Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1220 resultaten - Pagina 21 van 82

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[16] IK zei: 'Meteoren hebben tweeërlei oorsprong. Het kan uitgeworpen materiaal van de zon zijn; want de zon is een duizendmaal duizend maal grotere aarde dan deze waarop wij staan. Aan haar oppervlakte vinden dan ook zo nu en dan verhoudingsgewijs grotere en heftiger uitbarstingen plaats dan op deze aarde. Bij zulke uitbarstingen worden altijd een groot aantal grotere en kleinere, hardere en vaak ook zachtere massa's met een voor jou volledig onbegrijpelijke kracht in het wijde heelal naar buiten geslingerd, en daarvan komen er ook steeds een aantal in de buurt van deze aarde. En zodra zij enigszins binnen de sfeer van de lucht van deze aarde komen, beginnen zij te gloeien en worden als vallende sterren zichtbaar. En dringen zij te diep door in de dichtere luchtmassa van de aarde, dan worden zij in hun snelheid afgeremd en door hun zwaarte door deze aarde aangetrokken, en dan vallen zij ook heel natuurlijk op de bodem van deze aarde, hetzij op het droge of in het water, dat op deze aarde aanmerkelijk meer ruimte beslaat.
Hoofdstuk 166: Wat meteoren en kometen eigenlijk zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] DE ROMEIN zei: 'O ja! Dit lied is vanwege zijn sterk poëtische karakter en mystiek reeds lang erg geliefd bij mij. Ik begreep tot op heden de diepe zin ervan niet volledig, maar omdat ik nu Hem gevonden heb op Wie het uitsluitend van toepassing is, verzeker ik jullie dat er geen vers in voorkomt dat mij niet zo duidelijk is als de zon midden op een onbewolkte dag. Als jullie het prettig vinden, wil ik jullie waar al het volk bij is, er hier meteen een voorbeeld van geven dat ik het lied nu goed begrijp.'
Hoofdstuk 217: Over het Hooglied van Salomo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik geloof dat ik jullie vraag nu helemaal ordelijk heb beantwoord. Ik zou jullie nog wel een aantal van zulke feiten uit oude tijden en van al de ons bekende volkeren kunnen vertellen; maar dat zou de waarheid van mijn antwoord niet vergroten. En dus heb ik ook deze vraag helemaal volledig beantwoord en kunnen jullie mij nu wel de vijfde vraag stellen! Wat denken jullie ervan?'
Hoofdstuk 219: Ziel en lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop zei IK: 'En zalig is ook hij die zich aan Mij niet ergert! Jullie blinde Farizeeën zeggen: 'Als de lucht 's avonds rood is, zal het morgen een mooie dag worden; maar is de ochtend rood, dan zal de dag somber zijn!' Deze tekenen kunnen jullie beoordelen; waarom zien jullie dan de grote tekenen van deze tijd niet, die jullie door Mij gegeven worden? Die tekenen zien jullie ook wel en je begrijpt ze ook; maar vanwege jullie wereldse rijk wil je ze niet aannemen en houd je ook het volk ervan af. En dus willen jullie zelf niet in het hemelrijk, maar laten jullie ook niemand anders erin; en daarom zullen jullie eens ook des te meer verdoemd zijn!
Hoofdstuk 220: Het zich van de wereld afkeren en het Rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] LAZARUS zei: 'Dat is prachtig, want de helft van de Olijfberg en de herberg zijn immers ook mijn eigendom! O, daar zullen we het goed naar onze zin hebben! De herberg werd driejaar geleden nog erg druk bezocht, maar sinds mijn strubbelingen met de tempel is het bezoek sterk teruggelopen omdat de Farizeeën verklaarden dat het een zonde is voor iedere jood als hij mijn herberg op de Olijfberg bezoekt. De oorzaak schijnt simpelweg alleen daarin te liggen, dat ik ook deze bezitting van mij onder de Romeinse jurisdictie gesteld heb toen de tempeldienaren er alle moeite voor deden mij met hun praatjes mijn bezit afhandig te maken. Ik heb daardoor hun plannen gedwarsboomd, wat hen natuurlijk vreselijk ergerde. Maar omdat deze bezitting nu ook onder Romeins opperbestuur staat, verklaren de tempeldienaren haar voor absoluut onrein, en iedere Jood die de herberg bezoekt, is voor een vol jaar verontreinigd. Kijk, dat is de eigenlijke reden waarom mijn herberg op de Olijfberg nu veel minder bezocht wordt dan vroeger; alleen Romeinen en Grieken komen daar vaak. Maar desalniettemin is de herberg toch met van alles goed voorzien, en wij zullen daar niets te kort komen. juist vanuit de herberg heeft men een prachtig uitzicht over vrijwel heel Jeruzalem en de wijde omtrek, en ik ben ervan overtuigd dat het U boven heel goed zal bevallen.'
Hoofdstuk 172: De Heer en de Zijnen in de herberg van Lazarus op de Olijfberg (Ev.Joh. 8,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Kijk, vanuit Judea heeft zich zelfs tot Rome de mare verspreid dat ergens in de joodse landen een buitengewoon man, een soort profeet, is opgestaan, die toekomstige zaken voorspelt, en aan wiens wil alle natuurkrachten volkomen moeten gehoorzamen! Lang wilden wij dat niet geloven, maar er kwamen pas kort geleden van zeer betrouwbare zijde opnieuw berichten naar Rome en dus ook bij mij -omdat ik een van de voornaamste patriciërs van Rome ben -, en ik en al deze vrienden van mij, die ook tot de aanzienlijksten van Rome horen, dachten: Iets ervan moet toch waar zijn, -maar wat? Schepen hebben we genoeg en zeelieden bij honderden, laten we een reis naar Azië maken en wel naar Judea! Daar zullen we het gemakkelijkst ervaren wat er van waar is!
