Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

319 resultaten - Pagina 21 van 22

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22
[10] Als dat echter ontegenzeglijk het geval is, dan volgt daar toch weer duidelijk uit hoe de atmosferische lucht uit veel soorten moet zijn samengesteld om de in haar aanwezige veelsoortige dingen ieder naar hun aard, tot voedsel te dienen. Als de planten echter alleen al zoveel verschillende luchtsoorten uit de atmosferische lucht voor hun bestaan nodig hebben, hoeveel meer grondstoffen moeten er dan wel niet voor de dieren in de atmosferische lucht aanwezig zijn, opdat elk dier de voor hem passende inademingsstof vindt.
Hoofdstuk 20: Wezen en bestanddelen van de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Een andere ontdekking van de astronomen is die, volgens welke het licht van zeer verre sterrengebieden of nu of pas over vele jaren op de aarde zal aankomen. Ten gevolge daarvan moeten dus nieuwe specifica en daardoor ook nieuwe vormen op de aarde ontstaan, die voor de al eerder op aarde aanwezige wezens of gunstig of nadelig inwerken, al naar gelang de ster waar het specificum van uitgaat een goede of een slechte is. Want er zijn goede en kwaad aardige sterren, zoals er dientengevolge ook goede en kwaadaardige planten en dieren zijn.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Eerst rust op de vaste aarde een kilometers dikke gevoelige aardehuid, waar overheen pas de eigenlijke gevoelloze aardkorst ligt, waarin zich de werking van het innerlijke organische leven van de aarde verduizendvoudigt. Daar wordt pas alles wat erin of er buiten ligt gevormd, d.w.z. het zaad, zoals het geaard is, wordt of nieuw gevormd of in zichzelf vastgelegd, zoals de uit de kiem ontstane uiterlijke vorm zich eens zal ontplooien. Ofwel, wordt hier voor de zaden de kracht gemaakt en al naar hun aard gedifferentieerd, opdat deze geschikt zal zijn voor het tot leven wekken van het reeds aanwezige zaad, zowel voor plant als dier. Ze wordt dan langzamerhand door het plantenrijk, het water en door talloze kleine diertjes opgenomen en heel intelligent gebruikt.
Hoofdstuk 18: De aardkorst - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Uit deze voorbeelden zien we heel duidelijk hoe elk geestelijk centrum uit de oneindige veelheid van intelligentie specifica heel precies datgene weet uit te zoeken, wat specifiek bij hem hoort. Zo vindt ook het in elke zaadkorrel aanwezige centrale zielespecificum in hetzelfde water, dezelfde lucht, dezelfde aarde, in het hetzelfde licht precies datgene, wat tot zijn wezen behoort en trekt dat tot zich.
Hoofdstuk 38: De eerste, onderste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Kijk eens naar een spin! In dit diertje zul je twee intelligenties verenigd vinden. - De eerste is het herkennen van het voedsel dat het nodig heeft; dit voedsel wordt voor twee doeleinden gebruikt, namelijk voor de voeding van het dierlijk wezen en om het kleverige sap te bereiden, waaruit het haar net spint; dit is de éne intelligentie. De twééde intelligentie is de eigenlijke kunst van de spin om de draad uit zich te trekken, hem aan kleine haakjes te hangen en een net te spinnen of beter gezegd te vlechten, dit net dan met een parelachtige kleverig sap te overtrekken, en daardoor die dieren te vangen, die haar nieuw voedsel geven. Uit deze manier van handelen moet iedereen toch wel zien dat de spin een intelligentie moet bezitten; en die intelligentie is hetzelfde als wat natuuronderzoekers - wel wat ten onrechte - 'instinct' noemen; want instinct is eigenlijk een innerlijke drang om een bepaalde bezigheid, op een bepaalde manier, in het werk te moeten zetten. Maar wat de geleerden instinct noemen, dat is niet meer de intelligentie van het diertje, maar dat is al het leiding en richting geven door hogere geesten. Het zijn namelijk twee dingen: een bepaalde vaardigheid bezitten en: volgens deze vaardigheid een bepaalde handeling uitvoeren. Aan het bezit van zo'n vaardigheid is de noodzakelijke uitvoering daarvan nog niet verbonden; daartoe moet er nog een andere drang bijkomen en dan is het bezit van zulke vermogens en vaardigheden in een wezen, of in een psychisch specificum, juist de intelligentie. De dwang echter om naar zo' n inwonende intelligentie te handelen is niet in het wezen zelf als een instinct neergelegd, maar dat is de dwingende leiding van de kant van de hogere en volkomen geesten, die bijvoorbeeld onze spin de plaats aangeven waar, en de tijd wanneer ze haar speciale vaardigheid moet aanwenden. Want was dat niet het geval dan zou de spin of helemaal nooit, of aldoor maar door spinnen en ze zou zelfs het gezicht van een mens niet ontzien en een net over zijn ogen spinnen. Dat is echter nooit het geval; want ze moet spinnen waar ze genoodzaakt wordt te spinnen en waar haar specificum doeltreffend is als het zich met het specificum van de aanwezige materie in verbinding stelt en dat in zich verzamelt voor een hoger leven.
Hoofdstuk 42: Gods werkzaamheid door middel van geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] De vorming van het lichaam heeft op de volgende manier plaats: De etherische psyche heeft eerst haar intelligenties geordend, of liever gezegd, deze intelligenties ordenen zich eigenlijk vanzelf volgens de in hen aanwezige wetten van assimilatie, volgens welke zwart zich met zwart verenigt, wit met wit, rood met rood, zacht met zacht, taai met taai, zuur met zuur, licht met licht enzovoort. Daar echter elk van deze etherische en nu al substantiële intelligentiespecifica een volkomen idee in zich draagt, welk idee zich in een bepaalde vorm verwezenlijkt, gaat deze eigenschap van de ziel tijdens de vormingsperiode van het lichaam gewoon op het lichaam over en het lichaam is dan als het volledig ontwikkeld is, niets anders dan de vorm van de hele ziel, die op het ogenblik van de paring in het moederlichaam werd gegeven.
