Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

448 resultaten - Pagina 21 van 30

...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30
[8] Uit wat jij, vriend Leander, ons van Zijn woorden hebt meegedeeld, blijkt duidelijk dat onze grote Nazarener de uit de hemelen in deze wereld gekomen Messias is, getrouw naar waarheid volgens de vele beloften van de profeten en toegerust met alle goddelijke wijsheid en macht, waarin ik nu onwrikbaar geloof; want Hij heeft ons dat immers overduidelijk bewezen, doordat Hij door de macht van Zijn alles doorschouwende en alles kennende wijsheid en door de puur goddelijke macht van Zijn wil de hevige storm op het meer liet ontstaan, waardoor de trouwe jachthonden van Herodes hun beslist allang verdiende loon hebben gekregen. Hem zij dus alle eer!
Hoofdstuk 205: Het goede inzicht en het goede plan van de overste (10.6.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[20] De enigszins pijnlijk getroffen schriftgeleerde zei: 'Vriend, wij zijn priesters en hebben volgens de Goddelijke Raad ook op een sabbat het volste recht om in naam van de tempel in Jeruzalem te handelen, omdat wij eigenlijk de levende wet van Mozes zelf zijn. Bovendien zal het jullie niet onbekend zijn dat die zekere Nazarener, die zich voor de beloofde Messias uitgeeft en daarbij de tempel vervolgt, al sinds geruime tijd een nieuwe sekte opricht en door zijn tekenen groot en klein het volk verleidt en van ons afkeert. Wij hebben weer opnieuw bericht gekregen dat hij nu eens hier en dan weer daar optreedt en onderricht, heel uitzonderlijke tekenen doet en het volk overal tegen de tempelopzet; en daarom moesten wij volgens de Goddelijke Raad in de tempel ook de sabbat gebruiken om te weten te komen waar die volksverleider zich bevindt en wat hij doet. Nu weten jullie waarom wij ook op een sabbat een reis hebben ondernomen -en dus kunnen jullie ons nu ook vertellen waar jullie vandaan komen en welke reden jullie voor je reis hebben. Want jullie zijn onmiskenbaar ook reizigers, wat wij aan jullie gebruinde gezichten en handen zien.'
Hoofdstuk 117: Tempeldienaren uit Jeruzalem zoeken de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] En een van hen zei: 'Luister, als Hijzelf dat wil en toelaat, kan het wel gebeuren dat de slechten zich aan Zijn lichaam kunnen vergrijpen, echter zeker niet tot hun vermeende voordeel, maar tot hun ondergang, wat bij de oude en jongere profeten heel duidelijk over de Messias wordt aangeduid! Laten we ons dus niet onnodig en tevergeefs zorgen om Hem maken; want Hij weet het beste en duidelijkste wat Hem voor het ware heil van alle mensen te doen staat.Wij willen en zullen altijd en onder alle omstandigheden in Hem geloven en Hem als de Zoon van God ten volle vereren.'
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Maar na dat gesprek met Maria over Mij werd hun geloof in Mij steviger, en velen begonnen Mij als de beloofde en in Mijn persoon ook in deze wereld gekomen Messias en Zoon van David te loven en te prijzen.
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] De waard zei: 'Zorg nu voor de tafel! Of hij nu Elia of zelfs nog iets hogers is -of uiteindelijk de beloofde Messias Zelf, dat is nu voorlopig onbelangrijk; nu is het zaak om deze wonderbaarlijke gasten tevreden stellen!'
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Tegen de avond keerde Ik samen met de commandant weer terug naar de herberg, waar de leerlingen nog volop met de joden in gesprek waren. Die begonnen Mij tenslotte toch als de beloofde Messias te beschouwen, maar konden daarbij toch niet begrijpen waarom Ik als zo'n onopvallende verschijning in deze wereld was gekomen, omdat immers de grote koning David als volgt over Mij had gesproken: 'Maak de poorten wijd en de deuren hoog, opdat de koning der ere binnentrekt! Wie is de koning der ere? Het is de Heerjehova Zebaoth!'
Hoofdstuk 39: De leerlingen en de Heer onderwijzen de inwoners van Pella (31.8.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Mijn leer en de tekenen die Ik deed stemden wel overeen met datgene wat met name de profeet Jesaja en de profeet Ezechiël over de beloofde Messias voorspeld hadden; maar Mijn optreden onder de mensen op deze wereld kwam volgens hen niet volkomen overeen met wat de profeten over de Messias hadden voorspeld. En zodoende hadden de leerlingen het moeilijk met de joden.
