Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3329 resultaten - Pagina 3 van 222

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...
[7] Wat betekenen dan vervolgens de wisselaars en hun geldzaken? -Deze duiden in de mens op alles, wat er naar buiten komt uit de al geheel dierlijk geworden eigenliefde van de mens; want het dier houdt alleen van zichzelf en een wolf vreet, als hij honger heeft, zijn soortgenoten op. Deze 'wisselaars' ofwel deze dierlijke eigenliefde moet, zoals beschreven, ook met veel pijnlijk geweld uit de mens verdreven worden, en alles wat deze liefde in leven houdt moet omvergegooid en verstrooid worden!
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Ja, waarom dan niet geheel vernietigd? -Omdat ook deze liefde haar vrijheid moet behouden; want het edele zaad of de tarwekorrel zal het best opkomen in een akker, die goed bemest is met dierlijk afval, en zal daar een rijke oogst geven. Zou men echter de mest weghalen van de akker om deze zo geheel van afval te zuiveren, dan zou daardoor de edele tarwekorrel maar slecht groeien en zeker een hele slechte oogst opleveren.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Daarom was hij geweldig verbaasd, dat hij in Mij nu geheel onverwacht een meester gevonden had, die hem zeer vreemde wijsheidsnoten te kraken gaf! Omdat hij er helemaal geen raad mee wist, vroeg hij Mij nogmaals: 'Ja - hoe moet dat nu weer begrepen worden'? Kan een geest dan ook zwanger worden en vervolgens een nieuwe geest baren'?"
Hoofdstuk 19: Aardse beelden van geestelijke dingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] 'Mijn vriend', zeg Ik,'weldra zou Ik ook tegen u kunnen zeggen: Ik begrijp nauwelijks meer, waaraan het ligt dat u niet in staat bent de overduidelijke betekenis van Mijn woorden te verstaan! Het begrip 'gericht' begrijpt u niet en Ik heb het u toch zeer duidelijk en in zijn geheel uitgelegd.'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] De Farizeeën, die slechte en mateloos jaloerse leiders van de tempel en van de Schrift, begonnen direct binnenskamers te beraadslagen om Mij en Johannes met ons werk op te doen houden en ons op een geheel onschuldige wijze uit de wereld te helpen of op z'n minst ergens in een levenslange verzorgingsplaats -zo aardig ondergronds gelegen -op te bergen, zoals ze het later bij Herodes toch nog voor Johannes klaargespeeld hebben.
Hoofdstuk 25: De Heer trekt door Samaria naar Galiléa. Bij Sichar aan de Jacobsbron. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] (Want hier geldt de spreuk: Deze zaait, en een ander maait. (Joh. 4:37) 'Want na de oogst zal zaaier zowel als maaier van één en dezelfde vrucht en één en hetzelfde brood des levens eten; en dan wordt de oude spreuk geheel bewaarheid: De één zaait en een ander oogst, maar beiden zullen op dezelfde wijze van hun arbeid leven en zij zullen één en dezelfde spijs eten!
Hoofdstuk 30: De heiliging van de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Daarom mag de Heer zich nog niet toevertrouwen aan zo'n met geweld gereinigd mens, want Hij alleen weet wat nodig is voor een volledige vernieuwing van de innerlijke mens. Daarom gaat de reiniger weer uit de tempel en komt alleen maar, alsof het toevallig gebeurt, van buiten af naar het innerlijk van de mens. Hij gaat niet in op de eisen van de mens, dat Hij bij en in hem zou moeten blijven en hem zou moeten ondersteunen in de traagheid, integendeel, de mens moet geheel zelfstandig worden en daardoor een volmaakt mens worden, zoals dat in het derde hoofdstuk van het bijbelse evangelie van Johannes wat van meer dichtbij getoond wordt.
Hoofdstuk 16: De geestelijke betekenis der tempelreiniging. Jezus spreekt met Nicodemus. Johannes spreekt over Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] (Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij deze zou oordelen, maar opdat ze door Hem behouden zou worden. Joh. 3: 17) Nu moet u echter niet een soort wereldgericht verwachten, zoals oorlogen of overstromingen en zeker geen verterend vuur uit de hemel dat alle heidenen verteert; want zie, God heeft Zijn eniggeboren Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij deze wereld zou oordelen, maar opdat ze door Hem geheel en al zalig zou worden; wat betekent dat ook al het vlees niet te gronde gericht zou worden, maar met de geest zou opstaan tot het eeuwige leven. Maar om dat te bereiken moet de stoffelijke hoogmoed in het vlees vernietigd worden door het geloof, en wel het geloof dat de Mensenzoon, Deze altijd al uit God geborene, in deze wereld gekomen is, opdat allen het eeuwige leven zullen hebben, die in Zijn naam zullen geloven en zich daaraan zullen vasthouden!'
