Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15097 resultaten - Pagina 21 van 1007

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[8] RAPHAËL zegt: "Ongetwijfeld, maar laat je ook nog gezegd zijn dat het beter is veel en goed te doen, dan veel en goed te spreken! Als de mensen je veel goede dingen zien doen, zullen velen het je ook nadoen. Maar als zij je veel en goed horen spreken, zullen zij je dat ook na willen doen. Omdat echter velen de ware wijsheid niet hebben om werkelijk goed te kunnen spreken, zullen zij zeker onzin uitkramen en daardoor veel zwakke harten schaden en ook zichzelf, omdat zij daardoor hoogmoedig en ingebeeld worden. Door onnodige lust tot spreken worden mettertijd allerlei valse leren verspreid en wordt de arme mensheid verblind en in diepe duisternis gedompeld, zodat het later moeilijk is hen weer te verlichten. Maar door veel goeds te doen, krijgt de mensheid edele en open harten. Een edel en open hart is zonder meer de beste kweekplaats voor de ware wijsheid en zal ook daar goed en juist weten te spreken waar dat nodig zal zijn.
Hoofdstuk 30: Praten en doen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Kijk naar Mathaël en zijn vier metgezellen; hoe waren die door de boze geesten toegetakeld! Ik verloste de vijf daarvan en wekte de levenskiem in hen op, en zie eens wat een volmaakte mensen het nu zijn!
Hoofdstuk 34: De wet van gij moet en gij zult. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Je zou hen, ten zeerste verbolgen over hun misdaden, heel koelbloedig ter dood hebben veroordeeld en daarbij zou je nog de geruststellende mening zijn toegedaan, dat je God en de mensheid een goede dienst had bewezen! Maar wat een schade zou je de mensheid hebben aangedaan door zulke geesten van de aarde te verdelgen, die nu volkomen genezen -naar ziel en lichaam -als voorjaarszonnen de mensen van de aarde beschijnen en vele duizendmaal duizend mensenharten tot het goede en ware zullen verwarmen en tot leven wekken! Van nu af aan zul je natuurlijk wel anders handelen, maar vroeger zou je onverbiddelijk zijn geweest!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wel zijn er in alle tijden ook echte met Gods geest vervulde zieleartsen in deze wereld gezonden, die de juiste weg voor de genezing van de zielen verkondigd hebben. Velen hebben zich daarnaar gericht en werden ook zonder mankeren genezen. Maar de zogenaamde groten en machtigen der aarde meenden zonder meer al een gezonde ziel te hebben, keken neer op de door Mij op aarde gezonden zieleartsen en vervolgden ze tenslotte. Zij verboden hun het genezingswerk voor zieke zielen uit te voeren en zo waren de aardse machthebbers er steeds de oorzaak van, dat de genadeleer voor de genezing van de zieke zielen nooit zodanig wortel kon schieten bij de mensen, dat deze uit kon groeien tot een krachtige boom der genezing.
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] O jullie, die oordelen vellen en met jullie oordelen de arme zieke zielen nog zieker maken dan zij voorheen waren, bedenk toch ernstig watje naar waarheid bent en moet zijn, en watje behoort te doen volgens de goddelijke orde! Jullie rechters en hoogste machthebbers over de zwakte van de volkeren die uiteindelijk toch ook al jullie gezag, macht en aanzien vormen, moeten ware vaders van jullie volkeren zijn en als zodanig moeten jullie je veel gelegen laten liggen aan de algehele gezondheid van de jullie toevertrouwde, vele kinderen en je met alle liefde en ware vaderlijke zorgzaamheid om hun zieleheil bekommeren! Artsen voor het lichaam behoeven jullie niet te zijn. -maar des te meer echte zieleartsen!
Hoofdstuk 38: Ware gerechtigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Juist daarom moet er bij de uitbreiding van Mijn leer, die ook een ware uitnodiging is voor een hemelse feestmaaltijd, vóór alles op gelet worden dat al degenen die Mijn leer onder de mensen van de aarde zullen verbreiden, als echte hemelse boden vervuld van vriendelijkheid en liefde, temidden van de mensen rondgaan en zo het evangelie verkondigen. Want men kan bij het verkondigen van iets buitengewoon heugelijks en goeds toch geen gezicht trekken als een plotseling opgekomen donderwolk. En als iemand dat toch zou doen, zou hij óf een dwaas, óf een grappenmaker zijn en als zodanig geheel ongeschikt voor de verbreiding van Mijn woord. - Heb jij en hebben ook jullie anderen allen dat wat Ik nu heb gezegd wel goed begrepen?"
