Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16418 resultaten - Pagina 3 van 1095

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[2] Door een positieve dwang van de onwrikbare wil van de bron van alle macht werden de eerste scheppingsideeën in een afgezonderd, op zelfstandigheid lijkend bestaan gesitueerd; de afscheiding en het vormen van het door ruimte en tijd beperkte bestaan werden vervolgens aan onveranderlijke wetten ondergeschikt gemaakt.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het wezen, de mens, was, hoewel oorspronkelijk op een bepaalde manier de godheid zelf, of wel: het diepste wezen van God Zelf, nu gescheiden van zijn diepste grond, die het nog wel kende, maar daarbij door onwrikbare wetten in een beperkte vorm gebonden en gehouden. Die toestand beviel het op deze manier vastgelegde wezen niet, en zijn hoogheidsgevoel kwam geweldig in opstand tegen zijn gedwongen beperking en buitensluiting.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Omdat tijdens de allereerste opeenvolging van wezens het gevecht steeds heftiger werd, moest de grote grondwet verscherpt worden en de wezens moesten opgenomen worden in een tijdelijk vast oordeel. Dat gebeurde door de vorming van stoffelijke vaste hemellichamen en de daardoor ontstane grotere deling van de oorspronkelijke wezens.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Na deze tuchtiging kwam God in de vorm van Melchizedek naar de aarde en leidde de mensen; maar die begonnen al snel weer te vechten en moesten door nieuwe wetten worden gebonden en op zodanige wijze tot de orde worden geroepen, dat hen alleen een machinale beweging overbleef, die zich verzette tegen bijna al hun neigingen.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Door de wet werd dus een grote kloof gemaakt, waarover geen geest en geen wezen meer kon springen. Daardoor werd ook het uitzicht op, en het innerlijke bewustzijn van een eeuwig voortduren van het innerlijke, op deze manier erg beperkte leven, zeer twijfelachtig.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Op dit moment komt Gods gunst dus terug, neemt alle zwakheden des levens van de mensen op zich en geeft hen daarvoor een nieuw teken van Zijn gunst, een nieuw leven vol van het ware licht; en daarmee en door Zich Zelf toont Hij hen de juiste weg, die zij moeten gaan, en het werkelijke doel van hun bestaan.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die in de schoot de4s Vaders is, Die heeft ons over Hem verteld. Joh. 1:18) Eerst nu kregen zij, die Hem herkenden, een echt Godsbegrip en zij konden nu voor de eerste maal God, Die door geen wezen daarvoor ooit gezien kon worden, in Zijn volheid naast zich en buiten zichzelf zien en herkennen, en zij konden nu door Hem ook zichzelf en de eigen geheel vrije levensbestemming zien en herkennen.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] En daarmee is ook de onoverbrugbare kloof, die door de wet geschapen was, weer weggenomen en ieder mens kan nu, wanneer hij dat wil, het juk van de wet afwerpen als hij zijn oude mens inruilt voor de nieuwe mens uit Christus. Daarom wordt ook gezegd, dat men de oude mens moet afleggen en de nieuwe aannemen, ofwel: die het oude leven lief heeft, die zal het verliezen; die het wegdoet, die zal het als een nieuw behouden. Dat is de verkondiging uit de schoot van de Vader en het levende evangelie van God.
Hoofdstuk 4: Over wet en genade. Bij Bethabara. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Daarom zonden zij ook, meer afgaande op de reeds vermelde vermoedens, dan uitgenodigd door de roep van Johannes als prediker, onderzoekers naar hem toe, die hem moesten vragen, wie hij was: Christus of Elia of een andere profeet.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] De oorzaak van de ontkenning van Johannes ligt daarin, dat Johannes zich hier alleen de naam wil geven, die past bij zijn huidige taak en niet die bij zijn eerdere taak paste, toen hij als Elia op aarde was. Elia moest straffen en de Moloch vernietigen; Johannes moest echter oproepen tot oprechte boetedoening, de vergeving der zonden uitdelen door de doop met het water, en op deze wijze voor Mij de weg bereiden. En dit werk bepaalde voor hem, wie hij werkelijk was.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] (En die gezonden waren, behoorden bij de Farizeeën. En deze vroegen hem nog meer en zeiden tot hem: 'Waarom doopt u dan, als u noch Christus, noch Elias en verder ook geen profeet bent?' Joh. 1:24-25) Omdat hij echter wel doopte, wat overigens alleen aan de priesters en de daartoe geroepen profeten, die dat konden bewijzen, toegestaan was, vroegen de door de jaloerse Farizeeën gezonden priesters en levieten aan hem, waarom hij dan op deze manier de mensen doopte, terwijl hij toch noch het een noch het ander was.
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] (Johannes antwoordde hen en zei: 'Ik doop alleen met water; Hij (de Christus naar Wie je vraagt) is midden tussen jullie in gaan staan, maar je kent Hem niet.' Joh. 1:26) Johannes zegt: 'Ik doop alleen met water, dat betekent, ik was alleen maar en ben een wasser van onrein geworden harten, zodat ze waardig worden voor de ontvangst van de Ene, die om zo te zeggen zich allang in jullie midden ophoudt, maar Die jullie door je blindheid niet herkent!'
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Voor hen had de Messias meteen bij Zijn eerste optreden -natuurlijk nergens anders dan in Jeruzalem -, rechttoe rechtaan duidelijk zichtbaar uit de hemel komend, vuriger stralend dan de zon, begeleid door myriaden engelen en alleen de tempel verkiezend om te wonen, alle toenmalige bestuurders moeten uitschakelen en vernietigen, - en daarna had Hij de Joden ook meteen onsterfelijk moeten maken, hen al het geld van de aarde geven, minstens ettelijke honderden overbodig schijnende bergen met groot kabaal in zee slingeren, en daarbij ook nog het arme vuile gepeupel in één klap terecht moeten stellen! Dan zouden ze in Hem geloofd hebben en ook gezegd hebben: 'Heer U bent zowaar ontzettend sterk en machtig, alles moet zich voor U zo diep mogelijk buigen en in het stof werpen en de hogepriester is niet waardig U de schoenriemen los te maken.'
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Ten derde mag, gesteld dat Christus toch God was, Hij Zich alleen maar door het innerlijke woord openbaren aan mensen van het vak, zoals bepaalde sociëteiten, concilies, buitengewone piëtisten, met een aureool omgeven Zeloten en volleerde toonbeelden van deugd, en aan zo'n gelukskind moest Hij dan ook meteen de macht geven om bergen te verzetten; anders is het niets gedaan met de goddelijke boodschap en openbaring van Christus!
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Aan een leek of iets wat op een zondaar lijkt, mag de Heer Jezus zich nooit kenbaar maken; want in zo'n geval is de openbaring al verdacht en wordt net zo min aangenomen als dat Ik Zelf aangenomen werd door de hoge Joden, omdat Ik naar hun trotse en eerzuchtige mening met veel te weinig goddelijke waardigheid opgetreden ben; maar -dat alles doet niets ter zake! Alleen het getuigenis van Johannes geldt!
Hoofdstuk 5: Jordaan. Johannes de doper getuigt van zichzelf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...