Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3666 resultaten - Pagina 21 van 245

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[14] Toen de leerlingen dat deden, zei Ik tegen het volk, dat iedereen op het gras moest gaan zitten, nam vervolgens de vijf broden en de twee vissen, sloeg Mijn ogen op naar de hemel en dankte de Vader, brak toen de broden in stukken en gaf deze aan de leerlingen, en die gaven ze aan het volk. (Matth. 14:19) De beide vissen en wat brood bleven dit keer voor de leerlingen over .
Hoofdstuk 95: Spijziging van vijfduizend mensen in de woestenij. Op zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Ik vroeg aan mijn rondleider of hij niet bang was voor zoveel doden! En hij antwoordde: 'Waarom zou ik? Zolang ze dood zijn kunnen ze ons niets doen, en als ik ze weer tot leven breng, zullen ze mij slechts danken omdat ik ze van een zekere en wisse dood weer tot leven gewekt heb! Kijk, het zijn mannen, vrouwen en maagden! Het is alleen jammer dat er ditmaal geen kinderen bij zijn. Maar Iaat je niet van je stuk brengen en schrik niet als ze op mijn woord allen van hun bedden zullen opstaan!'
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] De Esseen hief zijn handen op en riep met verheffing van stem: 'Doden ontwaak, leef verder en verdien met je levende handen eerlijk je brood! Maar geef ook voor alles de eer aan de goddelijke geest omdat hij ons mensen deze wijsheid en kracht gegeven heeft!'
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] Mijn rondleider deed dat meteen en na zijn laatste woord schoten er hoge en zuivere vlammen op en de voormalige geraamtes, waarvan nu geen spoor meer te ontdekken viel, stonden als complete mensén levend en bewegend, ook zo'n stuk of honderd, voor ons, begroetten ons en dankten de overste voor de bewezen genade. Deze stuurde ze naar buiten in de frisse lucht, die ze nu het eerst nodig hadden.
Hoofdstuk 97: Judas prijst de wonderen van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Kijk, broeder Judas, dat zijn de levensprincipes van die beroemde Essenen, waar jij ons over vertelde! Werelds gezien kan men ze niet te veel afkeuren, maar geestelijk zijn ze uitermate te verwerpen nu wij een geheel ander licht hebben! Want uit hun mond hoort een buitenstaander nooit een enkel waar woord, en als hij in hun bijzijn de waarheid wil spreken, dan is zijn doodvonnis al getekend!"
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] JUDAS zegt met een kwaad gezicht: "Oh, dat zijn me een beesten! Nee, dat deze kerels met zulk sop overgoten zijn, daar zou ik zonder jou geen woord van geloofd hebben, maar omdat jij als voormalig Esseen ons dat nu vertelt, geloof ik het! -Maar hoe kwam je dan heelhuids uit het klooster?"
Hoofdstuk 99: De levensbeschouwing van de Essenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] En de knechten begonnen te roeien en na een klein half uur kwamen wij onder de stad Genezareth aan land (Matth. 14:34) De zee vormde bij Genezareth een grote inham en was daar slechts door een nauwelijks tien klafter brede zeearm mee verbonden. Daarom noemde men deze inham ook 'Meer van Genezareth'. Wij stapten aan de linker landtong aan land, omdat de schepen die de zeeëngte passeerden en het meer van Genezareth binnenvoeren tol moesten betalen. Wij lieten ons schip aan de landtong vastleggen en lieten slechts twee knechten als bewaking achter, de andere zes gingen met ons naar de stad en kochten daar naar behoefte brood, zout en wat wijn, want de nacht had hen erg hongerig gemaakt.
Hoofdstuk 102: Aankomst in de vrije stad Genezareth. In Genezareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] EBAHL nam ons zeer gastvrij op en zei: "Naar uiterlijk en kleding zijn jullie Galileeërs uit de omgeving van Nazareth!?" Wij beaamden dat en hij liet meteen brood, wijn en vis voor ons brengen en zei: "Drie dagen en drie nachten behoeven jullie niets te betalen! Maar als jullie, Nazareeërs, mij in kunnen lichten over de beroemde heiland die Jezus heet, die op de wonderbaarlijkste wijze alle mogelijke ziekten moet kunnen genezen, dan houd ik jullie je leven lang vrij en dan kun je eten en drinken wat je maar wilt!
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] Terwijl hij zo nog verder sprak, kwam al het bericht van zijn grote herberg, over de totale genezing van de ongeveer tweeduizend zieken. Er moest een wonder gebeurd zijn, omdat zoiets anders volkomen onmogelijk zou zijn. De genezen mensen zouden zelf al gauw komen om de heer van de herberg met woord en daad hun vurige dank te betuigen!
Hoofdstuk 103: Genezareth. De herberg van Ebahl. (6/7.12.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[9] Spoedig daarop komen meerdere genezen mensen, waaronder Farizeeën en schriftgeleerden uit Jeruzalem en twee broeders van de Essenen, om Mij te danken voor de genezing en om eventueel van Mij te weten te komen hoe Ik in staat ben om zieken alleen maar door het woord ogenblikkelijk te genezen.
Hoofdstuk 104: Zieleheil gaat boven lichamelijk geluk. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Na dit afdoende antwoord van de dienaar zeggen de Farizeeën en schriftgeleerden geen woord meer en berusten, niet van harte, maar uit een soort gedwongen noodzaak.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Tegen de avond komen uit de huizen van de stad en uit haar naaste omgeving al meer dan honderd mensen, behept met allerlei ziektes, en vragen Mij of Ik hen gezond wil maken. En Ik ga naar buiten in hun midden en maak ze allen door het woord gezond.
Hoofdstuk 105: De genezing van de Romeinse soldaten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] In de loop van de tijd zullen weliswaar de eigenlijke wereldmensen van Mijn leer grotendeels hetzelfde maken wat de Egyptenaren, Grieken en Romeinen van de oerleer hebben gemaakt, die Adam en zijn eerste nakomelingen kregen. Maar naast die afgoderij zullen er toch velen zijn, die Mijn leer en Mijn macht net zo rein zullen bewaren en bezitten, als ze nu uit Mijn mond komt, en daardoor zullen zij ook steeds de macht hebben en bezitten, die hen door het levende geloof in mijn woord tijdelijk en in het hiernamaals voor eeuwig verleend wordt! Zo ben Ik dus Heer en vrees daarom geen heer en diens wetten! "
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[10] IK zeg: "Dat is hij zeker, tot grote beschaming van vele Joden, die Gods woord en Gods geboden hebben en waarvan het gehele hart toch volleugen en vol bedrog, vol twist, toorn, echtbreuk en allerlei hoererij is. Daarom zal het ook gebeuren dat, zoals Daniël getuigt, het aan David beloofde rijk van de Joden wordt afgenomen en aan de heidenen gegeven zal worden, en dat de nakomelingen van de zoon van Hagar zullen heersen over de nakomelingen van Isaäk, hoewel in deze tijd al het heil voor de gehele wereld afkomstig is van de stam van Juda."
Hoofdstuk 107: De hoofdman krijgt uitleg. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Zodra het nodig is, wordt de wil van de profeet door God aangespoord om datgene tot het volk te spreken en voor het volk te doen wat hij in zijn hart hoort, -en dat noemt men dan een echte profetie of voorspelling en deze is net zo goed een zuiver woord van God, als wanneer God Zelf in eigen woorden tot de mensen gesproken zou hebben.
Hoofdstuk 108: Verhouding van een profeet tot God en de mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...