Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

32391 resultaten - Pagina 21 van 2160

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[13] STAHAR zegt: "Geliefde, almachtige boodschapper des Heren, herinner mij niet aan een tijd waarin ik beslist slechts door een vloek het wereldse licht aanschouwde, en aan een daad die ik later vele, vele malen diep heb betreurd! Maar voor mijn denken en mijn inzicht van toen, bleef er haast geen andere mogelijkheid over!
Hoofdstuk 152: De overste vertelt over de moord op Zacharias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] U hebt toch ook al reeds dertig jaar de oude ark des verbonds aan de kant gezet omdat de vuurzuil en rookkolom was verdwenen en in plaats daarvan hebt u er een nieuwe, geheel materiële neergezet! Dat is echter ook, zonder dat u het begrijpt, een getuigenis voor deze tijd. Het betekent dat Jehova nu niet meer alleen als geest boven alle materie verheven zweeft, zoals eens boven de nachtelijke wateren. Hij verliet Zelf de plaats waar Hij Zich als Schepper en Vader maar moeilijk en onduidelijk door middel van de gewekte ziener voor de andere kinderen herkenbaar maakte. Hij kwam daarom Zelf in het lichaam van een mens en leert nu Zelf de mensen en onderhoudt Zich met Zijn kinderen!
Hoofdstuk 153: Raphaël geeft uitleg over Messiasbeloften. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] STAHAR zegt: "Dat neem ik allemaal voor mijn verantwoording. Ik besef heel goed dat wij daarmee niet bij de tempel moeten aankomen, maar dáártegen zullen wij ons ook weten te beschermen! Uiterlijk blijven wij -maar dan iets verstandiger -wat wij waren en betalen de tempel de vastgestelde bijdrage, maar in ons binnenste moet het nu ontzettend veranderen en na verloop van tijd zullen wij ook het volk in iets beters inwijden.
Hoofdstuk 154: De overste bekeert zijn collega's. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] FLORAN zegt: "Daar denk ik nog niet aan en onder de hier gegeven omstandigheden vind ik het niet de moeite waard ook maar vluchtig daaraan te denken! Wij zijn nu bij God en daar zijn wij niet alleen voor deze tijd in goede handen, maar voor de gehele eeuwigheid! Dus, broeder, deze vraag had je je wel kunnen besparen!
Hoofdstuk 160: Floran spreekt met Stahar over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het komt mijzelf en ook zeker al mijn gezellen voor als een droom! Het is volkomen realiteit en nooit kan al datgene wat hier gebeurde, ontkend worden. Maar er gebeurde hier in korte tijd zoveel buitengewoons dat het niet in één keer is te bevatten. Wij geloven zonder twijfel alles wat hier is en gebeurt, en dat U de Messias bent waarover alle profeten hebben geprofeteerd, is net zo zeker als het feit, dat de oude Romein opperstadhouder is over geheel Azië, tenminste voor zover dit door de Romeinen is veroverd. Maar aleer wij alles tot ons hebben laten doordringen, zal het nog wel enige tijd duren!
Hoofdstuk 161: Het getuigenis van Floran. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Dan roept CORNELIUS de oude Marcus en zegt: "En, oude wapenbroeder, ken je me nog? Weet je niet meer, dat je in Illyrië en Pannonië bij mij was? Wel was ik toen nog meer een knaap dan een krijgsman, maar sinds die tijd zijn er reeds 45 jaar voorbijgegaan en ik ben al bijna 60!"
Hoofdstuk 167: De voorspellingen over de menswording van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Als jij nu dus net als al de anderen nog niet precies kunt begrijpen waarin de eigenlijke wedergeboorte des geestes bestaat, dan heb Ik je nu de reden daarvan zo duidelijk mogelijk uitgelegd. Als binnenkort echter de tijd zal komen waarin je geestelijk zult worden wedergeboren, zul je ook dan pas goed inzien wat het is, en waarom je het nu nog steeds niet kunt begrijpen! -Begrijp je nu de reden, waarom je Mij nog steeds niet helemaal kunt begrijpen?"
Hoofdstuk 171: Het geestelijk opnieuw geboren worden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] IK zeg: "Het is weliswaar geen evangelie, maar het is op zichzelf een waarheid, die in de loop der tijd ook haar goede kant zal hebben, om de mensen te genezen van allerlei bijgeloof. Want niets veroorzaakt bij de mensen zo'n massaal bijgeloof als de lichte sfeer van de sterrenhemel. Maar het is nu nog niet het moment om de mensen volledig daarover in te lichten, want het gaat er nu vooral om, van de tegenwoordige mensenlarven werkelijke en echte mensen te maken.