Hoofdstuk 183: De Romein vraagt de waard en Lazarus naar de wonderman Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En tegen het einde van de tijd van deze aardse bevolking -en dus niet van deze aarde -zal het precies zo gaan: De mensen zullen in die tijd weliswaar geen bergen tot hun -diepste fundamenten afgraven, zoals de goud en edelstenen zoekende Hanochieten dat gedaan hebben, ook zullen zij geen Romeinen meer tegen zich in het harnas kunnen jagen; maar zij zullen door allerlei machines, door de kracht van het vuur aangedreven, beginnen om via ongelooflijk diepe schachten en gaten in het binnenste van de aarde te dringen, waardoor zeer brandbare gassen in grote massa's naar de oppervlakte van de aarde zullen komen. En als de atmosfeer te veel met zulke gassen verzadigd zal zijn, zullen deze vrijwel rondom de hele aarde ontvlammen en alles tot as verbranden. Slechts weinig mensen zullen daarbij in leven blijven. Maar die over zullen blijven, zullen dan ook echte mensen zijn. Die zullen dan werkelijk een geheel vernieuwde aarde bewonen, en jullie en velen die na jullie komen en in Mijn naam gewekt worden, zullen hun leraars en leiders zijn.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] DE FARIZEEËR zei nu tegen de zijnen: 'Wat moeten we doen? Die man spreekt geweldig, en zeer velen geloven in hem. We kunnen niet zeggen: 'Hij is het!', -maar ook niet: 'Hij is het niet!' Naar mijn mening kunnen we eerst beter eens goed de Schrift nalezen. Als alles met hem overeenstemt, dan kunnen we niet anders dan volledig in hem geloven; stemt echter niet alles met hem overeen, dan blijven we wat we zijn! Wat denken jullie ervan?'
Hoofdstuk 221: De goddelijke leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Ik wees hen op veel wortelvruchten die zij door Mijn omschrijving goed konden herkennen, verbouwen en daarna als voedsel konden bereiden. Ook vertelde Ik hun hoe zij het vlees van varkens, herten, reeën, gemzen, gazellen, wilde en tamme hazen en een aantal vogels moesten klaarmaken om het te kunnen eten zonder dat het schadelijk voor hen was. Zo vertelde Ik hun ook, hoe en wanneer men die dieren het gemakkelijkst kon vangen en doden en hoe men het vlees ervan dan gemarineerd en goed gerookt voor langere tijd kon bewaren om er, indien nodig, van te eten.
Hoofdstuk 222: Reine en onreine spijzen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Pas als het hart eenmaal verlicht is en in de ware liefde ontvlamt, wordt het helemaal licht en levend in de mens. Dan gaat ook jouw liefde spreken en zul je zeggen: 'Het licht in mij is mijn lieve zoon, in wie ik een welbehagen heb, naar hem -dat wil zeggen, naar al mijn wensen, begeerten en hartstochten -moet je luisteren!' - Nu Mijn leerling, wat vind je ervan? Is het zo of niet?'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Het gevolg daarvan is echter de huidige bijna totale goddeloosheid onder de mensen, die als de wereldse wetten van Rome hen niet met het zwaard ervan afgehouden zouden hebben, allang in grote woede tegen de heersersnaturen opgestaan zouden zijn en hun metterdaad gevraagd zouden hebben waarom zij hen zouden moeten dienen en hen onderdanig zouden moeten zijn.
Hoofdstuk 243: De gevolgen van de verkeerde voorstelling van het hiernamaals - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Ik zei: 'Ja, zo is het! Daarom zeg Ik jullie dan ook: Wie het leven van deze wereld liefheeft, zal het ware leven van de ziel verliezen; wie het echter niet liefheeft en zich van de eigenlijke hoedanigheid ervan afwendt, zal het verwerven, dat wil zeggen, het ware, eeuwige leven van de ziel.
Hoofdstuk 1: Een zonsopgang en de betekenis daarvan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[10] Toen zei Agricola: 'Heer, wat zou U ervan zeggen als ik al die mannelijke en vrouwelijke slaven zou kopen, en wel voor de prijs die de verkopers verlangen, en hen dan mee zou nemen naar Rome om hen daar goed te laten opvoeden en hun dan de volledige vrijheid en het Romeinse burgerschap te schenken?'
Hoofdstuk 2: De toestromende handelslieden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Hij zei daarom tegen Mij (Lazarus): 'Heer, ik heb thuis kleren genoeg! Wat zou U ervan zeggen als ik iemand naar Bethanië stuurde om voor deze arme mensen kleren te halen? Misschien zou ook mijn zuster Maria mee kunnen komen, die het hier ook beslist naar haar zin zou hebben!'
Hoofdstuk 12: De maaltijd in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Ik heb mijzelf een paar dagen geleden direct na mijn aankomst ervan overtuigd hoe zij Hem, toen Hij in de tempel leerde, wilden stenigen, omdat Hij hun de volle waarheid predikte. Als je dat nu weet, zul je ook wel de reden zien waarom jullie tempelpriesters deze verheven man niet als de beloofde Messias en Heiland van de wereld willen aanvaarden, wat echter in feite niets uitmaakt, want of jullie tempeldienaren dat nu aannemen of niet, Hij blijft toch degene, die Hij volledig naar waarheid is. Lieftallige dochter, begrijp je dat nu goed?'
Hoofdstuk 23: De vraag van de Romein naar de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...