Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

242 resultaten - Pagina 3 van 17

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17
[4] Kun je je echter van God geen voorstelling maken die je voldoet, kijk dan naar Mij, dan heb je ook die voor eeuwig geldende en blijvende vorm voor je, de enige vorm waaronder jij je jouw God en Schepper voor kunt stellen! Want God is ook een Mens, maar de eeuwig meest volmaakte in en door Zichzelf! Als je Mij ziet, zie je ook alles! -Heb je Mij ook wat dit betreft goed begrepen?"
Hoofdstuk 73: Hoe men God boven alles liefheeft en hoe God graag ziet, dat de mens werkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Eindelijk spreekt onze MATHAËL weer eens: 'Heer, dit is voor ons allemaal nog als de dorpen van de Scythen, die zo goed als nergens te vinden zijn en waarvan men zich daarom ook geen voorstelling kan maken! U kunt natuurlijk gemakkelijk over Uw eindeloos grote schepping praten; maar wij weten niet eens precies hoe groot onze aarde is en wat voor vorm ze heeft, en daarom is dat, wat U ons heeft verteld, moeilijk te begrijpen.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Om dit allemaal een klein beetje beter te kunnen begrijpen, zouden we ook minstens iets moeten weten over een van de genoemde hulsglobes en de verschillende soorten zonnen en centraalzonnen die daarin domineren. Als dat het geval zou zijn, dan zouden wij ons wel een iets duidelijkere voorstelling kunnen maken van de talloos vele andere hulsglobes en centraalzonnenstelsels, centraalzonnegebieden en centraalzonnen-allen; maar die ene hulsglobe is al zo enorm gecompliceerd, laat staan de vele andere, waarvan elk afzonderlijk zeker een totaal verschillende inrichting en een heel ander doel heeft.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] MATHAËL zegt: 'Ik dank U Heer, voor deze verdere uitleg; want alleen hierdoor kreeg ik nu pas een tamelijk heldere voorstelling van een hulsglobe, en voorlopig ben ik hier heel tevreden mee. Wat de talloos vele andere soortgelijke buren in de wijde scheppingsruimte betreft, daar houd ik me nu eigenlijk helemaal niet mee bezig; want ik ben van mening, dat een mensengeest met deze ene voor alle eeuwigheden der eeuwigheden volop genoeg zal hebben.
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Wanneer deze persoon, nadat hij veel voor hem merkwaardige dingen over de stad Rome heeft gehoord, het plan opvat om daarheen te reizen en dat dan ook werkelijk doet en daar alles bekijkt wat hij maar kan bekijken, dan zal de volle waarheid ook een diepe indruk op zijn ziel gemaakt hebben en hij zal zich dan nooit meer een andere voorstelling van Rome kunnen maken, dan zoals hij de stad zelf heeft gezien.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar zou hij Rome nooit zelf gezien hebben, dan zou zijn voorstelling ook heel anders worden wanneer iemand hem nieuwe en andere dingen vertelt over hoe Rome er uitziet; het ene fantastische beeld zou het andere verdringen en dat zo lang, tot hij zich tenslotte helemaal geen enigszins houdbare voorstelling van de stad meer kan maken.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar als hij, zoals gezegd, Rome ooit zelf heeft gezien, dan kunnen er honderden kletskousen naar hem toekomen en hem totaal nieuwe en bijzondere beschrijvingen geven van hoe de stad Rome er uitziet, hij .zal daar dan alleen om lachen en zich soms ergeren aan de leugenachtige onbeschaamdheid van sommige dagdieven die zichzelf beroemd willen maken, en van mensen die niet werken en in steden rondhangen; en hij zal ze allemaal duidelijk de deur wijzen; want in hem leeft nu werkelijk het ware beeld van Rome en dit kan door geen enkele, slechts verzonnen voorstelling verdrongen worden.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En zoals deze gelijkenis in ieder opzicht en met betrekking tot alles zeer duidelijk het verschil laat zien tussen bedrieglijke schijn en de volle waarheid, waardoor iedereen ook gemakkelijk en geheel en al kan zien dat iedere beschrijving van Rome, ook al is die nog zo juist, het niet haalt bij de eigen daadwerkelijke overtuiging, omdat de voorstelling die door een beschrijving is ontstaan, slechts ingebeeld is en heel goed verdrongen kan worden door een andere die door iets anders is ontstaan, omdat ze geen levend beeld geworden is in de ziel, - precies op dezelfde manier gaat het met Mijn leer:'
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar ik heb daarnaast nog een kleinigheid die me nog niet duidelijk is; als Ik ook wat dat betreft weet wat ik moet doen dan is alles in orde, zo zuiver en stevig als een diamant, zoals ik me deze nu eenmaal niet anders kan voorstellen. Mijn vraag betreft de opvoeding van kinderen in Uw leer! Moet men bij hen ook iedere symbolische voorstelling van iets dat men hun bij wil brengen zoveel mogelijk vermijden?"
