Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

8644 resultaten - Pagina 21 van 577

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[16] Ik antwoordde: 'Ik heb je immers al gezegd dat zij steeds onderricht zijn door afgezanten van Mijn geest, die het licht vanuit Mijn hemelen overbrachten en de mensen al naargelang hun begripsvermogen onderwezen. Deze afgezanten hebben echter bovenal het inkeren in het innerlijk van de geest onderwezen, zodat iedereen die de waarheid in zichzelf wilde vinden, die ook kon vinden; maar dat is, zoals jullie weten, de wedergeboorte van de ziel. Dat inkeren heb Ik jullie ook vaak aanbevolen als een geschikt middel om de ziel vrij en schoon te maken van alle vlekken en smetten van haar zelfzucht en daardoor tot Mij te komen.
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[18] De leerlingen trokken zich nu allemaal terug en dachten veel na over Mijn woorden, die zij zeer ter harte namen.Vooral Petrus -die zich tot nu toe weinig had beziggehouden met de eigenschappen die de geest aan de ziel kan geven -was degene die zich nu sterk beijverde zijn geestelijke oog open te houden, om zichzelf en zijn omgeving beter te leren kennen.
Hoofdstuk 52: De wedergeboorte van de geest - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Iedereen die zich van zijn boeien ontdoet, krijgt een helderder blik op mensen en natuur; eerst alleen op zo'n manier, dat hij denkt dat zijn waarnemingsvermogen veel scherper is geworden; in werkelijkheid betekent het echter dat de geest zich roert, die meer vrijheid van beweging krijgt. Dan moet de mens het tot een gewoonte maken om in zichzelf te kijken, dat wil zeggen de beelden te herkennen die zijn geestelijk oog onafhankelijk van zijn lichamelijke ogen ziet en kan waarnemen; dan zal hij, wanneer hij zich in de liefde tot Mij bevindt en op die basis voortbouwt, snel de eigenschappen van de geest verkrijgen die jullie 'helderziendheid' noemen. Dat is evenwel geen magische, maar een heel natuurlijke eigenschap van de ziel, waarvoor zij zich natuurlijk net zo goed kan afsluiten als jullie in het lichaam je voor het ontwikkelen van verschillende vermogens kunnen afsluiten.
Hoofdstuk 53: Geestelijk schouwen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[8] Daarbij sprak het natuurlijk vanzelf dat bij het beschouwen van de vele dingen die zich aandienen, de ziel er niet alleen genoegen aan mocht beleven dat ze die uiterlijke vermogens ontving zonder de stem van de geest duidelijk in zichzelf te laten klinken. Dat moest steeds allebei samengaan, en dan was ook het ontwikkelen van deze eigenschappen van de ziel bij een gezond lichaam zeker niet verkeerd.
Hoofdstuk 55: De weg tot innerlijke voleinding - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[7] Mij lijkt het daarom zonder twijfel, dat alles wat geschapen is pas het vermogen om te voelen krijgt, wanneer de activiteit van de ziel ver genoeg uitgegroeid is om tegelijkertijd het verlangen naar verdere ontwikkeling tot bewustzijn te brengen. En dat verlangen is de aandrijvende liefde, die de Heer als zacht aansporend middel aan ieder wezen heeft meegegeven, en waardoor het doel van de transformatie van het heelal bereikt wordt -zonder dwang, maar enkel uit het eigen, vrije besluit om de wegen van vervolmaking ook te willen bewandelen. Die drijvende kracht is echter de geest uit God, die pas in de mens levend kan worden, de vorm in zich opneemt en dan voor God staat als overwinnaar die de uiterlijke vorm heeft doorbroken en als het ware in zichzelf heeft doen verdwijnen.'
Hoofdstuk 56: Over het vermogen om te voelen - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Met luide stem sprak Ik nu tot het volk: 'Het uur is nu gekomen dat iedereen aan zichzelf moet ervaren waarheen de wegen leiden die men tot nu toe heeft betreden en ieder moet besluiten of hij naar de Vader wil of niet. jullie hebben Mij hier naar dit huis gebracht, waar de geest Gods vroeger zichtbaar woonde; maar nu is hij uit deze muren geweken, en de plaats is leeg geworden. Maar hij heeft nu een andere plaats gekozen, en ieder mens kan voor zichzelf een tempel bouwen, als hij handelt volgens Mijn woorden en Mijn leringen die Ik jullie heb gegeven.
Hoofdstuk 67: Jezus in de tempel - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[19] De ziel probeert dus het zielenelement, dat de kleinste stoffelijke deeltjes van haar achtergelaten lichaam beheerst, naar zich toe te trekken en met zichzelf te verenigen, omdat daardoor eveneens een soort verlossing van de materie plaatsvindt, of beter gezegd -het reine neemt datgene wat nog onrein is geheel en al in zich op. Dat is natuurlijk een proces dat voor een nog aards mens volkomen onbegrijpelijk blijft, als hij niet vergevorderd is in geestelijke dingen. In ieder geval is deze opwekking van het lichaam door de ziel, die niet snel hoeft te verlopen, even noodzakelijk als het opwekken van de ziel door de geest, terwijl deze geest op zijn beurt weer direct door U, o Heer, wordt opgewekt, dat wil zeggen tot leven wordt geroepen. Deze trapsgewijze volgorde is een bijzonder geheim van Uw schepping, zoals ik pas aan gene zijde heb gezien en ervaren, en zoals ieder mens dat bij zichzelf zal ervaren.