Hoofdstuk 39: De leerlingen en de Heer onderwijzen de inwoners van Pella (31.8.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] De waard zei: 'Ik ben weliswaar een strenggelovige Jood en houd mij aan de wet; maar eerlijk gezegd ben ik in het eigenlijke geloof wel wat zwak geworden, en wel om twee redenen. Ten eerste hebben onze profeten allerlei dingen voorspeld in het voordeel van de Joden en ook een Messias, die met grote macht en heerlijkheid zal komen en ons vervallen en verwoeste rijk voor alle tijden der tijden weer zal oprichten! Maar tot nu toe is er van al die voorspellingen maar bitter weinig uitgekomen - en als er iets uitgekomen is, is zeker alleen het erge uitgekomen, en het goede zal wel tot het einde der tijden op zich laten wachten! En bij zulke, op ervaring berustende, kwalijke omstandigheden is het wel moeilijk om sterk in het geloof te blijven.
Hoofdstuk 71: De Heer geneest de zieke vrouwen de twee dochters van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Zijn vrouw zei: 'Toen hij mij genas zag ik uit zijn hoofd een helder licht komen, en zijn hele wezen was met een lichtschijnsel omgeven - en dat zal bij een magiër wel nooit het geval zijn! Achter deze man en misschien ook ach ter degenen die bij hem zijn moet iets buitengewoon groots en verhevens verborgen zijn; misschien is hij tenslotte -wie zal het zeggen - zelfs de profeet Elia, die aan de Messias voorafgaat -of misschien is Hij zelfs de Messias Zelf!'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen hij weer bij ons was, bekeek hij Mij een tijdje van top tot teen en zei toen (de waard): 'Mijn vrouw zal wel gelijk hebben; want U, o Heer en Meester, bent ofwel de beloofde profeet Elia, die aan de Messias vooraf zal gaan, zoals dat in de Schrift geschreven staat, ofwel U bent uiteindelijk de grote Messias Zelf! Want als Hij komt, zal Hij geen grotere tekenen kunnen doen! In degene die in staat is te doen wat alleen God mogelijk is, moet de hele volheid van Gods geest wonen. Uw lichaam, o Heer en Meester, is weliswaar hetzelfde als dat van een mens, maar Uw ziel is vol goddelijke kracht en macht; daarom zij die kracht en macht in Uw ziel boven alles hoog geloofd en geprezen!'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] De waard zei: 'Ja, o Heer en Meester, en ik heb bij alle zwakheid van Mijn geloof de wet van Mozes toch steeds trouw in acht genomen, en zal hem van nu af aan nog trouwer in acht nemen; maar omdat er ook geschreven staat dat de Messias een echt Godsrijk op deze aarde zal vestigen, dat voortaan geen einde zal hebben, is de vraag: hoe, waar en wanneer? Zal Uw troon in Jeruzalem of ergens anders opgericht worden, en wanneer zal dat gebeuren?'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Maar heb jij, Mijn beste vriend, nog niet veel gehoord over het feit dat de Joden de hun beloofde Messias verwachten, en wanneer die zal komen?'
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar wij hebben onze ware Messias al in onze harten, en wie Hem daar niet hebben, zullen waarschijnlijk tevergeefs op Hem wachten in hun met goud omzoomde gewaden.'
Hoofdstuk 124: De Heer vraagt naar de Messias (26.1.1863) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Laat die zegen echter daaruit bestaan, dat jullie degenen die zijn gaan geloven de handen opleggen en in jullie vaste vertrouwen op Mij en in jullie levende geloof in Mij tegen hen zeggen: 'God de Heer, die in de mensenzoon Jezus naar ons toe is gekomen en door de macht van Zijn woord en wil betuigde dat Hij de beloofde Messias is, zij met jullie, en door Hem zij de vrede met de mensen op aarde die in Hem geloven, Zijn geboden houden en van goede wil zijn!'
Hoofdstuk 128: Over het verbreiden van de leer van de Heer en over het zegenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen wij ons allemaal voldoende met brood en wijn gesterkt hadden, zei Ik tegen de waard: 'Je moet weten, waard, dat jouw huis een groot heil ten deel is gevallen! De meesten van jullie Grieken en Romeinen zijn behoorlijk thuis in de geschriften van de Joden, en jullie weten dat de ene, enig ware God, de Schepper van hemel en aarde en van alles wat daarop, daarin en daarboven was, is en zal zijn reeds vanaf het eerste begin van de mensheid bij monde van de profeten aan de Joden en door hen ook aan jullie heidenen een Messias heeft beloofd! En kijk, deze beloofde Messias ben Ik, en Ik ben nu dan ook naar jullie heidenen toegekomen, om ook onder jullie het rijk Gods te vestigen en te verbreiden!
Hoofdstuk 93: De gedachten van de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30