Hoofdstuk 134: Grondregels voor de opvoeding van kinderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] ROCLUS zegt: 'Ja Heer, dat heb ik heel goed begrepen, en ik kan U eeuwig niet dankbaar genoeg zijn voor de buitengewone redding uit onze grote verlegenheid; maar eigenlijk hebben wij ons toch al nooit echt beziggehouden met het werkelijk uit de dood opwekken, omdat het in feite niets anders was dan heel geheim bedrog enkel ten behoeve van de treurende mensheid, dat wil zeggen, wat volgens onze vroegere voorstelling van ons beperkte verstand het beste was voor de mensen! Eigenlijk hadden wij er heel weinig voordeel van, omdat het in stand houden van die mensenkweekplaatsen en de aankopen die we daar van tijd tot tijd voor moesten doen, namelijk het aankopen van kinderen, ons steeds ontzettend veel heeft gekost.
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar weten jullie hoe dat komt? Dat zal ik je vertellen: De zwelgende veelvraat, wiens maag nog nooit een leegte gevoeld heeft, kan zich onmogelijk het gevoel van een hongerige maag voorstellen; de dove kan zich nooit voorstellen hoe het iemand te moede is als hij de harmonie van een zuiver gestemde eolusharp verneemt; zo kan ook iemand die blind is, zich er geen voorstelling van maken hoe het is om te zien, en voor zijn gevoel is het zo, alsof alle mensen blind zijn. Precies zo, maar eigenlijk nog erger, vergaat het iemand die geestelijk blind is en geen weet heeft van de waarheid! Hij denkt niet alleen dat alle mensen even dom zijn als hijzelf is, maar hij houdt ze voor nog veel dommer; want zichzelf vindt hij immers helemaal niet dom, maar wijs. Hij kan niet begrijpen hoe B even verstandig en wijs zou kunnen zijn als hij zichzelf als A voelt. En dat is er de oorzaak van dat zulke hoogst verwaande domme mensen, wanneer ze iets van plan zijn, alles zo dom mogelijk aanpakken, zoals jullie dat zojuist maar al te duidelijk hier voor mij aan de dag hebben gelegd.
Hoofdstuk 150: De domheid en blindheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kijk, ik kan me vooral niet indenken dat er nog een reden is voor een -zoals jij zegt -zelfs eeuwig bestaan na het afvallen van dit lichaam! Wat moeten we daarna dan gedurende de nooit meer eindigende eeuwigheid doen? Wat een ontzettende verveling zal er uiteindelijk op moeten treden, zelfs als men in het genot is van de hoogste, onbeschrijflijke zaligheden! En het slechtst zal er een in de hoogste mate voltooide geest aan toe zijn, die natuurlijk niets meer te leren zal hebben! In zijn bestaan moet natuurlijk zo'n enorme eentonigheid ontstaan, dat wij ons daar helemaal geen voorstelling van kunnen maken.
Hoofdstuk 185: Hirams bezwaren tegen het eeuwige voortbestaan van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wij willen u en deze jonge man daarom nu ook met heelons hart vragen ons de eigenlijke Schepper van de hele geesten en materiewereld in zoverre waarachtig te leren kennen, dat wij ons van Hem een behoorlijke voorstelling kunnen maken; ook willen wij -als de volgens uw woorden meest volkomen mensen en respectievelijk als ware kinderen van Hem -weten, wat wij tegenover Hem moeten doen om zo waardig mogelijk te leven als datgene, wat wij door Zijn wil reeds zijn en steeds meer moeten zijn. Want wij zijn ernstige mensen en hebben een moeilijk buigzame wil; maar wat wij eenmaal aannemen en behartigen wordt dan ook door rotsvaste mannen en niet door wispelturige mensen behartigd'
Hoofdstuk 202: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] DE BUURMAN zegt: 'Vriend Hiram, heeft de hitte van de zon soms te sterk op je hersenen ingewerkt? Jouw woorden zijn immers zo buitengewoon verward, dat we allemaal in ernst medelijden met je beginnen te krijgen. Wie van alle sterfelijke mensen kan zich ooit een voorstelling maken van de oneindigheid der ruimte, wie van de eeuwige duur van de tijdstroom? Deze mensen zeker evenmin als wij, -en wanneer ze slapen al helemaal niet! Wel, ze mogen dan wel werkelijk wijs zijn en een machtige wil hebben; maar volledige kennis van de oneindigheid der ruimte, van de eeuwige tijd, de krachten, het licht en wezen van het leven kan geen enkele beperkte wijze op deze aarde bevatten, en dus ook deze vreemdelingen zeker niet!
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Is de denker eenmaal zover dat hij een geheel en al concrete duidelijke voorstelling heeft, dan behaagt hem deze en omvat en doordringt hij haar meteen met het levensvuur van zijn liefde. De liefde wekt de wil en de daadkracht van de denker op en dan wordt de innerlijke voorstelling zonder meer tot materiële verwezenlijking gebracht.
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17