Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 21 van 184

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[6] De uitdrukking' A v rodite' betekende vrijwel hetzelfde. Als ergens '0 v rodite' stond, dan betekende dat zo veel als: de reine, goddelijke wijsheid baren, en 'slou rodit': de menselijke wijsheid baren. A v rodit betekent echter: de aardse domheid baren en' A vrodite' betekende dan zoiets als een mooie, opgedirkte vrouw, die steeds domheden baart, omdat zij meestal zelf dom is.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] 'V' was bij de ouden steeds het teken voor een vat. Als er nu een heilige 'O' voor de 'V' stond, waarbij deze 'O' de omtrek van de zon en overeenkomstig dan ook God in Zijn oerlicht voorstelde, dan betekende de 'V' de opname van het licht der wijsheid. Stond er echter een' A " waarmee de ouden alles wat geheel en al aards was aangaven, voor de 'V', dan betekende dit vatteken de opname van de nutteloze, aardse domheid. 'Rodit' betekent echter: baren, en' A v rodit' betekent dus niets anders dan: de domheid baren.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan zegt OURAN tegen Mathaël: "Vriend! Jouw wijsheid is groot! Want wat je nu in zo weinig woorden bij mij teweeggebracht hebt, zou aan alle scholen van Egypte, Griekenland en Perzië in geen honderd jaar gelukt zijn! Je hebt nu in één veeg alle goden van Egypte, Griekenland en Perzië uitgewist, behalve de ene, onbekende God, die ik echter, zoals me nu steeds duidelijker wordt, hier gevonden heb en hopelijk nog steeds meer en meer zal vinden. Kortom, je bent voor mij nu een man die met geen goud te betalen is! Voorlopig dank ik je als mens en vriend uit mijn gehele hart - al het andere zal nog volgen. " -ook Helena dankt Mathaël voor deze wijze les.
Hoofdstuk 90: Ontstaan en verklaring van de Griekse godennamen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "O, helemaal niet! Dat is je naar waarheid heel goed gelukt en je hebt daardoor nu werkelijk met weinig woorden meer gedaan voor het laten verdwijnen van het duistere heidendom, dan menig wijze leraar in vele jaren! Want wie een mens verstandig en wijs op wil voeden, moet eerst alle oude domheden bij hem laten verdwijnen. Als de mens daardoor een weliswaar nu nog leeg, maar schoon vat is geworden, is het niet moeilijk zo'n goed bruikbaar vat te vullen met allerlei wijsheid uit de hemelen, en dat zal bij deze twee ook gebeuren.
Hoofdstuk 91: Mathaël als afbreker van de heidense tempelmuren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als zij de wereld groot, heerlijk en mooi noemen dan is dat hun hele gelukzaligheid. Als men echter met hen over goddelijke dingen begint te spreken, weten zij niets en om hun schande te verbergen omhullen zij zich met allerlei werelds klatergoud, met arrogantie en met hoogmoed en vervolgen met toorn, haat en hoon alle wijsheid die uit God in de harten der kinderen Gods wordt gegoten.
Hoofdstuk 92: De schoonheid van de kinderen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] MATHAËL zegt: "Wel, als alles in orde is, dan zul je ook wel niet veel meer te vragen hebben. De juiste groei van de liefde in je hart zal het resterende wel doen. Maar geniet dan nu ook van deze heerlijke dag, die de Heer door Zijn eindeloze liefde, wijsheid en macht ons extra geeft. Want er zullen later na ons weer duizenden ijdele jaren vergaan, zonder dat de mensen de heerlijkheid van zo'n dag zullen zien!"
Hoofdstuk 93: Twee soorten liefde tot de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Ja, de sterren, de sterren, beste vriend, de sterren, de zon en die wispelturige maan! Dat zijn heel vreemde zaken, en ook onze aarde. Wie daar alles over zou weten, zou wel de hoogste graad van menselijke wijsheid bereikt hebben! Maar voor men daarvan alle ondoorgrondelijke geheimen en verborgenheden aan het daglicht zal brengen, vooral voor iemand als wij, o vriend, zal de brave maan nog vaak heel gemoedelijk boven de horizon moeten opstijgen! Ik voel dat die zaken, die ik nu van jou heb gehoord, algehele waarheden zijn. Maar ze liggen nog zo los en zonder verband in mijn hoofd als de eerste bouwstenen van een nieuw, groot paleis dat nog gebouwd moet worden. Iedere steen op zich is vast en goed en dus een solide waarheid, maar hoe deze eerste, onderste bouwstenen door de bouwmeester later tot een fundament van het paleis samengevoegd zullen worden, dat, vriend, ligt voor mij nog zeer veraf, en ik denk dat dit zelfs voor jou geen makkelijk karwei zal worden!"
