Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1796 resultaten - Pagina 21 van 120

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[6] Want het oog gebruikt het leven, dat vanuit het hart in de mens binnenstroomt, zeker heel anders dan het oor, en zo doet ieder deel van de mens dat anders al naargelang zijn eigen doeleinden; maar uiteindelijk is al dat eindeloos vele toch slechts één volkomen geheel en beantwoordt het volledig aan het oorspronkelijke fundamentele leven in het hart en vindt het daarin zichzelf terug als in zijn oorspronkelijke geboorteplaats. En als het zichzelf daar gevonden heeft, dan is dat zichzelf vinden nu precies datgene wat U, o Heer, zo treffend de wedergeboorte in de geest noemde.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Kijk, op de berg hebt U ons eens een verhaal verteld over een zekere verloren zoon die naar zijn vader terugkeerde, om ons de grootsheid van Uw goddelijke en vaderlijke barmhartigheid heel goed duidelijk te maken; maar destijds beoordeelde ik Uw woorden al heel anders dan misschien menig ander dat deed vanuit zijn weliswaar goede, maar overigens wellicht toch nog wat beperktere gezichtsveld en bevattingsvermogen; en dat deed ik des te gemakkelijker, omdat U ons daar Zelf veelzeggende aanwijzingen voor gaf
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Kijk, zo is het nu ook gesteld met de waarde van de wedergeboorte van de menselijke ziel in haar oerlevensgeest vanuit Mij! Is die het niet waard, dat een goed mens afziet van alle wereldse schatten en met al zijn kracht alleen maar streeft naar de grootste levensparel, namelijk de wedergeboorte van de ziel in de oerlevensgeest? Of is het niet beter om zorg te dragen voor het eeuwige leven van de ziel dan bezorgd te zijn om alle vergankelijke schatten van de wereld, die vergaan en verrotten, en waarschijnlijk nooit meer volledig terugkeren naar het eeuwige, heldere leven van hun zielen?
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Maar laten we nu een beetje uitrusten, want daar, langs de weg die vanuit het westen hierheen leidt, zie Ik sommige van de leerlingen terugkomen die Ik in Emmaüs uitgezonden heb; ze zullen weldra hier zijn, en dan zullen wij horen hoe het hun vergaan is.'
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Kijk, Ik heb jullie vanuit Mij de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden, en zo ook over alle macht van de vijanden! Verheug je daar echter niet over, maar over het feit dat jullie namen nu in de hemel geschreven staan; en dat is ook Mijn grote vreugde! Daarom prijs ook Ik in Mijn menselijke natuur U, Vader en Heer van hemel en aarde, dat U deze dingen verborgen hebt voor de verstandigen en wijzen van de wereld en ze geopenbaard hebt aan de onmondigen. Ja, Vader, zó heeft het U al van eeuwigheid behaagd!
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarop zei Ik: 'Opdat jij echter goed ziet en ervaart, dat Mij ook de macht toekomt om een zondaar die zijn leven gebeterd heeft zijn zonden voor eeuwig geldend te vergeven, zeg Ik nu vanuit Mijn hoogst eigen macht tot deze dode: wees genezen, sta op en wandel!'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Op de berg hebt U ons weliswaar in het kort verteld, dat er vóór Adam heel lang een soort mensen bestaan heeft, die nog maar weinig vrije wil hadden, maar net als de dieren meer instinctmatig leefden en ook volgens dat instinct handelden. Pas ongeveer vierduizend jaar geleden verschijnt volgens de Schrift van de joden de eerste mens, Adam, met een volkomen vrije wil en met een even vrij verstand, en geeft hij vanuit zichzelf wijze wetten en verordeningen aan zijn nageslacht.
Hoofdstuk 69: Marcus vraagt naar de geschiedenis van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'Toen de aarde in haar oertijd nog maar zover uitgegroeid was, dat zich boven haar wateren slechts enkele grotere en kleinere eilanden verhieven, die met slik van de zee bedekt waren, legde Ik al snel vanuit Mijn wijsheid en Mijn wil allerlei plantenzaden in het vruchtbare slik. En zie, toen raakten dergelijke eilanden dan ook weldra begroeid, en wel eerst met allerlei zeldzame grassoorten, kruiden en met kleine en later ook buitengewoon grote bomen!
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Op de juiste tijd werden vanuit Mijn wijsheid en Mijn wil meer volmaakte zaden in dit slik gelegd, en weldra begon het el al weelderig uit te zien op de grotere stukken land van de nog altijd jonge aarde.