Hoofdstuk 39: De eeuwige grondwet van de naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Uit hetgeen Ik je nu heb verteld kun je dus wel concluderen, dat onze nieuw aangekomene een tamelijk slechte deugniet is, die bovendien ook nog echt oliedom is, hetgeen bij zulke mensen komt door de dierlijk blinde hebzucht. Hij zou zijn hut inclusief zijn eigendommen heel gemakkelijk hebben kunnen redden, maar tijdens de brand sloop hij steeds overal rond om langs onwettige weg zich het een en ander toe te eigenen. Wel, hij vond echter niets en toen hij heel slecht gehumeurd naar huis kwam, vond hij zijn hut branden als een fakkel en zijn vier dieren waren reeds tot op het bot verbrand.
Hoofdstuk 42: Aankondiging van een voorbeeld van de magnetische slaap. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Ik ben trouwens een Griek en wij Grieken hebben het met de wetten betreffende het strikt gescheiden mijn en dijn nog nooit al te ernstig en precies genomen, omdat wij meer voelen voor algemeen dan voor privaatbezit. Want gemeenschappelijk bezit kweekt vriendelijkheid, broederschap, ware en duurzame eerlijkheid, en gaat in tegen de heerszucht onder de mensen, wat beslist een heel goede zaak is! Het privé-bezit kweekt echter altijd hebzucht, nijd, gierigheid, armoede, diefstal, roof, moord en buitengewone heerszucht, waaruit tenslotte alle aardse kwellingen als uit een doos van Pandora voor de mensheid te voorschijn komen!
Hoofdstuk 44: Het eigendomsbegrip van Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Mijn hut en mijn akker zijn mijn legale eigendom. Wel, -met datgene wat zich als levende have op mijn bezit bevond, heb ik het om de reeds genoemde, ware beweegredenen nooit zo heel nauw genomen omdat ik een Spartaan ben. Wie Sparta en diens oude en zeer wijze wetten kent, zal het duidelijk zijn waarom ik het met kleine, zogenaamde diefstallen nooit zo nauw nam. De beide schapen, de geit en mijn ezel waren geen gekocht, maar eigenlijk ook geen gestolen bezit, want ik heb ze in het bos, zeg maar in het wild grazend gevonden, weliswaar niet in één keer, maar toch in verloop van tijd. De eigenaar van die grote bosweiden is ook eigenaar van vele duizenden van die dieren. Hem zal het geringe verlies zeker geen pijn gedaan hebben, - en mij kwam het zeer goed van pas!
Hoofdstuk 44: Het eigendomsbegrip van Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] CYRENIUS zegt: "Voor het zover is dat ik je wens wel of niet zal inwilligen, zullen wij nog het een en ander te bespreken hebben! Jij schijnt mij een gevatte snuiter te zijn en je eerlijkheid schijnt niet veel om het lijf te hebben! Of je nu de genoemde vier dieren werkelijk ronddwalend in het grote bos gevonden hebt terwijl ze voor hun wettige eigenaar verloren waren, of misschien ook ergens anders hebt gevonden, en of je ook je andere huisgereedschappen alleen maar gevonden hebt, laten wij voorlopig buiten beschouwing. Maar laat ik je eerst eens iets anders vertellen, namelijk, dat er zich hier in mijn gezelschap, evenals op andere plaatsen, helderziende mensen bevinden die reeds talloze bewijzen van hun helderziende gave hebben afgelegd, en dat ik zoveel geloof aan hun nuchtere mening hecht, dat deze door honderd duizend tegenbewijzen niet weerlegd kan worden!