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De kennis geeft iemand wel enige hulp in dit tijdelijke leven, maar brengt hem voor het opwekken van zijn geest zeer veel schade toe. Zodra de kennis echter in de loop van de tijd zonder meer uit het licht van de geest ontstaat, bevat zij ook alle levenswarmte en is dan net zo levend als het licht van de zon, dat niet alleen licht geeft als geen ander licht, maar ook leven geeft, omdat haar licht de levenswarmte bevat en die, waar het licht terechtkomt, ook meedeelt en de reeds aanwezige levenswarmte nog meer leven geeft en tot leven wekt.
Hoofdstuk 175: In de geest van ieder mens sluimeren talloze wonderen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] U kunt het zelf uitrekenen. Meet de tijd, die een afgeschoten pijl. nodig heeft om duizend passen van een man af te leggen. U zult ontdekken, dat de pijl ondanks al zijn snelheid toch twee momenten nodig heeft om duizend passen van een man af te leggen. Een uur tijd bevat echter 1800 van zulke dubbele momenten; een dag telt 24 uur en een jaar bestaat uit 365 dagen, zoals u wel zult weten. Als u dat nu weet en u weet iets van rekenen af, zult u er al gauw achter komen hoever de zon van de aarde afstaat! Meer kan ik u niet zeggen en meedelen, want ook al zou ik het weten, dan ontbreekt mij toch de maatstaf en het geëigende getal! Stel u 40 maal 1000 maal 1000 uur gaans voor en dan heeft u vrij nauwkeurig de afstand van de aarde tot de zon!"
Hoofdstuk 174: De natuurlijke zon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Alle duurzame scheppingen, die voor enige tijd, of ook wel voor altijd, een bepaalde, zichtbare vorm hebben -zoals bijvoorbeeld een gehele wereld en alles wat erin en erop is en alles waaruit deze bestaat -zijn van God uitgegane ideeën die zich reeds in een gerealiseerd bestaan bevinden. Maar om dat tot stand te brengen, moeten er van God ook voortdurend, merendeels vormloze, geheel vrij werkende ideeën uitgaan, die ook met Zijn wil vervuld zijn, maar die er alleen zijn om te werken en vormen te maken. Zij zijn er niet om zelf een vorm te zijn, waarin kracht en intelligentie zijn samengegaan om zo, op een aan God gelijke wijze, vanuit het eigen centrum op de objectief uitgezonden ideeën dusdanig in te werken, dat zij binnen een zekere planmatige orde zinvolle vormen opleveren. Nee, zij blijven zelf steeds zonder vorm en bevorderen het maken van vormen, zoals de wijze Plato reeds beweerd heeft over de oorspronkelijkheid van de menselijke ziel.
Hoofdstuk 181: Gedachten van Philopold over de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar Salomo móest zo schrijven, omdat het toen nog niet de tijd ervoor was de onbekwame mensen, die in hun hart nog totaal geen geest hadden, de diepste geheimen van de hemel geheel te onthullen. In plaats daarvan mocht hij slechts zeer bedekt toespelingen maken, om de zielen attent te maken op dat wat komen moest. Maar er was geen sprake van begrip.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar wat hij door de geest van God, die op zekere momenten zijn ziel verhelderde, heeft geschreven, is toch zuiver Gods woord, -maar niet gegeven om begrepen te worden door de hersenen, maar door de daartoe in staat zijnde goddelijke geest in het hart. Die werd echter pas in deze tijd, sinds Mijn komst, bij wijze van uitzondering in het hart van een beperkt aantal mensen gelegd, opdat zij Mij zouden herkennen, verstaan en begrijpen terwille van zichzelf en ook van vele andere nog geestloze mensen.
Hoofdstuk 182: De vergankelijkheid van alles wat in de hersenen wordt opgeslagen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] IK zeg: "Ik stel jullie daarvoor ook nog lang niet verantwoordelijk! Iedere leerling heeft een zekere tijd nodig aleer hij in datgene wat hij leert, thuis is en alles weet. Als hij zover is, houdt hij op leerling te zijn en is hij vanaf dat moment pas voor eventuele, latere fouten zelf verantwoordelijk! Daarom zijn jullie niet fout, als je nu nog veel niet begrijpt, maar later zal dat anders zijn! -Nu moeten we echter kalm zijn! Dadelijk zal er iets gebeuren, dat ons veel werk zal geven!"
Hoofdstuk 184: De taal van het hart. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik wees hem echter op de Perzen en zei: "Kijk daar eens, een uitgebreid en een voor Mij zeer smakelijk gerecht. Zij moeten nog vóór het avondmaal geheel door mijn liefde zijn opgenomen! Tot zolang zul je wel tijd hebben om de lichamelijke maaltijd gereed te maken en de tafels wat op orde te brengen, want er zijn er maar een paar gebroken en die zullen op het juiste moment wel weer gerepareerd zijn. Maar steek wel gauw lichten aan, zodat de mensen niet in het donker lopen!" Marcus ging toen verheugd terug en zette alles aan het werk.
Hoofdstuk 194: Opvattingen van de Perzen over de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...