Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5489 resultaten - Pagina 21 van 366

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[13] Luister, hij spreekt: o geliefde broeders, de genade van onze Heer Jezus Christus zij met jullie en de liefde van de Vader in de Zoon en in gemeenschap van de Heilige Geest! Wat heeft jullie bewogen om hier te komen? Wie was jullie gids? Jullie durven niet te spreken, maar ik vermoed het wel in mijn hart, wiens liefde zo groot is dat zij de door haar verlosten naar de heilige bron van het eeuwige leven leidt! 0 lieve broeders, ik zeg jullie in de naam van mijn boven alles geliefde Heer Jezus Christus, houd je vast aan Hem, houd vast aan Zijn liefde en je zult niet, ja eeuwig niet te gronde gaan. Zalig zijn weliswaar degenen die geloven dat Hij Christus is als waarachtige eeuwige Zoon van de levende God, maar alleen zij die Hem boven alles liefhebben, zullen in Hem de heilige Vader aanschouwen; want pas door de liefde worden wij waarachtige kinderen van God.- En daarom zeg ik, de oude Paulus tegen jullie: houd je aan de liefde dan hebben jullie het eeuwig leven in je! Gegroet, de genade van onze Heer Jezus Christus in de Vader en in de Geest zij met jullie! -
Hoofdstuk 9: De sfeer van de vierde geest. Het geheim van de Mensenzoon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Angstig vragen jullie nu: Vader, wat gaat er met die armzalige slaven van deze draak gebeuren? Maar Ik zeg jullie: kijk nog maar eens heel goed, dan zullen jullie spoedig ontdekken hoe deze slaven achter hun draak met vurige zwaarden in de hand juichen en zeggen: ere zij jou, machtige vorst, dat je de volkeren van de aarde hebt overwonnen en de hemelen aan jou schatplichtig hebt gemaakt! Want zo ben je een machtige rechter geworden tussen God en alle schepselen. Hemel, aarde en alle afgronden moeten voor jou buigen en de verdiensten en werken van de Zoon uit God heb jij overwonnen en jij hebt ze op aarde, boven de aarde en onder de aarde schatplichtig aan jou gemaakt. - Wel, wat zeggen jullie nu tegen deze aanhangers van deze draak nadat jullie dit hebben gehoord? Jullie huiveren tot in het diepst van je wezen. Maar Ik zeg jullie: blijf maar op je nauwe standplaats staan, kijk met vaste blik in de richting van de avond, dan zullen jullie dadelijk een andere scène voor ogen krijgen.
Hoofdstuk 11: De sfeer van de zesde geest. De rots Petrus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Let nu goed op: deze schamele landman hier bezat op aarde een vermogen van rond de twee miljoen zilveren guldens. Volgens jullie wettelijke rentevoet bracht dit aanzienlijke kapitaal hem jaarlijks honderdduizend zilveren guldens aan rente op. Van dit kapitaal heeft deze man op aarde zo'n volle dertig jaar lang de vruchten geplukt. Daardoor is zijn oorspronkelijke vermogen nog met drie miljoen zilveren guldens toegenomen. De kosten van zijn huishouding bestreed hij met de samengestelde interest. Van deze samengestelde interest, die eveneens heel aanzienlijk was, deed hij ook allerlei uitgaven voor liefdadige doeleinden, die aan het eind van zijn leven bij elkaar opgeteld zo'n vijftigduizend gulden bedroegen. Hoe verhoudt zich deze som tot zijn basiskapitaal en de jaarlijkse rente die dit kapitaal opbrengt? Het is een vijfde deel van zijn jaarlijkse hoofdinkomen. Hij ontvangt echter jaarlijks, nadat zijn kapitaal tot vijf miljoen is gestegen, het vijfvoudige bedrag aan basisrente, terwijl de som van vijftigduizend gulden die hij aan liefdadige doeleinden besteedt, over zijn hele leven is verdeeld. Deze som wordt bij ons nauwkeurig over die dertig jaar verdeeld en het jaarbedrag wat daar dan uitkomt wordt als kapitaal aanvaard. Over dit kapitaal krijgt hij nu rente vergoed. Dit kapitaal maakt nu zijn hele bedrijf uit en de opbrengst van dit bedrijf stemt precies overeen met de wettige rente. De twee personen die zich aan zijn zijde bevinden, zijn z'n vrouw en een overleden zoon. Deze hebben in zekere zin in de geest van hun vader meegewerkt; daardoor hebben zij helemaal geen eigen kapitaal, maar moeten alle drie van de renteopbrengst van dit boerenbedrijf leven.
