Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

620 resultaten - Pagina 21 van 42

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[8] Want nu wij heel duidelijk uit Uw mond hebben gehoord wat voor zaligheden de mensen te wachten staan die overeenkomstig Uw leer leven en handelen, geloof ik dat het niet minder noodzakelijk is om ook nader op de hoogte te raken van het lot van verschrikking van diegenen die op deze wereld uitgesproken en onverbeterlijk Uw vijanden en tegenstanders zijn, opdat wij hun ook kunnen zeggen en tonen hoe, waar en wat ze daarvoor aan gene zijde kunnen verwachten, om hen zo mogelijk gemakkelijker van hun boze verkeerdheid af te brengen en voor Uw rijk te winnen.'
Hoofdstuk 110: De commandant vraagt naar de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Deze uiterlijke vormen moeten daarom wat hun uiterlijke verschijningsvorm betreft vernietigd kunnen worden, omdat anders een geestelijke vervolmaking, d. w.z. het tot een vrij, zelfstandig individu worden van een wezen, volkomen onmogelijk zou zijn. Want voor jullie mensen, die nu ook nog in een laatste materiële vorm zitten, is het zichtbare en waarneembare geschapene immers ook niets anders dan de door Mijn wil tijdelijk vastgehouden gedachten en ideeën die Ik, als het nodig is, kan veranderen zoals en wanneer Ik dat overeenkomstig Mijn liefde en wijsheid wil?
Hoofdstuk 111: Waarom uiterlijke vormen vernietigd dienen te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik doe dat echter niet uit een soort gril, om Mijzelf daardoor op menselijke wijze een zeker heerszuchtig genoegen te verschaffen, maar Ik doe dat overeenkomstig Mijn eeuwig wijze en liefdevolle orde uit de eeuwige noodzaak om Mijn gedachten en ideeën een volledig vrije, individuele en werkelijk ware zelfstandigheid te verschaffen. Als dat langs een andere weg mogelijk zou zijn -die er echter niet is en ook niet kan zijn, wat jullie nu evenwel nog niet helemaal kunnen inzien en begrijpen -dan zou Ik daar zeker de voorkeur aan hebben gegeven boven deze weg, die jullie als te langdurend en in zekere zin moeizaam beschouwen; maar de weg die jullie kennen is en blijft de enig mogelijke en derhalve ook de enige ware en beste, omdat alleen daarlangs Mijn doelen volkomen bereikt kunnen worden.
Hoofdstuk 111: Waarom uiterlijke vormen vernietigd dienen te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Rafaël zei: 'De Heer heeft onze diensten niet nodig; maar toch dienen wij Hem in alle liefde, doordat wij jullie mensen dienen overeenkomstig Zijn wil en jullie beschermen tegen al te erge vervolgingen van de hel.
Hoofdstuk 116: De geestelijke omgeving van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] In jullie puur wereldse dingen, waarmee de innerlijke geest geen enkele binding mee heeft, kan jullie wereldse verstand wel oordelen en beslissen; maar in de goddelijke dingen oordeelt en beslist alleen een levend geloof in God en de zuivere liefde voor Hem en daardoor voor de naaste.'
Hoofdstuk 120: De Heer richt enkele woorden tot de karavaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[16] Maar vul nu jullie lege vaten en leren zakken met schoon water! Dat zal overeenkomstig Mijn wil wijn worden, en dan zullen jullie daaraan onmiddellijk zien dat Ik vanwege jullie geloof en jullie echte liefde voor Mij met Mijn genade, liefde en zegen bij jullie ben en ook zal blijven.Want Ik heb bij jullie een geloof aangetroffen zoals nergens onder de joden, waar Ik al eerder gewag van maakte, nog voordat jullie wisten met wie jullie in Mij te maken hebben. En ga nu doen wat Ik jullie heb gezegd!'
