Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 21 van 179

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[6] Alleen de Heer is daarom mijn alles, mijn school en al mijn wijsheid. Wat ik weet en ken, weet en ken ik alleen door de Heer!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt SIMON JUDA: "Ik bewonder de werkelijk grote wijsheid van Mathaël en de daarin verborgen kennis van de oudheid! Ja, die wijsheid is in deze tijd net zo nodig als het diepe inzicht in de uit Gods mond komende levenswaarheden! Heus wij zouden onze tong wel kunnen verslijten voor de hardhorende oren van een volk dat al sinds meer dan duizend jaar kwijnt, terwijl het begraven ligt onder de meest zinloze bedenksels van het duistere bijgeloof! Elk woord hoe mooi ook is aan hen verspild. De eigen domheid en blindheid herkent het niet en de gepredikte heerlijke en zuivere waarheid nog minder.
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Kijk, zelfs de engel des Heren waagt het niet in zijn buurt te komen en jij wilt hem datgene bestrijden wat hij in zijn grote wijsheid, een wijsheid zoals die na Mozes nooit meer is voorgekomen, naar voren heeft gebracht?!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Hier is alle wijsheid van alle hemelen en alle aarden op één plaats bijeen. Wij zitten hier in het centrum van het goddelijke hart bij elkaar. Woorden en daden gaan aan ons voorbij die zelfs de engelen buitengewoon verbazen, en jij de grootste ezel van ons allemaal kunt de lust niet weerstaan om niet alleen mee te praten, maar ook nog tegen te spreken en daarmee je eigen domheid aan het nu zo goddelijke daglicht te brengen! O ezel der ezels!"
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de goddelijke leer van Mozes! Wat is er nu nog van over in de tempel van de eens zo hemels wijze Salomo?! Daarom zeg ik als Mathaël's duivel en als jouwezel der ezels nog een keer: Mathaël heeft gelijk en ik waardeer zijn wijsheid net zo goed als jij, maar zo goed als Mathaël gelijk heeft, heb ik het ook!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan roept MATHAËL Thomas en zegt tegen hem: "Ik dank je in naam van de goede zaak, dat Je broeder Judas zo'n gematigd standje hebt gegeven. Want dat heeft hem geen kwaad gedaan en misschien zal hem dat, wat hij hier als een belediging van zijn verstand beschouwt in de andere wereld wel ten goede komen, want van innerlijke wijsheid is bij hem nog lang geen spoor te bekennen en die zal er heel waarschijnlijk in zijn huidige leven ook nooit komen.
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie een arme opneemt in Mijn naam, neemt Mij op en het zal hem op de jongste dag vergolden worden. Wie een wijze opneemt terwille van de wijsheid, zal ook het loon van een wijze oogsten. Wie een dorstige ook maar een beker water geeft, zal in Mijn rijk met wijn vergolden worden.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Want een aantal van hen, die opgeleid waren in de Egyptische wijsheid en kennis, maakten zich echt niet zo druk over de plotseling verdwenen schijnzon, omdat zij uit de oude Egyptische sagen wisten dat zulke verschijnselen al meermalen plaatsgevonden hadden zonder verdere nadelige gevolgen voor de aarde. Enige Farizeeën veronderstelden echter dat er waarschijnlijk een tweede Jozua was opgestaan, die terwille van de een of andere belangrijke bezigheid de zon nogmaals bevolen had om langer dan normaal te schijnen!
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Dan zeg IK: "Ook Ik bevestig hem nu, want Mijn geestelijke zalving daarvoor kreeg hij al eerder. Maar jij, Ouran, kunt hem thuis ook nog met nardusolie zalven voor het volk en voor alle groten van jouw rijk, opdat zij weten met wie zij te doen hebben en wat zij hem schuldig zijn. Hij zal jouw rijk beter beschermen tegen de invallen van de Scythen dan een groot leger met de meest uitgelezen soldaten. Ik zal hem daarvoor ook een buitengewone macht geven zodra hij zijn ambt gaat uitoefenen. Nu heeft hij die nog niet nodig en heeft hij voldoende aan zijn wijsheid!"