Hoofdstuk 94: Mathaël geeft uitleg over de beweging der sterren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hoe groot was de verbazing van zo'n leerling als hij daarna voor de eerste maal uit zijn slaap ontwaakte en zich in het goddelijke licht van de zon bevond! Toen hij zichzelf zag in witte kleren, die met rode en blauwe stroken waren afgezet! Toen hij de vriendelijke, eveneens prachtig geklede mensen van beiderlei kunne zag! Hoe smaakten hem de heerlijk toebereide, nieuwe spijzen! Maar wat moest zijn ziel wel voelen toen hij door heel vriendelijke mensen naar buiten werd gebracht, daar door de heerlijke turnen wandelde en hun hemelse geuren inademde, en met zijn, boven alle menselijke begrippen uitgaande van geluk dronken ogen voor de eerste maal de hele natuur in al haar uitbundigheid door de zon beschenen voor zich zag!
Hoofdstuk 95: De opvoedingsmethode in het oude Egypte. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] OURAN zegt: "Weet je, beste vriend, zeer goed, en zo moet het met ons mensen ook zijn en gebeuren. Als het zo niet was en het zou anders moeten gebeuren, dan zou jij niet die mate van wijsheid hebben verworven!
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Wij zijn hier op deze brede heuveltop nu zeker met ongeveer vierhonderd mensen bijeen, maar daarbij zullen nauwelijks vijftig werkelijk wijzen zijn, alle anderen kunnen mm of meer aankomende leerlingen der wijsheid genoemd worden! De Romeinse soldaten en de talrijke dienaren van de opperstadhouder zullen zelfs niet bij de allergeringste leerlingen geteld kunnen worden!
Hoofdstuk 96: Helena 's gedachten over de wijsheid van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] HELENA zegt: "Ja, natuurlijk, dat moeten heel wijze mannen zijn, die reeds vanaf het begin veel aanleg voor wijsheid aan de dag hebben gelegd, anders zou Hij ze zeker niet als leerling hebben aangenomen! Ik zou er ook niets op tegen hebben om met hen van gedachten te wisselen, maar het zal wel niet zo gemakkelijk zijn een goede manier te vinden hen te benaderen! -Wat denkt u daarvan, beste vriend Mathaël?"
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Mathaël en Helena werden door de plechtige vertelling van de oude Ouran zo ontroerd, dat ze hun tranen niet konden bedwingen, en MATHAËL zei aan het eind van Ouran's verhaal: "Dat is toch wel het meest onbegrijpelijke van het onbegrijpelijke, dat Hij, die geestelijk het hoogste goddelijke wezen is, met ons mensen spreekt en omgaat alsof Hij niet de Heer der oneindigheid is, maar een mens zoals wij, als een beste vriend met zijn beste, vertrouwdste vriend, ja, als een echte broeder met zijn broeder. Kortom, Hij laat letterlijk met Zich spelen, en toch is iedere beweging van Zijn handen, iedere stap van zijn voeten en ieder heel onbelangrijk klinkend woord uit Zijn mond een overgrote les in wijsheid. Zijn daden getuigen van Zijn onbetwistbare goddelijkheid, en alles wat Hij doet, lijkt al eeuwen van te voren bepaald te zijn om het beste resultaat te bereiken. O, je zult binnenkort nog veel zien, horen en beleven!"
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL antwoordt heel bescheiden: "Beste wijze vrienden, voor jullie kon mijn wijsheid wel eens niet zo veel voorstellen, want jullie zijn al oudere leerlingen van de Heer, en ik ben nauwelijks zestien uur bij jullie!"
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] In de loop der tijd, vooral tijdens de latere helemaal zinnelijk geworden nakomelingen, bleef nauwelijks een afschaduwing over van de oude Egyptische wijsheid en men maakte van de vraag Je un o en van het vrouwelijke van alle materie meteen maar een eigen godin. Zonder enig begrip voor wat dan ook, gaf men die godin eerst de naam Jeu no, later alleen maar Juno, en huwde haar uit aan de net zo min bestaande god Zeus.
Hoofdstuk 103: Uitleg van het vierde tot en met het zesde teken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Alleen de Heer is daarom mijn alles, mijn school en al mijn wijsheid. Wat ik weet en ken, weet en ken ik alleen door de Heer!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...