Hoofdstuk 125: De Heer getuigt over Zichzelf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Omdat U, o Heer en Meester, ons al zo genadig bent geweest dat U ons steeds grotere verlangen naar U hebt bevredigd en persoonlijk naar ons toe bent gekomen in een tijd dat wij dat niet konden verwachten, hopen wij nu allen overeenkomstig Uw heilig woord met vast vertrouwen dat U ons nooit meer zult verlaten met Uw genade, liefde en zegen, nu wij Uw welbekende wil van nu af aan zeker nog veel trouwer in acht zullen nemen dan tot nu toe het geval was en kon zijn.
Hoofdstuk 127: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer en de leiding van Zijn genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Als jullie dat nu naar volle waarheid begrepen en in je opgenomen hebben, vertrek dan nu en handel overeenkomstig Mijn wil!'
Hoofdstuk 134: De organisatie van de leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarmee heb ik jullie nu volkomen overeenkomstig de waarheid meegedeeld op welke wijze dit kleine gebied van ons plotseling zo bloeiend rijk is geworden, en hier voor jullie staan voldoende getuigen; als jullie het hun willen vragen, zullen ze jullie hetzelfde zeggen!'
Hoofdstuk 136: De waard onderricht de gasten over het veranderde land - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Ik zei: 'Ik vestig wel een eindeloos groot rijk, echter geen aards, maar een Waar Godsrijk voor de ziel en de geest van de mens, dat eeuwig zal bestaan; in dat rijk zullen allen het eeuwige leven hebben die in Mij geloven en overeenkomstig Mijn leer zullen leven.
Hoofdstuk 137: De gasten herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar ga eens naar Jeruzalem en veel andere joodse steden en dorpen, dan zullen jullie verbaasd staan over de meest smadelijke oordelen over Mij! En toch heb Ik overal dezelfde zuivere levenswaarheid onderwezen en grote tekenen gedaan.Wat moet Ik nu met dit ontaarde soortjoden doen?'
Hoofdstuk 138: De bekentenis van de oudste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Mijn oude fout zal ik van nu af aan geheel en al afleggen en mijn gedrag tegenover Joden en heidenen precies overeenkomstig Uw heilige ware raad veranderen.
Hoofdstuk 147: Over het toelaten van wantoestanden en verval onder de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[24] Na deze woorden van Mij zei Dismas, die de hele kwestie toch wat pijnlijk vond, tegen zijn zeer hardnekkige metgezel: 'Laat hen in Godsnaam maar verder gaan! Laten wij eenvoudigweg naar ons gezelschap terugkeren; want met dergelijke mensen, die in het bezit zijn van geheime krachten, wil ik verder niets te maken hebben! Als ze in strijd met Gods wil handelen, zal God hen te zijner tijd wel weten te tuchtigen en vernietigen; als ze echter toch hoe dan ook overeenkomstig de wil van de Almachtige handelen, zullen wij niet in staat zijn iets tegen hen uit te richten.'
Hoofdstuk 163: De Heer en de Farizeeën voor de stadspoort - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Maar deze grote, door iedereen hooggewaardeerde mannen zijn overeenkomstig de wereldse natuurwetten gestorven, en na hun lichamelijke dood hebben ze nooit ook maar het minste teken gegeven dat wat zij hebben geleerd en beweerd, waar is! Ieder uur van de dag doen zich echter aan ieder mens des te meer en sprekender bewijzen voor dat het leven van de ziel niet voortbestaat na de dood van haar lichaam; want wat wij zien, bestaat slechts een bepaalde tijd; wat langer of korter, dat is in feite om het even.
Hoofdstuk 168: De geloofsbelijdenis van de opperstadsrechter - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Naar de schijn te oordelen - die echter altijd bedriegt - zou je natuurlijk wel gelijk hebben, maar wat de innerlijke levenswaarheid betreft absoluut niet; want alles wat jij op de wereld al als levend waarneemt, is in de sfeer van zijn leven duizendmaal onverwoestbaarder dan alles wat jij je als onverwoestbaar kun voorstellen.
Hoofdstuk 170: De Heer stelt aan de opperstadsrechter enkele vragen die tot nadenken stemmen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...