Hoofdstuk 23: Wie spaarzaam zaait zal mager oogsten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Op zo'n plek wordt dan halt gehouden, men knielt neer en dankt God zoals de geestelijke voorstelt, en wel eerst God de Vader, dan de Zoon en ten slotte God de Heilige Geest.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Opnieuw gesterkt begint men aan de tocht over deze uitgestrekte hoogvlakte en zie eens hoe bijzonder vlug onze stoet zich hier nu voortbeweegt. De hemelse wolken komen alsmaar dichterbij en we bevinden ons reeds onder het hemelse wolkendek. Jullie zien daar een hoge muur met daarin een gouden poort, die echter gesloten is. De geestelijke treedt naar voren en zegt: lieve kinderen, we hebben gevraagd en ons werd gegeven; we hebben gezocht en hebben gevonden. Nu komt het op het kloppen aan. Dus mag de drager van het kruis daarmee het eerst aankloppen en wel drie keer: in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, dan zal de poort zeker worden opengedaan.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] O, wat was ik dom! Was ik maar een vrolijke hoer geworden, dan had ik nog wat genoten! Nu is op mij het spreekwoord: `Een bange hond wordt zelden vet', van toepassing. Nee, beste vriend, als het werkelijk is zoals u daarnet hebt gezegd, dan zou ik wel alles willen verwensen en vervloeken! Maar nee, dat zal ik niet doen. Als het me echt slecht zal vergaan zal ik toch, al is het maar gewoontegetrouw, God en de zalige maagd Maria aanroepen. Op aarde, dat kan ik me goed herinneren, heeft het aanroepen van Christus en onze lieve vrouw mij toch enige malen geholpen; daarom denk ik, ook al zouden zij niet bestaan, dat ik door dit aanroepen misschien niets gewonnen maar toch ook niets verloren heb. Ik hoef me trouwens echt geen verwijten te maken dat ik door mijn levenswandel bij wijze van straf nu hier, in dit duistere oord moet zijn. Het enige is dat ik me misschien te veel met de geestelijken heb opgehouden, hetgeen echter mijn eer en zedelijkheid niet heeft aangetast, want op dat gebied heb ik me nooit iets gegund. Wel heb ik vaak mensen die me slecht leken, zwartgemaakt en heb hen soms, natuurlijk alleen maar bij de geestelijkheid, ook flink door het slijk gehaald. Met hen heb ik ook alle lutheranen, joden, Turken en heidenen in Naam van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest vervloekt; maar de geestelijke heren hebben gezegd dat men dat als een rechtgelovige christin zeker moest doen. Zij zeiden echter wel dat men daarnaast ook voor hen moest bidden, opdat zij konden overgaan tot de ware religie. Dus heb ik ook dat gedaan en heb hen eerst, zoals het betaamt, vervloekt en daarna voor hen gebeden. Alleen zal dat misschien enigszins verkeerd geweest zijn; verder zou ik werkelijk niets weten. Aan de armen heb ik ook gegeven; weliswaar niet zoveel, want ik gaf mijn vermogen liever aan de kerk, omdat ik dacht dat de geestelijken het beter konden verdelen dan ik. Zo ben ik, hoe meer ik over mezelf nadenk, echt `volkomen onschuldig' hier terechtgekomen. Maar natuurlijk, als het is zoals u eerder zei, dan heeft mij het ene evenmin als het andere geschaad nog gebaat.
Hoofdstuk 30: Een geestelijk filosoof en een kwezel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Kijk, nu schrikt onze gast en zegt tegen de tafeldienaar: ja beste vriend, dat zie ik wel in, maar ik heb op aarde ook horen spreken over het eeuwige aanschouwen van God. Ik zie daar ver op de achtergrond wel Abraham, Isaäk en Jacob, maar van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest is nergens iets te bespeuren.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ook moet ik oprecht bekennen, dat mijn innerlijke strijd om de Heilige Geest in de vorm van een duif lief te hebben, tevergeefs was. In dat geval had ik even goed een stuk hout kunnen liefhebben als deze derde goddelijke hoogst onpersoonlijke persoon. De Heilige Geest werd met mijn liefde dus het minst bedacht en wel omdat ik het nooit zover heb kunnen brengen om zijn wezen te doorgronden en mij daarbij iets voor te stellen. Vader en Zoon lagen mij steeds nader aan het hart; als het er maar geen twee waren geweest, maar alleen óf de een óf de ander, dan zou ik in staat zijn geweest heel veel hetzij van de ene of van de andere te houden.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[23] Johannes zegt immers ook: `In Christus woont de volheid van God' en hij zegt ook: `In het begin was God; en God was het Woord en het Woord was bij God; het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.' Jullie zeggen weliswaar dat er geschreven staat: `In het begin was het Woord, God was het Woord, want het Woord was bij God en God was in het Woord.' Dat betekent hetzelfde, want God en Woord is een en hetzelfde als Zoon en Vader. Of wanneer jullie zeggen: Woord en God, wat eveneens hetzelfde is als Zoon en Vader, is het ene niet eerder dan het andere, want Vader en Zoon of God en het Woord, of liefde en wijsheid zijn vanaf alle eeuwigheid volkomen één. Daarom mogen jullie de tekst uit Johannes ook draaien zoals jullie willen, zijn getuigenis heeft steeds dezelfde betekenis, namelijk dat de Heer Eén is, zowel als Vader, als Zoon en als Geest!
