Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2200 resultaten - Pagina 21 van 147

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[10] De ANDEREN zeggen als uit één mond.:"Wij vinden het net zo wonderbaarlijk als jij maar zelf kunnen wij dat met verklaren! Laat daarom deze wijze man maar voor jou en voor ons allen spreken.
Hoofdstuk 195: Het suizen van de wind bij Elia en bij ons. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] Het ons door U uitgelegde beeld van Elia is weliswaar heel treffend en mooi met betrekking tot de te verwachten Messias, die hoogstwaarschijnlijk alleen maar zuiver geestelijk gezien moet worden, - maar wat de andere profeten daarover voorspellen is uiterst mystiek, heeft een goede uitleg nodig en een nog beter geloof, dat gelukkig bij ons helemaal niet meer te vinden is!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Wij vinden het gewoon prijzenswaardig dat wij weinig of helemaal geen geloof hechten aan dergelijke buitengewone zaken. In plaats daarvan geloven wij des te intenser in de enige ware God, die zonder enige twijfel door Mozes tot de kinderen van deze aarde heeft gesproken!
Hoofdstuk 196: De Heer vraagt de Perzen over de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Want zie je, diezelfde mens die toen in Bethlehem in een schaapsstal werd geboren uit een jonge maagd en aan wie de drie wijzen, die jullie sterrenkoningen noemen, goud, wierook en mirre ten geschenke brachten, ben Ik - tóen een pasgeboren kind en nu een man in de bloei van zijn leven! Hoe bevalt jullie deze vreemde samenloop van omstandigheden en wat vinden jullie ervan?
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zeg: "Helemaal niet! Het goede en ware, dat een mens door gestaag zoeken ontdekt, is evenveel waard als dat, wat hem door God rechtstreeks wordt geopenbaard. Want het zelf vinden van een waarheid is eveneens een openbaring van boven, maar een indirecte, en het middel daartoe was het gestage zoeken.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Als de ziel tijdens de echte momenten van levensactie in het genoemde levenscentrum in het hart komt, heeft zij daardoor ook de openbaring van Gods geest bereikt, die zich in ieder hart bevindt en zij kan daar niets anders dan alleen maar de eeuwige, onveranderlijke waarheid uit God in zichzelf vinden. Dat is dan een - indirecte openbaring en het onderscheid met de directe is slechts, dat God, wanneer er grote duisternis onder de mensen heerst, geschikte mensen buiten hun toedoen opwekt en hun ziel eveneens naar hun levenscentrum leidt, om van daaruit de andere blinden het licht weer te brengen dat hun de ogen opent.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Zij beginnen daarover na te denken en vinden niet zelden met hulp van de satan bepaalde zaken en zij houden wijs lijkende toespraken, waardoor de mensheid, die leek is op het gebied van alle kennis, tenslotte het verschil niet meer kan bepalen tussen wat waar en echt is en wat onwaar en slecht is.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk, verheven heer en meester, dat zijn de veelbetekenende woorden van de profeet. Maar wat moet je daar nu uit opmaken? Welke en waar is de berg, waarop de Heer ons een heel vreemd uitziend vet maal zal bereiden uit zuivere wijn, vet, merg en nogmaals uit wijn zonder droesem? Wie dat lekker zal vinden, moet wel een erg gezonde maag hebben!
