horen, denken, willen en werken.
Hoofdstuk 257: De alwetendheid van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] De geleerden noemen dit zuiver geestelijke gevoel van het voor de geest halen van feiten uit het verre verleden, of feiten die nog in de toekomst plaats moeten vinden, de 'fantasie' van de mens. Maar dat is het niet, omdat men fantasie alleen maar dat kan noemen, wat de ziel zelf uit de voorraad van haar beelden als iets nieuws samenstelt, waardoor zij dan een verder in de vrije natuurwereld niet voorhanden vorm of werk tot stand brengt. Uit dit vermogen, dat alleen maar uit de ziel stamt, zijn alle gereedschappen, alle gebouwen en kleding van de mensen en fabels en allerlei dichtwerken voortgekomen, waarvan de achtergrond heel zelden volle waarheid is, maar meestal slechts pure leugen en eigenlijk helemaal niets voorstelt.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Tenslotte kunnen jullie nog een derde zuiver geestelijke eigenschap in jezelf bespeuren, als je daar echt aandacht voor zou hebben! Deze eigenschap bestaat hierin, dat jullie je iets, ook al is het nog zo groot, opeens in al zijn delen compleet kunnen voorstellen en met één blik een geheel zonnengebied kunnen overzien. De ziel moet met haar zintuiglijke waarnemingsvermogen een zaak van alle kanten langzaam en langdurig bekijken, betasten en beluisteren en moet het ontleden, om zich pas na verloop van tijd een voorstelling van het geheel te kunnen maken. De geest vliegt echter zowel uit als inwendig in een nauwelijks denkbaar, snelogenblik om een gehele centrale zon, en net zo snel ook om een onnoemelijk aantal van zulke zonnen en al hun planeten; en hoe machtiger de geest is door de orde waarin de ziel verkeert, des te helderder en duidelijker is ook zijn over en inzicht van de grootste en eindeloos gecompliceerde aangelegenheden van de schepping.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ik leg jullie dit echter niet uit in de gedachte, dat Ik jullie terug zou willen brengen naar die oertoestand van de eerste mensen der aarde, maar alleen om jullie bij zulke voorvallen die nog altijd mogelijk zijn, wat kennis betreft een zuiver standpunt in te laten nemen, zodat je dit alles niet meer bijgelovig wonderlijk, maar volgens de volledige en heel natuurlijke waarheid zult beoordelen en je daarnaar zult richten. Want zouden jullie, zonder deze uitleg van Mij, ooit tijdens de verdere uitbreiding van Mijn leer bij volkeren komen zoals deze zwarten hier, en zouden jullie hen dingen zien doen zoals jullie die nu in ruime mate hebben gezien, dan zouden jullie daarvan al gauw zo onder de indruk raken dat jullie je door zulke wonderdoende volkeren dan een ander evangelie zouden voor laten prediken en al gauw van Mijn wegen zouden kunnen afraken en daardoor waarschijnlijk nooit de wedergeboorte van Mijn geest zouden kunnen bereiken, in plaats van dat jullie de vreemde volken Mijn evangelie zouden overbrengen.
Hoofdstuk 263: De reden van de onthullingen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ieder mens heeft een onsterfelijke ziel en in de ziel een geest die nog onsterfelijker is. En opdat de ziel, als geest die zich uit de materie ontwikkelt, volledig één wordt met de oergeest van God, die 'liefde' heet, moet al het streven van de ziel erop gericht zijn, dat zij zich ten eerste losmaakt van de materie en van alle eisen die deze stelt, en dat zij al haar inspanningen, al haar doen en laten enkel naar het zuiver geestelijke richt; ten tweede moet het voortdurend haar enige zorg zijn, dat zij één wordt met de in haar rustende geest van Gods zuivere liefde, omdat God Zelf van oorsprong in Zijn oerwezen de allerzuiverste Liefde is.
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar als jullie, of in ieder geval jullie nakomelingen, het goud, het zilver en de edelstenen weer een gefingeerde waarde gaan toekennen, dan zullen jullie weer in de oude vijandelijke situatie terechtkomen waarin jullie je nu bevinden. Ik zeg je: onder bepaalde, juiste omstandigheden is alles goed op aarde en brengt het zegen door het ware gebruik ervan voor lichaam, ziel en geest, en voor de zuivere is alles zuiver, en voor degene die zelf een licht is geworden, kan er geen nacht meer zijn; maar door een dom, verkeerd gebruik, dat dus in strijd is met de orde, moet uiteindelijk zelfs het beste slecht worden en in plaats van zegen en heil vloek en onheil brengen! .
Hoofdstuk 89: De gevaren van goud - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Heeft echter iemand de geest van Mijn woorden in zich, dan heeft hij de letter niet meer nodig. Wie de geest heeft, heeft ook de zuivere leer. En Ik zal in de geest verblijven bij Mijn altijd slechts weinige, maar ware aanhangers tot aan het einde der tijden van deze aarde. En zo, vriend Mathaël, wordt er wel voor gezorgd dat Mijn leer ook altijd zuiver behouden blijft!"
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...