Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1309 resultaten - Pagina 21 van 88

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[1] (DE HEER:) 'De mensheid ligt nu in een uiterst donkere nacht begraven en slaapt een slaap der doden; al hun kennis is een ijdel dromen en niemand weet de ander te zeggen hoe het zit. Er zijn wel een heleboel verschillende leraren en leiders, -maar wat hebben die voor nut?! -Ze zijn allemaal even blind als hun volgelingen; komen ze bij een kuil, dan vallen zowel gids als volgeling erin, en geen van beiden vindt een uitweg uit de verderf brengende kuil.
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar denk daarom vooral niet dat de mensen zich niet graag aan een goede leider zouden toevertrouwen! Wat is voor een blinde meer welkom dan een ziende gids, en des te meer als de gids met een goed en echt waar geweten tegen de blinde kan zeggen: 'Vriend, nu ben je weliswaar nog blind, maar als je mij trouwen gelovig volgt, zul je in korte tijd zelf kunnen zien! ' En als de blinde dan vol vertrouwen met de ziende gids meegaat en na korte tijd zijn ogen een niet onbeduidende schemering beginnen waar te nemen, -wat zal zijn hart dan gaan zwellen van vreugde!
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] MATHAËL zegt: 'Ja, mijn Heer en mijn God, alles is me nu duidelijk en vooral ook, datje eerst moet geloven aan een God, voordatje Hem kunt liefhebben! Het geloof mag echter geen blind geloof zijn, maar moet vol licht zijn, dat wil zeggen dat je in moet zien wie en wat een God is. Je moet van Zijn wijsheid, macht, grootheid en Zijn bestendigheid een helder en voor het verstand duidelijk begrip krijgen, om daarna pas over te kunnen gaan in de volle liefde voor de God die je op die manier hebt aangenomen.
Hoofdstuk 119: Het verschil tussen een ware en valse leider - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar dit alles zal geen enkele afbreuk doen aan Mijn ware en zuivere leer als zodanig; want het hier door Mij tot jullie gesproken woord zal door jullie ook weer verder verspreid en besproken worden, en jullie zelf zullen je niet meer precies letterlijk van Mijn woorden bedienen, wat ook helemaal niet meer nodig is. Maar de innerlijke geest ervan zal toch blijven bestaan.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Wie echter welgesteld is, en als zodanig alleen maar echte grote vreugde ondervindt door te geven, en de arme er niet op aankijkt dat hij hem al diverse keren een kleine gave heeft geschonken, is dan wat dit punt betreft reeds klaar om Mijn rijk binnen te gaan, als hij tenminste geen rekening hoeft te houden met een andere kleine fout in zijn ziel.
Hoofdstuk 125: De noodzaak om zichzelf te onderzoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Als iedereen dit uit ware, edele naastenliefde voor het leven doet, dan zullen er in een samenleving spoedig nog maar heel weinig mensen zijn die men 'armen' zou kunnen noemen. Behalve mensen die lam zijn, gebrekkig, blind, doof en melaats, zullen er weinigen meer zijn die de gemeenschap tot last zijn; maar deze moeten dan wel met een vreugdevol hart voorkomend verzorgd worden.
Hoofdstuk 126: Naastenliefde als regelaar van spaarzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En zo vergaat het nu de oude Schrift en de profeten. Men vereert het oude boek op een altaar, aanbidt het schrikbarend dom en blind als een godheid en bekommert zich verder helemaal niet om de inhoud, en nog minder en nog zeldzamer handelt men ernaar. Dan lijkt zo Iemand (een Farizeeër) immers volledig op een aap die vrolijk op de dikke takken rondspringt, en degene die hem wil verdrijven er meteen van langs geeft en hem op de vlucht jaagt, omdat de aap een aap is en de kostbare boom gebruikt voor een heel ander doel dan er in de boom van nature is te zoeken en te vinden.
Hoofdstuk 128: De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Een waarheid, al is deze nog zo verhuld, is en blijft als zodanig niettemin eeuwig waarheid en zal zich later ook zo manifesteren. Vriend, een waarheid kun je naar gelang de omstandigheden omhullen en omkleden zoals je maar wilt en kunt; dat hangt helemaal af van het bevattingsvermogen van degene, aan wie de waarheid gepredikt wordt. Kinderen worden met melk en honing en zelfs zacht brood gevoed, terwijl men een man wel een steviger kost kan aanbieden. Dat is dan allemaal heel goed, als het binnenste maar waarheid is; op het noodzakelijk omhulsel wordt weinig of helemaal niet gelet. Het zou ook echt heel onwijs zijn en indruisen tegen ieder gezond verstand, als iemand Mijn hulp nodig had en Ik wel wist dat hij eerlijk was, maar hem niet aan zou kijken omdat hij een Perzische mantel aan had! Een waarheid verhullen als dat nodig is, is geen zonde; maar een duidelijke leugen en duidelijk bedrog in het kleed van de waarheid verpakken, is zonde en wordt door Mij voor eeuwig verworpen!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Stel je voor hoe dwaas het zou zijn van ieder van ons, als wij bijvoorbeeld met een blinde er over zouden willen twisten als hij op een voor hem onbekende weg over een steen zou struikelen, op de grond zou vallen en zichzelf zou verwonden. Ja, als hij kon zien, dan zou men inderdaad kunnen zeggen: 'Vriend, waarom heb je dan twee ogen in je hoofd?' Maar een blinde kan men een dergelijk verwijt niet maken; want hij heeft geen levenslicht, voor hem gaat geen zon op noch onder. En zo waren ook wij geestelijk blind en kon niemand ons ook hulp bieden en op het juiste pad brengen! Ook al zijn wij vaak gevallen op het pad dat we niet zagen, wie kan ons daarvoor ter verantwoording roepen, zodat we beschaamd staan?! Wisten wij dan wat wij nu weten? Van wie hadden we dat moeten vernemen? Maar nu we het weten, zullen we er ook naar handelen, zoals we tot nu toe altijd gehandeld hebben naar hetgeen we wisten.
Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Wanneer er volgens jullie uitspraken een of andere nog zo geringe muiterij in het geheim voorbereid zou zijn, dan zou ik daar waarlijk van weten en mijn talrijke gerechtsdienaren zouden meteen volop aan het werk zijn gezet! Wat jullie in deze brief dus als verklikkers aanbrengen is, evenals de ondertekening van Herodes, een grote leugen waarmee jullie mij, als ik blind was geweest, voor een heel ander doel gebruikt zouden hebben. Alleen, dat dit bij mij absoluut niet opgaat en ook nooit op zal gaan, daar zijn jullie nu hopelijk wel van overtuigd. Derhalve: kom met de waarheid voor de dag, opdat ik duidelijk kan zien waar ik met jullie aan toe ben! Maar denk er goed aan: Kijk, zo zuiver als de zon nu van achter de bergen aan de overkant van de zee opgaat, zo zuiver moet ook de waarheid zijn van hetgeen jullie mij nu gaan zeggen, -dan zal ik me ook aan mijn woord houden tegenover jullie! Spreek nu!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar weten jullie hoe dat komt? Dat zal ik je vertellen: De zwelgende veelvraat, wiens maag nog nooit een leegte gevoeld heeft, kan zich onmogelijk het gevoel van een hongerige maag voorstellen; de dove kan zich nooit voorstellen hoe het iemand te moede is als hij de harmonie van een zuiver gestemde eolusharp verneemt; zo kan ook iemand die blind is, zich er geen voorstelling van maken hoe het is om te zien, en voor zijn gevoel is het zo, alsof alle mensen blind zijn. Precies zo, maar eigenlijk nog erger, vergaat het iemand die geestelijk blind is en geen weet heeft van de waarheid! Hij denkt niet alleen dat alle mensen even dom zijn als hijzelf is, maar hij houdt ze voor nog veel dommer; want zichzelf vindt hij immers helemaal niet dom, maar wijs. Hij kan niet begrijpen hoe B even verstandig en wijs zou kunnen zijn als hij zichzelf als A voelt. En dat is er de oorzaak van dat zulke hoogst verwaande domme mensen, wanneer ze iets van plan zijn, alles zo dom mogelijk aanpakken, zoals jullie dat zojuist maar al te duidelijk hier voor mij aan de dag hebben gelegd.
Hoofdstuk 150: De domheid en blindheid van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In de loop der tijd raakt de mens geheel en al thuis in zijn duivelse zaken en denkt bij zichzelf ' Als je al voor nar geboren bent en ook als zodanig werd opgevoed, blijf dan wat je bent! Als je maag maar in orde is, dan is ook verder alles goed! Eet en drink en geniet van het leven zo lang en zo goed als er maar van te genieten valt! ' Komt dan de laatste dag, het laatste uur, dan worden alle banden losgemaakt en alle wetten hebben voor hem, die in zijn niets is teruggekeerd, voor eeuwig opgehouden te bestaan!
Hoofdstuk 151: De tempelmoraal van de Farizeeër. Mozes' wonderen door de Farizeeër belicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] DE FARIZEEËR zegt: 'Dat is nou precies het duivelse ervan! Omdat je, terwijl je nog blind bent, lid van deze kaste wordt! Als je ziende was geweest, zou je je er waarschijnlijk nooit bij aangesloten hebben. Maar nu je er eenmaal bij bent en ziet dat de hele wereld een gekkenhuis is, wel, dan speel je noodgedwongen mee voor nar omwille van je lieve maag en ook, omdat het heilzaam is voor je huid die graag gezond wil blijven! Desertie wordt bij onze kaste om begrijpelijke redenen nog altijd meedogenloos bestraft met de geenszins aangename stenigingsdood! - Ik denk, dat dit antwoord ook zeer begrijpelijk en voldoende duidelijk is."
Hoofdstuk 152: Nog meer verklaringen van wonderen in het oude testament - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kan de ware machtige liefde zichzelf als zodanig ooit geheel herkennen onder mensen die zelf puur liefde zijn?! Wat voor toetssteen tot oefening in geduld, deemoed en zachtmoedigheid moet men geven aan mensen, die reeds vanaf hun geboorte vol van liefde zijn?!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De beweegreden die B naar de meester voerde was een heel andere en moest daarom op hem ook een heel andere uitwerking als gevolg hebben. Bij B ging het niet om het brood, daar dacht hij helemaal niet aan, maar alleen om de kunst, om de kunst als zodanig. Zijn streven dat al het andere op de achtergrond plaatste, was enkel en alleen om zo intens mogelijk vertrouwd te raken met alle geheimen van de kunst die hij wilde leren.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...