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Kijk, Gods macht gaat verder dan de macht van een aardse koning! Of ligt het leven van een koning niet evengoed in Mijn hand als dat van een bedelaar? Eén zuchtje van de wil van Mijn geest, en de gehele schepping bestaat niet meer! Vriend, maak je dus maar geen zorgen! Wat Ik zeg, is voor de eeuwigheid gezegd, en waarvoor Ik iemand uitkies, dat is en blijft hij onbetwist en onaantastbaar. Ik alleen ben de Heer en doe alles volgens Mijn geheel eigen liefde en wijsheid, en niemand kan met enig recht tegen Mij zeggen: 'Heer, waarom doet U dit of dat?' Ja, wie Mij in de liefde van zijn hart vraagt, die zal Ik in zijn hart wel een bevredigend antwoord geven, maar wie met Mij zou willen redetwisten, krijgt geen antwoord, maar alleen een oordeel! Wees jij dus maar rustig. Als Ik je koning maak, ben je ook werkelijk een koning en wie tegen je te velde zou trekken, zal vermorzeld worden! Neem daarom de hand van Helena en besef dat zij je lieve vrouw is en blijft!"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Helena, lieflijke dochter, had je gedacht, toen wij onze verre reis begonnen met het doel de ware wijsheid en de onbekende god aller goden te zoeken en dan dat alles onze volken te leren en ze daardoor zo gelukkig mogelijk te maken, dat wij beiden hier op dit verlaten, woeste en zeer onaanzienlijke plekje zo onuitsprekelijk gelukkig gemaakt zouden worden?
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Jarah en Helena begrepen het het eerst, maar de anderen konden zich nog niet geheel oriënteren, omdat zij nog steeds geen orde konden scheppen tussen ziel en geest! Maar toen legde Mathaël het hen precies uit en vervolgens begrepen velen het. Allen prezen de zeer grote wijsheid van de moedige Mathaël, en HELENA greep Mathaël's hand, drukte hem aan haar borst en zei: "Ja, voortreffelijke en mij door God gegeven echtgenoot, als je wijsheid steeds zo blijft toenemen, zou ik toch wel eens willen weten hoeveel ik tenslotte van je zal houden! Als je ons allen nu niet met je wijsheid te hulp was gekomen, waren we uiteindelijk allen aan de goddelijkheid van de grote Meester gaan twijfelen, ondanks al de ongehoorde, wondervolle daden die hij ons heeft laten zien. Maar nu is alles weer helemaal in orde en wij weten nu allen voldoende wie wij moeten aanbidden en in het volste vertrouwen moeten aanroepen!"
Hoofdstuk 121: Het gebed van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "O jij kleine Jarah! Kijk toch eens aan, die wijsheid had ik achter jouw persoontje werkelijk niet gezocht! Het is al goed, mijn liefste Genezarethse, maar nu zou ik wel eens van je willen weten hoe jij eigenlijk bidt!"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] MATHAËL zegt: "O lieftallig meisje! Wie zou er nu ooit bij jou zo'n diepe wijsheid gezocht hebben!? Werkelijk waar, ik zou nog best jouw leerling kunnen zijn, en ik schaam me niet in het minst om dat hier voor iedereen hardop en openlijk te bekennen! Ja, nu begrijp ik pas jouw onweerstaanbare aanhankelijkheid aan de Heer en vice versa (omgekeerd), zoals de Romeinen zeggen! Jij schijnt net als ik ook heel snel door de Heer te zijn gewekt?!"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL antwoordt: "Wel, wel, daar weten we alles van en jij hebt haar vader Ebahl, die hier ook aanwezig is, een herbergier uit Genezareth, al gisteravond beneden bij jullie drie tenten gezien en gesproken! Ben je dat dan al vergeten? Zeg me liever wat je van de buitengewoon kernachtige wijsheid van dit meisje vindt en of je niet ook zoals ik een levendig verlangen voelt om net zo wijs te zijn als zij, deze allerliefste, bevallige kleine! Heus, ik weet veel, -maar dit kind weet meer! In mijn hart zie ik dat haar reine borst dingen bewaart waar wij nog geen flauw idee van hebben. Maar Raphaël schijnt door haar niet zo hoog aangeslagen te worden! Wat denk jij daar nu van, liefste echtgenote Helena?"
Hoofdstuk 123: Jarah's wijsheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...