Hoofdstuk 64: De belevenissen van Lazarus aan gene zijde - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[3] Hij (Judas) zei: 'De Heer is beslist een mens met zeer uitzonderlijke kracht en wijsheid, en ik twijfel er ook absoluut niet aan dat Hij en niemand anders de verwachte Messias is; maar die sterke geest, die vaak als een bliksemflits met zijn uitzonderlijke kracht in Hem woont, wordt omsloten door een te zwak omhulsel, dat voor de mensen nog teveel zwakheden vertoont. Het zijn niet alleen zachtmoedigheid en goedheid die de wereld regeren, maar ook de vuist die het zwaard weet te voeren en als het moet, met bloedige gestrengheid ingrijpt, stelt het succes zeker! Als de Heer gedwongen zou zijn Zichzelf en de Zijnen te beschermen tegen de handen van de gretige beulsknechten, zou de in Hem wonende kracht Gods heel anders moeten optreden, opdat Hij niet met de Zijnen ten onder gaat, maar Zijn werk gedijt. Maar op deze manier is het Hem nog altijd mislukt.'
Hoofdstuk 68: Nicodemus en de oversten bij de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[23] De boom van de zonde werd en kon dus alleen door Jezus gebroken worden, omdat hij in zichzelf de geest Gods omsloot, die reeds aan Adam het gebod had gegeven, zonder dat hij het uitvoerde.
Hoofdstuk 75: Over de dood van de Heer - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[12] Zie, Ik wil hen (dat wil zeggen: jouw vrienden en broeders) je allen bij naam noemen: Hl B VI T Z L G D Z G *. (* De verklaring van deze tien letters staat aan het einde van dit boek ) Zij zullen allen Mijn vaderlijke groet ontvangen en vandaag nog, als ze dat willen, zullen de poorten van de hemel, dat zijn de ogen van hun geest, voor hen geopend worden en Ik wil nog heden in hun harten wonen. Slechts één ding moeten zij nog met volharding doen, namelijk, zij moeten hun vlees schoon wassen aan de bron waarin het levende water is en zij moeten een stok nemen die voor de helft zwart en voor de helft wit is; hiervan moeten zij de helft afbreken en het zwarte stuk moeten zij de wereld voor de voeten gooien en het witte stuk voor zichzelf houden als teken dat zij voor altijd met de wereld en met haar vlees gebroken hebben.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[35] En zie, je moet nog dieper schouwen, hoe en waarom Ik alles zo geregeld heb! Zie, de maan heeft vlekken en vele donkere plekken en de aarde heeft koude, maar vaste polen en heeft hoge bergen en heeft diepe dalen en heeft bronnen, beken, rivieren, stromen, zeeën en kleine en grote meren; en de zon heeft vlekken, grote en kleine. Nu zie, dit alles zijn uitwerkingen van de liefde en van de genade, ofwel van de daarmee overeenkomende warmte en van het licht, hetgeen allemaal de eeuwige Liefde is en de macht van de Godheid door Haar. Kijk daarom naar de zwakken en naar de maan, hoe zij op elkaar lijken en haar wezen wordt je verklaard; overdenk al het doen en laten van de sterken en voor je ogen zal de aarde ontsluierd liggen; en van de ene pool tot aan de andere moet de onbeweeglijke rust van de geest in de liefde tot de liefde aanwezig zijn, zodat alles wat de geest omringt in een vaste ordening kan bewegen en daardoor voor het gemeenschappelijke doel van de eeuwige instandhouding bezig kan zijn. Want zie, alles hangt van rust af; zonder deze kan niets bereikt worden en wie niet is als de polen van de aarde, die dringt niet door tot in zijn binnenste, zoals de verbindingslijn tussen de polen het middelpunt van de aarde doorsnijdt. En je liefde moet koud zijn als het ijs op de polen, zodat je in staat bent alle warmte van de goddelijke liefde op te nemen. Want zie, wat warm is, is niet geschikt voor het opnemen van warmte; maar wat koud is in zijn rust, dat is in staat warmte in overvloed op te nemen en het uit te laten stromen in alle delen van het leven. Want zie, wie de warmte, die Gods liefde is, in zich opneemt en die in zich vasthoudt en haar niet verder laat stromen, is een vrek en zijn binnenste zal opgelost worden en hij zal zichzelf vernietigen als het ijs bij het vuur; wie haar echter ontvangt zoals de polen en haar meteen weer doorgeeft aan allen die dichtbij en veraf zijn, bij hem is de goddelijke liefde op de juiste plaats en hij beantwoordt aan de wil van de grote en heilige Gever.
