Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1077 resultaten - Pagina 21 van 72

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[8] Maar omdat het nu echter al te erg onder de mensen is geworden en hun het licht te veel ontbreekt, kwam Ik Zelf nu nogmaals als de oude Melchizedek zelfs in het vlees tot jullie, zoals Ik dat reeds lang van te voren door alle profeten heb laten aankondigen.
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wat vind je van de zondvloed van Noach? Was die algemeen of slechts van plaatselijke aard? Heeft Noach wel van iedere diersoort er een paar in zijn ark meegenomen? Hoe voerde hij met zijn familie dat grote aantal dieren? Waar haalde hij voor de verscheurende dieren het vlees en voor de viseters de vis vandaan? Waar leefden de roofdieren naderhand van toen Noach weer uit de ark ging? Want toen was de aarde nog woest en eenzaam en nergens was een schaaps - of varkenskudde die als voedsel voor de leeuw, de tijger, de hyena, de wolf enz. had kunnen dienen. Het water moet in het algemeen nog veel hoger dan zelfs de hoogste bergen op aarde gestaan hebben. Waar stroomde het tenslotte naar toe, als de hele aarde overal even hoog onder water stond?
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Omdat Ik echter al voor het heil van alle mensen in deze wereld zelfs in het vlees tot jullie gekomen ben, moet Ik jullie toch wel laten weten dat Ik er ben, opdat jullie niet weer kunnen zeggen dat niemand dat tegen jullie gezegd heeft, en dat God de mensen wel geschapen heeft en ze uit vrouwen geboren laat worden, maar Zich dan helemaal niet meer om hen bekommert en hen steeds maar laat versmachten.
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ik wees hen op veel wortelvruchten die zij door Mijn omschrijving goed konden herkennen, verbouwen en daarna als voedsel konden bereiden. Ook vertelde Ik hun hoe zij het vlees van varkens, herten, reeën, gemzen, gazellen, wilde en tamme hazen en een aantal vogels moesten klaarmaken om het te kunnen eten zonder dat het schadelijk voor hen was. Zo vertelde Ik hun ook, hoe en wanneer men die dieren het gemakkelijkst kon vangen en doden en hoe men het vlees ervan dan gemarineerd en goed gerookt voor langere tijd kon bewaren om er, indien nodig, van te eten.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar ook DE FARIZEEËN, die met de oudste leerlingen over Mij spraken, hoorden wat Ik zei, schudden hun hoofd en zeiden: 'Nu vertelt hij dingen die in strijd zijn met de wet van Mozes, en de Romeinen brengen daar niets tegenin, terwijl zij ons toch verweten dat wij de instellingen van Mozes verworpen hebben en vervangen hebben door die van ons! Weet hij dan niet wat Mozes heeft voorgeschreven, en dat het vlees van onreine dieren de mensen ook reeds verontreinigt als men het alleen maar aanraakt? Wat heeft de toebereiding er mee te maken! Wat onrein is, blijft ook bij de beste toebereiding onrein en verontreinigt degene die het eet! Wat, vreemd van hem dat hij zo praat!'
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Sla maar na in de Schrift dan zullen jullie wel vinden waarom Mozes alleen maar het gebruik van zuivere spijzen heeft aanbevolen! Dat deed hij vanwege jullie te grote belustheid op vlees en vanwege jullie buitensporige zinnelijkheid en geilheid. Ik zeg echter nu, dat voor degene die in zijn hart rein is ook al het andere rein is, maar voor degene die in zijn hart onrein is, alles onrein is.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Meester, ik weet wel dat u de waarheid spreekt; maar u heeft ons toch verweten dat wij de wetten van Mozes opgeheven en er andere voor in de plaats gesteld hebben! En kijk, wij bestrijden dat niet, omdat het werkelijk zo is. maar als u nu alle joden toestaat ook het vlees van de door Mozes genoemde onreine dieren te eten, nadat ze op een bepaalde manier bereid zijn, dan heft ook u immers op dit punt de wet van Mozes op, net zoals u die ook niet altijd zo streng gehouden heeft door ook op de sabbat zieken te genezen! Want er staat geschreven: 'Zes dagen zul je arbeiden, de zevende dag zul je rusten en aan God de Heer wijden!' Met welk recht doet u zoiets dan zelf?'
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Hiermee zeg Ik niets anders dan: Een mens kan indien nodig ook het vlees van al de door Mij aangegeven dieren eten en hoeft daar geen gewetenszaak van te maken; maar hij moet het eerst klaarmaken zoals Ik zojuist verteld heb, dan zal het hem niet schaden! Maar bloed, speciaal van gestikte dieren, moet niemand eten, omdat daarin veel kwade geesten verborgen zitten! Jullie weten dat wel, en toch eten jullie heimelijk het vlees van gestikte kippen, kalveren en lammeren, omdat het jullie beter smaakt en je daarvan bedwelmd en geil en tenslotte helemaal gevoelloos wordt.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) Precies zoals het met het eten van het vlees van onreine dieren staat, zo staat het ook met de sabbat. Allereerst is iedere dag een dag des Heren, en de ware mens moet iedere dag goed doen, niet alleen op de sabbat! En ten tweede staat er alleen maar geschreven dat men deze dag heiligen moet, en dan niet als het niet nodig is zware slavenarbeid moet verrichten; maar dat men op de sabbat ook geen goede werken mag doen, daarvan staat in de hele Mozes geen enkel woord!