Hoofdstuk 71: De eerste twee ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu zei de Romein Marcus: 'O Heer en Meester, dat is voor mij althans wel allemaal duidelijk; maar ik zie nu ook heel duidelijk in, dat de mensen, die dat op een of andere manier zomaar zullen horen, het niet zullen vatten en begrijpen; want daar is wel enorm veel voorkennis voor nodig! Wij hebben het nu in Uw aanwezigheid gemakkelijk, omdat U met behulp van Uw almacht, liefde en wijsheid alles zo voor ons kunt voorstellen, dat wij zelfs de meest wonderbaarlijke dingen kunnen begrijpen; maar wij zijn daartoe niet in staat, en dus zullen wij deze wonderbaarlijke dingen vanuit onszelf moeilijk of helemaal niet begrijpelijk kunnen maken voor de andere mensen.
Hoofdstuk 77: Gelijkenissen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] De aarde met haar talloos vele verschillende bekoorlijkheden tot vermaak is en blijft voor de jongere, lichamelijk gezonde en van de nodige levensbehoeften goed voorziene mensen nu eenmaal zeker een des te grotere bekoring, omdat zo 'n mens geen flauw vermoeden heeft van de innerlijke heerlijkheid van het rijk Gods dat nog maar nauwelijks in hem ontkiemt, en dat door zijn wereldse opvoeding, al is die nog zo zedelijk, ook niet heeft kunnen krijgen.
Hoofdstuk 78: Het belang van een voorbeeld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Wat Mattheus opgeschreven heeft is genoeg; want niet alles is bedoeld voor het volk, en nog minder voor die menselijke zwijnen, waar Ik het zojuist over had. Na Mij zullen jullie echter nog tijd genoeg krijgen om vanuit de geest op te schrijven wat jullie nu van Mij gehoord en gezien hebben.
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Daarom moet Mijn woord nu door jullie meer met de mond verkondigd worden; dan zullen de echte gelovigen vanzelf wel in zichzelf tot het levende woord vanuit Mij komen, en ze zullen dan niet het een of andere geschreven evangelie hoeven te onderzoeken om te beoordelen of het wel echt en waar is.
Hoofdstuk 79: Spreken en handelen is beter dan schrijven Over de echte en valse evangeliën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar een ziel die volgens Mijn leer reeds op deze aarde volledig wedergeboren wordt in haar geest vanuit Mij, zal een dergelijke dood zeker eeuwig niet zien, voelen en smaken, omdat ze in het volste en helderste levensbewustzijn zonder enige pijn van het lichaam zal scheiden, wanneer Ik haar voor eeuwig tot Mij zal roepen. Ik zeg jullie: velen van jullie die de geestelijke wedergeboorte bereikt zullen hebben, zullen Mij vanaf deze aarde vragen: 'Heer, hoe lang zult U ons op deze aarde nog de zware last van het vlees laten dragen?' En met alle liefde zal Ik tegen hen zeggen: 'Heb nog een korte tijd geduld, dan zal Ik jullie van je last bevrijden! ' En als de een of de ander van jullie door de heidenen ter wille van Mijn naam ter dood gebracht wordt, zal hij lachen en zich verheugen, omdat hij als martelaar van zijn vlees bevrijd wordt, en zelfs in de pijnen van het vlees zal hij gelukzalige verrukking voelen. En wanneer dat beslist zo en niet anders is, heb Ik dan dubbelzinnig gesproken zoals jij als schriftgeleerde zegt het begrepen te hebben? Zeg jij nu of je nu nog zo over deze kwestie denkt!'
Hoofdstuk 81: De dood van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] De schriftgeleerde zei: 'Heer en Meester, nu begrijp ik het inderdaad heel anders en beter dan voorheen, en ik ben U ook van ganser harte dankbaar voor het licht dat U ons allemaal ook in dit opzicht hebt gegeven; want ik beschouw het als iets heel belangrijks voor de mens, dat hij weet en tenslotte ook werkelijk voelt hoe het zit met de dood van het lichaam en zodoende zijn oude angsten, pijnen en kwellingen kwijt kan raken. Want alleen wanneer de mens al deze dingen zeker en werkelijk weet, kan hij zich pas vanuit God verheven voelen tot de echte waardigheid van een mens, waardoor het dierlijke aan hem weer vervalt tot het stof der nietigheid.
Hoofdstuk 82: De oorzaken van de pijn die aan de dood voorafgaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...