Hoofdstuk 5: Het geheim van de schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[37] Voor Ik jullie echter verder in Mijn huishouding zal leiden, wil Ik je in het kort iets over Mijn engel* (* Betreft het gedicht 'De engel'.) zeggen, - vooral tegen diegenen die vanuit wereldse motieven in bijna iedere regel wel wat op de grammatica aan te merken hadden. Daar hun hart daarbij niet speels is, moeten zij daar waar Mijn zwakke geheimschrijver van Mijn nieuwe Woord ergens een streepje teveel of te weinig gemaakt heeft tengevolge van zijn aloude gewoonte van onopmerkzaamheid, het volgens hun inzicht aanvullen, zo ook wat verkeerd gespeld is en het puntje op de i; maar wie het zou wagen, ook maar één woord te verplaatsen of een betere verklaring te zoeken of zonder noodzaak een bepaalde overbodige basis te zoeken, die zal Ik met boze ogen aanzien. Zoek niet het woord in de zin, maar de zin in het woord, als jullie tot de waarheid willen komen; want de waarheid is in de geest, maar de geest is niet in de waarheid; dat zou ook onmogelijk zo kunnen zijn, omdat de geest vrij is en voorrang heeft op iedere regel om waarheid uit zichzelf te scheppen. Daar jullie dat zelfs al van je genieën zeggen, waarom kijken jullie dan vervolgens met zeer kritisch ogen naar Mijn geest, alsof een schooljongen je het een of andere slechte proefwerk ter correctie zou hebben gegeven?! Daarom, als iemand meent dat Mijn kleding niet deugt voor deze wereld, laat die Mij maar thuis houden; maar het zal voor eenieder verdienstelijker zijn, aan Mijn geschrift een aan haar ontnomen regel toe te voegen dan wereldse kritiek, - want het is veel zaliger om te geven dan om te nemen! Begrijp dit goed! Amen.
Hoofdstuk 34: De landing van de Meduhedieten in Japan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] En Adam zei: "Waar spreken jullie over? Ik ken de zoon van Methusalah en die is pas eenhonderdenzesentwintig jaar oud en heeft nog nooit een vrouw leren kennen!* (* N.B. van 25 juni 1841: "Hier duiden de eenhonderdzesenrwintig jaar niet op de leeftijd, maar geven slechts een toestand aan waarin de mens nog niet tot de juiste verhoudingen is gekomen, d.w.z. honderd voor God, tien voor de broeder en de naaste en één voor zichzelf! Als je dus kunt rekenen, reken dan en je zult er achter komen wanneer de mens geschikt is om wedergeboren te worden. Lamech heeft nog geen vrouw leren kennen omdat hij in de geest nog niet op de trap stond, die gesteld is tot grondsteen van de eeuwige ordening. Ans.W.H. (Anselm W. Hüttenbrenner) is pas honderdzevenendertig jaar oud; - er moet van de zeven en van de drie nog zoveel afvallen. Amen. Dat zeg Ik, jullie Vader. Amen. Amen. Amen." - Methusalah was toentertijd tweehonderddrieendertig en Lamech zesenveertig jaar oud. Vgl. hoofdstuk 110, vers 7! De uitgever.) Waar spreken jullie over? Vervloekt zij de leugen en de mond die haar uitspreekt, en de tong die onwaarheid spreekt in het aangezicht van God! Daarom, bij de vloek van Kiïn, van de moordenaar, spreek, - waar komen die vrouwen vandaan?"
Hoofdstuk 38: De familie van Lamech - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Vlug brak de machtige vinger van God een rib van mijn tweede ik, greep in diens binnenste, haalde een worm uit zijn binnenste en sloot tenslotte weer de plaats waar de machtige vinger van de Heer zich een weg had gebaand om de zichzelf beminnende begeerte weg te nemen. Daarna zag mijn tweede ik er echter niet zo bekoorlijk meer uit als tevoren; zijn vorm was aan de mijne gelijk en ik ondervond niet meer de aantrekking ervan, maar wij beiden werden door de eeuwige Liefde aangetrokken. Toen zag ik de geest in een sluimering geraken en in deze sluimering loste hij zich op en ging in mijn gehele lichaam over en wij werden volkomen één.
Hoofdstuk 40: Adams rede over zijn val - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Een hen heeft toch nog nooit een leeg ei gelegd; wij weten ook maar al te goed dat de inhoud van het ei er eerder moet zijn dan de witte, harde, goedgesloten schaal! Of kan iemand die enige wijsheid bezit, aannemen dat de geest pas in het lichaam ontstond en zich daar vormde en ontwikkelde? Ja, wie daartoe in staat zou zijn, moet toch immers nog duizend maal onverstandiger en veel onwijzer zijn dan iemand die een woning zou willen bouwen voor iemand die er nog helemaal niet is, omdat hij in de dwaze veronderstelling verkeert, dat als de woning er maar eenmaal staat, die wel in en uit zichzelf een bewoner zal verwekken!
Hoofdstuk 43: Henoch verklaart de woorden van Adam en Kenan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...