Hoofdstuk 223: Goed en verkeerd sabbatvieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Zeg liever: 'Heer, sterk ons lichaam en onze wil!', want de sterkte van het geheugen hangt altijd af van de sterkte van de wil. Jullie ziel is weliswaar zeer gewillig, maar jullie vlees is zwak, en daardoor ook jullie geheugen, dat pas later sterker zal worden wanneer Ik de Heilige Geest over jullie zal zenden. -Maar let dan nu goed op, en wel met gespannen aandacht!'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Agricola zei: 'Je hebt wel gelijk, maar bij de andere profeten staat ook geschreven, dat de eeuwige geest van God - dus God Zelf - zich ter wille van de mens in het vlees zal hullen en Zelf als mens temidden van hen zal vertoeven en hun Zelf de juiste levenswegen zal leren. En daarom kan nu een waar mens God zien en horen en daarbij niet alleen dit aardse leven behouden, maar ook nog het eeuwige leven van de ziel verkrijgen, zodat hij dan verder in eeuwigheid geen dood meer ziet of voelt. Ook al valt dit lichaam mettertijd van hem af, dan leeft toch de ziel van de mens eeuwig verder en geniet daarbij de hoogste zaligheid. Wat vind je daar van?'
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De stem van een roepende in de woestijn: 'Bereid de weg van Jehova, en effen in de woestijn een voetpad voor onze God, en met name alle vlees zal dat zien. Ges. 40,3-5)
Hoofdstuk 27: De verwijzing van de Heer naar Messiaanse voorspellingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] O, goede vader van ons allen, wees toch niet alleen voor ons barmhartig, maar ook voor al degenen die in ons onaangename land wonen en vaak niets anders te eten hebben dan gedroogd vlees van wilde dieren en vissen! Mocht ik uit naam van al degenen die u hier als goede vader prijzen, iets verkeerds hebben gevraagd, dan mag u mij daar wel voor straffen, want aan macht en kracht daarvoor ontbreekt het u, beste goede vader, zeker niet, waarvan wij ons allen al hebben overtuigd!'
Hoofdstuk 39: De opvattingen van de jonge slaaf De toekomst van Rusland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Zelf eten jullie zelfs op de sabbat gezuurd brood, jullie eten wild gevogelte en geven ook nog aan jullie apostelen verlof om alles te eten wat de mensen in een bepaald land eten. Het gaat jullie echter alleen maar om het aardse voordeel, en dat maakt nu juist datje de wet breekt; Ik geef de mensen echter nu uit pure liefde en mededogen deze raad en verlang voor die dispensatie geen offers en hef daarom de wet van Mozes niet op! Want als de mens, wanneer hij honger heeft, zijn lichaam verzadigt met wat voor eetbaar voedsel dan ook, zondigt hij tegen geen enkele wet van Mozes. Maar als een Jood puur uit smulpaperij en om zijn gehemelte onnodig te strelen, tot ergernis van zijn medemensen het vlees van onreine of gestikte dieren eet, terwijl hij voldoende vlees heeft van reine dieren, dan zondigt hij omdat hij zijn zwakke medemensen daarmee ergert
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE FARIZEEËR zei: 'Ja, U heeft wel helemaal gelijk, en de mensen zijn Uw liefde niet waard en kunnen U van nu af aan niet genoeg danken dat U in het vlees gekomen bent om hun het ware licht te geven en hun de ware weg naar het eeuwige leven te wijzen. Maar één ding is er toch door ons mensen ten opzichte van U op te merken, en dat is het volgende: U bent zo, als deze keer, nog nooit bij de mensen geweest om hen te leren Uw wil en hun bestemming te onderkennen. Steeds waren het zeer ervaren en geestdriftige mensen - profeten genaamd - die beweerden door Uw geest gegrepen te zijn; en niet zij hebben gesproken, maar Uw geest door hun mond. Zij deden ter bekrachtiging van hun verklaringen ook tekenen, vaak van de meest buitengewone aard zoals men in de boeken leest; maar zij waren toch mensen en moesten sterven, hoewel zij heel vaak over het eeuwige leven spraken en schreven. Zelfs Mozes was daarvan niet uitgezonderd. Alleen van de unieke Elia zegt de Schrift, dat hij in een vurige wagen naar de hemel is opgevaren en alleen zijn mantel achterliet voor zijn leerling Elisa. Deze geschiedenis is echter toch wat ongeloofwaardig en kan niet als norm dienen, omdat men zoiets nooit daarvoor en ook nooit daarna bij welke grote wijze dan ook heeft meegemaakt.
Hoofdstuk 224: Het weerwoord van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...