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] JURAH zegt: " Ja, dat houdt mij ook bezig en is nu mijn grootste zorg! Ik vermoed, dat iets hier heel duidelijk zichtbaar zal worden, alleen begrijp ik niets van die hoge heidenen, want die schijnen Hem van levensbelang te vinden!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] IK zeg: "Heel goed, heel goed, beste vrienden! Ik kende jullie en leidde jullie op een weg naar Mij, zoals de profeet Elia die kreeg aangezegd. In de machtige storm was Mijn wil, in het vuur Mijn kracht, maar in het zuchtje wind ben Ik Zelf. En zo moesten jullie ook door een ontzettende storm en door water en vuur, om bij Mij te komen. Maar nu zijn jullie bij Mij en hebben Mij, de lang gezochte, gevonden. Hoe moeilijk Ik echter voor menigeen te vinden ben, toch ben Ik, als Ik eenmaal ben gevonden, nog veel moeilijker te verliezen! Zij, die Mij in hun hart hebben vastgegrepen, worden door Mij óók vastgegrepen. Wie mij echter heeft vastgegrepen, kan Mij wel weer loslaten, maar Ik zal hem toch nooit meer loslaten. Want Mijn liefde duurt niet tijdelijk, maar eeuwig en wie haar in zijn hart heeft opgenomen, kan Mij nooit meer kwijtraken! Want Mijn liefde houdt hem voor eeuwig vast in toom, opdat hij in eeuwigheid niet meer helemaal van Mij af kan dwalen. En zo zal het met jullie ook gaan! Jullie zullen wel in omstandigheden en wereldse toestanden terecht komen waarin het voor jullie wat moeilijk zal worden Mijn naam te belijden en het geloof vast te bewaren -want binnenkort zullen er dingen gebeuren, omdat ze moeten gebeuren, die jullie ten opzichte van Mij kleingelovig zullen maken -, maar Ik zal jullie op het juiste moment wel weer sterken en het kamertje van jullie hart geheel verlichten. Daarna zullen jullie terwille van Mijn naam niet meer in verzoeking komen, maar steeds in Mijn liefde en Mijn kracht blijven.
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Jouw twee zonen moeten echter nog één keer de oevers van de zee afzoeken! Langs de oevers drijven nog een paar lijken; het zijn een aantal arme Joden met hun vrouwen en kinderen. Ik wil niet dat zij, of ook anderen, de dood zullen vinden terwijl Ik hier verblijf. De zee is spiegelglad en de sterren schijnen vandaag bijzonder helder. Je zoons kunnen die taak gemakkelijk volbrengen en dat te meer, omdat zij goede hulp kunnen krijgen van de hier aanwezige schippers van Kisjonah, van Ebahl uit Genezareth en van de scheepslieden van Cornelius. Ongeveer negen personen drijven langs de oevers over een afstand van hooguit anderhalf uur gaans, die moeten zij hierheen brengen. Zij moeten hen dan met de gezichten naar beneden gekeerd op een wat aflopende bodem neerleggen en zo tot morgenochtend laten liggen! Morgen zal Ik hen dan pas opwekken!"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] JURAH zegt: "Ach ja, hier zijn licht, liefde en de hoogste waarheid in één punt verenigd! Ja, Heer en Meester van eeuwigheid, zo zou ik graag de gehele wet van Mozes belicht willen zien, dan zou men pas volkomen vast in Uw eeuwige orde kunnen leven en verkeren! Dan zou de satan daarna beslist geen gat meer vinden waardoor hij, als een in een schaapsvel vermomde wolf, in Uw helder verlichte heiligdom zou kunnen binnensluipen en van Uw heilige geboden menselijke wetten maken!"
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Deze daad mag niet buiten de sfeer van de ware naastenliefde plaats vinden. Een hoofdregel voor de ware naastenliefde luidt echter: 'Doe uw naasten datgene, wat u zelf wenst dat uw naasten u zullen doen!'
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Bovendien heb ik nóg een opmerking en ik vraag jullie: Waar, buiten de kringen van de kinderen Israëls, bestond er ooit een volk dat in wijsheid en kracht begenadigder was dan wij, als echte nakomelingen van Abraham, Isaäk en Jacob?! Als iemand dus in het huis van Jacob de ware wijsheid en haar kracht niet vond, waar zou hij die dan anders hebben kunnen vinden?! Ik weet ook wel iets over de geheime school van Egypte en wat daar geleerd werd! Ja, die school in Karnak kwam heel misschien wel tot in de voorhof, maar in het allerheiligste, het binnenste, kwam zij echt nooit!
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar ik heb eerst een bepaalde vraag vooraf en die is "Ik ben een zondig mens en u een heilige van God, zult u mij wel een mij bevredigend antwoord waard vinden?"
Hoofdstuk 218: Reiservaringen van Murel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...