Hoofdstuk 45: De waarheid over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] U heeft mijn principes gehoord, die beslist met zomaar lilt de lucht gegrepen zijn. Jammer genoeg waren zij voor mij een te concrete waarheld, maar als u mij daarvoor in de plaats iets beters kunt geven, doet u dat dan, dan laat ik graag mijn hele waarheidsrommeltje meteen van ganser harte varen! Ik weet weliswaar niet met welke eretitel ik u moet aanspreken, -maar Ik denk dat ook u een man der waarheid bent, en voor zulke mensen maakt het niets. Uit welke titel men hun geeft. Ik noem u 'Geëerde meester' en eer u als zodanig, hoewel ik U alleen maar van horen zeggen ken. Voldoet u echter daadwerkelijk aan mijn verwachtingen, dan zult u door mij aanbeden worden!
Hoofdstuk 61: Materialistische dwalingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als je volgens mijn tot nu toe geldende manier van denken met elkaar vergelijkt hoe enige van deze mensen vroeger ellendige slaven van de grootste armoede waren en later door mijn toedoen goed verzorgde slaven van mensen werden, dan zul je gemakkelijk zien dat het ongeluk, dat ik volgens jouw uiteenzetting deze mensen aandeed, niet zo enorm groot is als jij het je voorstelt. Maar ook dat zou ik hun niet hebben aangedaan, wanneer ik voorheen zo gedacht zou hebben als nu.
Hoofdstuk 65: Zorels verontschuldigingen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ik houd je voor wijs genoeg om op deze vraag zonder meer een goed antwoord te kunnen vinden. Bij jullie Joden vind je altijd plaatsen waar mensen leven die door boze geesten bezeten worden. Pas enige weken geleden zag ik er een bij de Gadarenen en dat moet nog de beste geweest zijn, want de andere, die in de donkerste nachten kwalijk huishoudt, moet haast wel bezeten zijn door jullie joodse duivel! De dagduivel was echter voor geen kleintje vervaard, want hele horden mensen konden niets met hem uitrichten. De dingen die hij deed waren huiveringwekkend en om kippenvel van te krijgen. Als deze genoemde bezetene nu mogelijkerwijs van zijn kwaal genezen zou kunnen worden, vertel mij dan eens welke os van een menselijke rechter dan zo blind en dom zou kunnen zijn om de genezen mens alle ontzettende gruwelen te tonen die hij tijdens zijn bezetenheid gepleegd had en hem aan te manen tot tranen van berouwen het beloven van beterschap? Kon die mens er dan wat aan doen dat hij tijdens zijn bezetenheid die gruweldaden had gepleegd?!
Hoofdstuk 70: Zorel rechtvaardigt zijn karakter. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ja, als je helemaal geen enkel idee van enige zuivere waarheid, en dus van het goede, in jezelf gevonden zou hebben, je daarentegen slechts in een duister bijgeloof bevond, gestaafd door je gehele levenssfeer, dan zouden je daden ook al waren zij op zichzelf voor de rechterstoel van het zuivere verstand nog zo slecht -je niet als schuld aangerekend worden. Dan zou je dus net zo vrij van zonden zijn als jouw mens geworden tijger en rotsblok, en niemand zou het recht hebben tegen je te zeggen: 'Verbeter je, heb berouw over je misdaden en doe oprecht boete opdat je voor de ware God aangenaam wordt!
Hoofdstuk 72: Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan zou men je eerst zorgvuldig al het ware bij moeten brengen, je de ware weg wijzen en je gedurende enige tijd daarop leiden! Als iemand, die in deze waarheid volmaakt onderwezen zou zijn, toch weer in zijn oude fouten zou terugvallen en net zo slecht zou handelen als voorheen, zou hij wél zondigen, omdat hij dan tegen zijn vaste overtuiging in zou handelen en zijn geweten in grote onrust zou brengen. De beelden die jij gebruikte, deugen daarom alleen voor mensen die net als de dieren nog nooit enige waarheid hebben gekend. Maar jij bent geen leek in de echte waarheid, jij kent die daarentegen bijna net zo goed als ik die ken en je hebt deze als zodanig ook allang gekend. En je geweten heeft je ook altijd bij elke slechte daad van je aangeklaagd, maar jij schonk daar weinig aandacht aan en probeerde het door allerlei valse, verstandelijke overwegingen te overstemmen. Je voelde ook altijd berouw als je iets slechts had gedaan tegen je overtuiging en je geweten in, maar tot boete en werkelijke verbetering kwam het bij jou tot op heden nog niet.
Hoofdstuk 72: Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...