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[24] Jullie vragen hoe men het dan moet begrijpen dat de Heer zegt, dat de zonde tegen de Vader en de Zoon vergeeflijk is, maar de zonde tegen de Heilige Geest' niet. Dat is toch heel begrijpelijk; wie strijdt tegen de goddelijke liefde wordt door de goddelijke liefde gegrepen en geheeld; wie strijdt tegen de goddelijke wijsheid wordt door de goddelijke wijsheid eender behandeld. Maar zeg zelf eens, als er een dwaas zou zijn die werkelijk tegen de oneindige goddelijke macht en kracht in opstand zou willen komen, wat kan hem anders te wachten staan dan dat de oneindige goddelijke kracht hem eveneens aangrijpt, maar hem dan weg blaast de oneindigheid in, vanwaar hij een hopeloos lange terugweg zal hebben te gaan om mogelijkerwijze weer dichter bij Gods liefde en erbarming te komen.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Kijk, dit probleem bestond uit het volgende: als ik zo'n volmaakte godhostie bekeek, dan kwam vaak deze vertwijfelde gedachte bij mij op waarin ik mij afvroeg: als dit de volmaakte, ware God is zoals het geloof me leert, hoe ziet het er dan met de eigenlijke God in de hemel uit? Moet Hij dan altijd helemaal naar beneden komen, of blijft de Vader in de hemel terwijl de Zoon naar beneden komt, of vervult de Heilige Geest deze dienst?
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Ik heb weliswaar vaak heimelijk gedacht: als Christus zich maar eens vanaf Zijn hoge troon ergens heen had begeven waar ik Hem heel alleen te pakken had kunnen krijgen, dan had ik Hem waarlijk uit het diepst van mijn hart kunnen liefhebben, maar met mijn veel te geringe liefde voor dit ontoegankelijke licht, heb ik, zoals gezegd, de Vader noch de Zoon in hun ontoegankelijke licht kunnen naderen. Ik vind het trouwens volkomen tegennatuurlijk om liefde, of het nu een geestelijke of een lichamelijke betreft, op iets in de oneindigheid te richten, want liefde verlangt een bereikbaar object, iets onbereikbaars liefhebben vind ik klinkklare onzin.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Als we hier ergens Christus de Heer eens konden ontmoeten, en wel zoals Hij eens op aarde heeft geleefd en Zijn apostelen heeft onderricht, dan zou dat voor mij bij al dit moois wel het allerhoogste genot zijn. Want één ding moet ik jullie nog eerlijk bekennen: de aanblik van de goddelijke drie-eenheid is op zich wel heel verheven, maar ik zou mij werkelijk in het diepst van mijn hart een infame leugenaar voelen als ik zou beweren dat deze aanblik mij ook maar enigszins een warm gevoel van liefde zou hebben gegeven. Ik heb mij daar wel zoveel mogelijk toe gedwongen, maar het is me niet gelukt om de drie personen in gelijke mate met liefde te omvatten. Want hield ik van de Vader, dan kon ik niet tegelijkertijd ook van de Zoon houden. Toen ik mij daarvan bewust werd, kwam de gedachte bij mij op dat de Vader evenals de Zoon dit wel eens ongunstig konden opvatten. Wilde ik alleen van de Zoon houden, dan vroeg ik me af of de Vader daar wel tevreden mee zou zijn.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Dat was nu, beste vriend, mijn fantasie nummer twee. Bij nummer drie had ik nog een andere en wel over de Christus uit het evangelie. Nu moet ik je wel oprecht bekennen, dat ik op deze werkelijk voortdurend net als een Magdalena verliefd was. Als ik over Hem droomde en zo menige scène uit Zijn levensloop voor mij zag, dan, moet ik je zeggen, stond mijn hart steeds in vuur en vlam. Ik weet ook niet hoe het kwam en ik kon doen wat ik wou, toch was ik ondanks de katholieke leer niet in staat Hem als een onverbiddelijke rechter te beschouwen. Want de scène met de moordenaar aan het kruis en de manier waarop Hij stervend aan het kruis voor zijn beledigers de Vader om vergeving vroeg, verder het verhaal van de verloren zoon, van de barmhartige Samaritaan, van de tollenaar en de farizeeër in de tempel en dat van de echtbreekster en nog vele andere, waren altijd als een sterke muur waartegen mijn gehele katholieke rechtersgeloof niet was opgewassen. En zo stelde ik mij dan ook op mijn manier de hemel voor en wel als volgt:
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] De Heer zegt: lieve vriend, broeder en zoon, kijk, Ik sta hier toch voor je; heb Mij maar lief zoals je kunt, want Ik heb jou immers geschapen om Mij zalig lief te hebben en opdat je voor Mij een lief en dierbaar kind zou zijn, dat ik nu ook vanuit Mijn goddelijke overvloed als Vader kan liefhebben!
Hoofdstuk 61: De maaltijd bij de Vader aan tafel. Lam, brood en wijn - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...