Hoofdstuk 21: Wie niet in de Heer gelooft, is al veroordeeld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Neemt U me dus niet kwalijk dat ik Uw raad niet op kan volgen. Zo dikwijls U echter met Uw leerlingen naar Jeruzalem komt, kom dan naar mij en ik zal U een goed onderdak bezorgen! Aan mij zult u, tesamen met allen die met U zijn, steeds een oprechte vriend en beschermer hebben. Mijn huis, dat groot genoeg is om tienduizend mensen onderdak te verschaffen, staat aan het Davidsplein, binnen de Salomopoort, ook wel de 'Gouden poort' genoemd; wanneer U ook maar wilt komen, het staat steeds geheel tot Uw beschikking! Alles waar ik iets over te zeggen heb, zal altijd tot Uw dienst gereed staan! Als U iets nodig heeft, hoeft U het maar te vragen en ik zal het U geven!
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Want weet U, er heeft een grote verandering in mij plaats gevonden! Goede Meester, ik houd meer van U dan van alles waar ik ooit van hield en deze liefde zegt me op een bepaalde manier: Dat U Zelf Diegene bent waarvoor U mij daarnet naar Johannes in Enon verwezen hebt!? Dat gevoel kan misschien ook wel niet juist zijn; maar wat het dan ook zijn mag, ik houd met geheel mijn hart van U, omdat ik in U een groot Meester van de echte goddelijke wijsheid herken. Als Uw daden, die beslist niemand voor U nog ooit gedaan heeft, mij al met diepe verwondering vervuld hebben, dan heeft Uw grote wijsheid mij in mijn hart nog meer voor U ingenomen, goede Meester! Ik houd van U! Zeg mij toch, heeft mijn hart gelijk?!'
Hoofdstuk 22: Alleen de liefde is het echte in de mens. In het Joodse land rondom Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Nu schrikt de vrouwen zegt: 'Wee mij, wee aan het hele volk! Wat zal er dan van ons terechtkomen?! Hebben we dan net als de Joden verschrikkelijk gezondigd?! Maar waarom zond Jehova ons dit keer dan geen profeet om ons te vermanen? U bent nu weliswaar als echte profeet tot ons gekomen, maar wat hebben we eraan als u tegen mij zegt: Men zal God in de toekomst noch op de berg, noch te Jeruzalem aanbidden? Als ik afga op uw opeens heel bedenkelijk ernstig geworden gezicht, betekent dat dan zoveel als: God zal Zijn oude volk helemaal alleen laten en bij een ander volk gaan wonen? Op welke plaats ter wereld zal dat zijn? Zeg het mij toch, opdat ik daarheen ga en daar als een ware boetelinge God de Vader aanbidde, opdat Hij mij ongelukkige helpe, en niet mijn volk geheel verlate!'
Hoofdstuk 27: Het echte aanbidden van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Hij bekeek mij echter en zei: 'Vrouw, ik zou de hele wereld er voor geven, als ik je kon helpen, want mijn oog zag nog nooit een mooiere vrouw dan jij! Hoewel ik je er niet van af kan helpen, kan ik je ziekte toch wel verzachten! Hij kwam in mijn armelijke huis wonen, gaf mij iedere dag verzachtende middelen en zorgde voor mij; maar hij heeft mijn zieke lijf nog nooit met slechte bedoelingen aangeraakt, zoals jullie dat geheel ten onrechte schijnen te denken!
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] 'Beste mannen van Sichar', zegt de vrouw daarop, 'als ik jullie zou willen overtuigen, dan zouden we nooit klaar komen. Ik heb het je nu gezegd, hoe het geheel volgens de waarheid is, een tweede keer zeg ik het jullie echter niet meer! Verscheidene van jullie hebben Romeins recht gestudeerd en zijn nu volgens deze wetten rechters en zeggen, dat het een verstandig recht is! Ik heb deze wetten gelezen, want ik ken het Romeins, en nu staat daarin: Primo occupanti jus! (Het recht van degene, die er het eerst mee begonnen is) Aangezien ik hier de eerste was, geeft mij dat het recht van de eerste, en dat kunnen jullie mij niet ontnemen.'
Hoofdstuk 31: Het echte ereteken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] De vrouw zegt: 'Heer ook al waren jullie met tienmaal zoveel mensen, dan zouden toch, zover mijn middelen dat toestaan, allen bij mij zeer goed onder dak zijn! Want mijn huis is hier en daar wel zeer bouwvallig, maar het heeft veel schone vertrekken en is zo veel mogelijk ook aardig ingericht en wordt slechts door mij, mijn dokter en enige hulpen bewoond. Ik zeg U, o Heer, het huis is het Uwe, U alleen bent er de rechtmatige bezitter van, want U heeft het oudste recht daarop. Kom daarom, o Heer, en trek in Uw huis! Want van nu af aan is het geheel het Uwe en het zal van U ook steeds blijven met alles wat er in is!'
Hoofdstuk 32: De Heer ziet het hart aan. In Sichar en omgeving. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] Komend in het werkelijk grote huis, vindt de vrouw in haar huis toebereidselen getroffen voor Mijn huisvesting, waar ze nog nooit van gedroomd had. Want er staan veel goedgevulde tafels en om die tafels ruim voldoende stoelen; en op iedere tafel staan helder lichtende lampen, gemaakt van edele metalen; de vloer is geheel en al bedekt met de prachtigste tapijten, de wanden zijn symmetrisch met bloementapijten behangen, en in prachtige kristallen bekers zien de gasten een kostelijke wijn fonkelen!
Hoofdstuk 34: In Sichar. De hemelse inrichting van het huis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26  ...