Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

476 resultaten - Pagina 21 van 32

...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32
[13] Ja, het is met zo'n eigenliefde net als met een olielampje wanneer iemand wat olie, die op verschillende plaatsen van de bergen uit kleine bronnetjes uit het vette gesteente opstijgt als bemesting ter verbetering van de schrale bodem, in een vat doet en aansteekt! Het zal weliswaar onmiddellijk beginnen te branden, maar als het door het verbranden verbruikt wordt, zal dan het leeg geworden vat ook nog voortbranden als er geen nieuwe olie bij gedaan wordt?
Hoofdstuk 71: De verklaring van het door Juribaël geschouwde door Abedam de hoge. Het levensgeheim van de deemoed en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Zie, zo zijn ook jouw vragen! Geloof maar niet dat zij wel beschouwd op jouw eigen grond en bodem gegroeid zijn, maar Ikzelf' heb ze in jou laten opkomen om je te wekken uit je oude en steeds wederkerende slaap, opdat je tenminste een behoefte in jezelf zult bespeuren om je innerlijke mens te laten ontwaken en met zijn oerlicht jou samen met je nacht, eindelijk eens gevangen te nemen.
Hoofdstuk 73: De eindeloze verscheidenheid van de geestelijke persoonlijkheden. Het leven in de geestelijke wereld - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Wel vervloekte Mijn onaantastbare heiligheid, die jij zo ernstig aangetast had, de bodem van de aarde, zodat zij distels en doornen voor je zou dragen;
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar Mijn grote liefde voor jou nam spoedig weer de vloek over de bodem der aarde weg, waarop zij - zoals je nu allang gemerkt hebt - weer opbloeide en tot een nieuwe tuin werd!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Terwijl Ik de vloek over de aarde wegneem, zie, heb jij echter volop alle vlakten en dalen vervloekt en ook al hun bewoners en je hebt het zover gebracht, dat nu al tijdens je leven dergelijke vruchten ontsproten aan de door jou vervloekte bodem. Hier aan Mijn voeten zie je daarvan een nieuwe getuigenis!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Morgen zul je op de plaats die de grote hoge berg eerder ingenomen heeft, en die nu een vlakte is met een lengte van tienduizend en een breedte van zevenduizend manslengten, reeds het weelderigste gras en een groot aantal edele vruchtboompjes uit de nieuwe bodem zien ontspruiten!
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Ik wil echter de goede Henoch een hele eeuwigheid laten wachten en geef hem daarenboven mijn leven nog als onderpand, dat hij beslist nooit het geluk zal hebben een goed geordend huis uit de stomme bodem van de aarde te zien opgroeien !
Hoofdstuk 162: Het overleg van de vier twijfelaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Luister naar nog een gelijkenis! Zie, in de zomer prijken veel planten in de bodem van de aarde; maar wanneer de winter als de sterke beproever van het leven komt, richt hij alle scheppingen van het licht te gronde, - alleen de wortel en het geheel rijp geworden zaad is hij niet in staat te doden!
Hoofdstuk 166: Het verschil tussen de schranderheid van het verstand en de wijsheid van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Je hebt thuis een tuin. Daar heb je verschillende goede planten in gezet. En als het 's zomers af en toe zeer droog is geweest, dan begiet je de planten met goed water, opdat zij niet verdrogen en afsterven in de droge aarde van je tuin. Maar ondanks je vlijtige gieten worden de planten maar miezerig en je oogst is dan even schraal als de bodem is, die behoefte heeft aan levend voedsel dat alleen maar bestaat uit een gezegende regenbui uit de wolken aan de hemel.
Hoofdstuk 167: Het woord van God als het levende water. De gelijkenis van het regenwater, dat beter is om planten te begieten dan bronwater - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Maar Henoch antwoordde Lamech: 'Broeder Lamech, denk je dat de Allerheiligste een onreine bodem wil betreden?
Hoofdstuk 223: De hevige wind en de vlammenzee tijdens de morgen. De stem van de Heer boven de kring van vlammen. De zonsopgang en de nieuwe gast van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] Maar de liefde greep de haar bedrukkende toorn en plaatste hem als lichamelijk wezen buiten Zichzelf.
Hoofdstuk 231: Lamechs dwaze vrees voor de toom van de Heer. De Heer spreekt verhelderende woorden over de `toorn' Gods - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Kijk nu eens verder: Wanneer nu de Heer je kon verbeteren en reinigen, terwijl je waarachtig boos en slecht was, dan zal het toch ook niet moeilijk voor Hem zijn om de vruchten van deze bodem te veredelen?!
Hoofdstuk 248: De bijeenkomst van de gasten in de troonzaal. De wonderbaarlijke vruchten op de tafels. De zetel en de oorsprong van het boze in het menselijke hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Laat je dit nu openlijk zijn gezegd, opdat je weet wie je vóór je hebt! Ik, Henoch, Gods enige hogepriester op aarde, zeg en gebied je nu in naam van mijn en jouw God en Heer, dat je van deze plaats verdwijnt en je ijlings wegscheert naar de zee van je bodemloze boosheid om nooit meer deze omgeving te betreden, maar te verblijven in je bodem en je daar te voeden met het slijk van je arglist!
Hoofdstuk 273: Henoch en de zeven boden op weg naar de hoogte. Het avontuur met de draak De leugenachtige woorden van de draak over God en Zijn schepping - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Geloof, vader Seth, wat je nu ziet en hoort is geen gezichtsbedrog en geen misleiding van je gehoor, maar het is allemaal naakte waarheid en de volste werkelijkheid; maar wat je in de uiterlijke wereld ziet is slechts de schors van de boom, is de huls om de waarheid en is ten opzichte van de werkelijkheid een land waarvan de bodem door een dichte mist en zwarte wolken is bedekt.
Hoofdstuk 9: Het zichtbaar worden van de geesten Abel, Sehel en Zuriël. Seth en Sehel, Adam en Abel in gesprek. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Weldra moest Ik een scheiding van zijn wezen uitvoeren, nam uit Adam hetgeen zich in hem als het vrouwelijke had gevormd en liet in hem alleen de mannelijke geest en plaatste de vrouwelijke geest als Eva vrij in een nieuwe, mooie woning buiten Adam.
Hoofdstuk 24: Het innerlijk verwante wezen van Satana, Adam, Eva en Kaïn en de deling van Satana en haar verzwakking. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32