Hoofdstuk 49: De dierenziel en hoe deze door geesten wordt beïnvloed - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Hij is aan de aarde toegevoegd, opdat hij haar uitstromende magnetische kracht op zal vangen en die, al naar gelang de aarde die nodig heeft, weer aan haar zal teruggeven: daarom is zijn loop om de aarde ook zo buitensporig. Want deze richt zich altijd naar de grotere of kleinere hoeveelheid van het aanwezige magnetisme op de aarde; daartegenover richt de loop van de maan als drager van deze stof, zich ook, naar de eventuele behoeften van de aarde aan deze natuurlijke levensstof - Dat is de voornaamste functie van de maan.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] De knaap nu, die dit tegenover de oudsten in het midden bracht, die was Ikzelf, ...en Ik bracht hen daardoor in grote verlegenheid, terwijl al het daar aanwezige volk bovendien vond dat Ik gelijk had, en dat ook tot uitdrukking begon te brengen in termen als: 'Bij de God van Abraham, Izaak en Jacob, is dit even een bijdehande knaap ! Die zou eens met de oudsten en schriftgeleerden verder moeten praten; wij zullen dan, in zijn naam, wel een flink offert je in de goddelijke schatkist doen!'
Hoofdstuk 2: De van Gods Geest vervulde Jezus in de tempel. Het offer van de oude Simeon. De openingsvraag. Toespraak van een jongere schriftgeleerde. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[5] Weliswaar deed je je exclamatie voornamelijk terwille van de vele, bij die volksvoorstelling aanwezige, prominente heidenen; maar stiekem heb je daarbij toch ook een Beëlzebub gedacht, en daarom ben je toen ook zo akelig geworden !
Hoofdstuk 18: Jezus vertelt over de wonderen door 27 magiërs te Damascus. Barnabas in verlegenheid gebracht. Over het geheim van de alwetendheid van het Jezuskind. - Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel
[17] Zoals het in geringere mate met de hagel het geval is, zo is het, maar dan langer durend, ook het geval met de sneeuwen het ijs. Want hoe noordelijker een punt van de aarde, des te sluwer en bozer zijn de daar aanwezige natuurgeesten.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Alle spijzen, op een enkele uitzondering na, hebben tengevolge van het aanwezige suikergehalte de eigenaardigheid dat ze vooral op zo'n echt zwoele dag, uit de bedorven lucht de stikstof aantrekken. Wanneer het voedsel ook maar korte tijd blijft staan, dan wordt de onreine lucht dadelijk merkbaar, doordat het gerecht zuur wordt, of er schimmel op komt, of doordat het aan de randen een matblauwe kleur krijgt. Dat zijn allemaal uitwerkingen van de bedorven lucht! Wat hebben de vliegen daarmee te maken?
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Aan de pool zelf, waar de druk het hevigst wordt, raakt de lucht sterk in beweging, doet haar hulsjes springen en wordt tot een vuurzee. Als zoiets begint, dan grijpt het vuur de aangrenzende luchtregionen met een elektrische snelheid aan en ontsteekt haar al naargelang zijn dichtste structuur en dit verschijnsel is het noorderlicht. Tijdens de winter brandt zulk licht.voortdurend boven de pool, maar het stroomt slechts periodiek boven de poolstreken en wel wanneer bepaalde aftakkingen van de lucht zich tot aan de noordpool toe verdicht hebben. Dat het noorderlicht op bliksem gelijkende bewegingen maakt, ligt aan de takvormige verdichtingen van de lucht. Het bijna altijd roodachtige noorderlicht en ook het begeleidende groen-witte of blauw-witte licht is een gevolg van de etherische ontsteking van de hoogst elastische lichthulsjes. Wat de passaatwinden betreft, deze ontstaan zodra de zon boven de equator begint te stijgen en daardoor de lucht door haar kern stralen steeds meer doet uitzetten. Daardoor weegt deze niet meer op tegen de grote druk van de rondom de noordpool aanwezige verdichte lucht. Dus stroomt de lucht van de poolstreken daarheen waar het verdichtingsproces plaats heeft, totdat het evenwicht min of meer is hersteld.
Hoofdstuk 11: De noordpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Bij de magneet komen we tot het transcendente punt van alle tot nu toe behandelde noordpool verschijnselen. Het verschijnsel van de magneet laat zich doorgaans niet op natuurlijke manier verklaren, omdat in het wezenlijke van de magneet niets materieel natuurlijks aanwezig is. De magneet is dus niets anders dan het leven van de liefde van de in de materie overal aanwezige geesten. En daar juist in de poolstreken van graad tot graad steeds vredelievender geesten zij n, vermeerdert zich dit leven van de liefde ook. Deze vredelievende geesten zijn deemoedig en wars van elke opgeblazenheid om groter te willen zijn dan andere hen omringende geesten. Daarom ontvluchten ze ook direct elke gelegenheid die ertoe zou kunnen dienen, dat de één zich boven de ander zou verheffen; ze schuwen daarom ook zorgvuldig al het natuurlijke licht en trekken zich hiervan in zekere zin zoveel mogelijk terug en alle licht en warmte die ze ook maar in zich opnemen, laten ze dadelijk verder stromen in die geesten, die aan lichten wijsheidgebrek hebben, Dit bereidwillig verder geven van hetgeen van Mij werd ontvangen is het trekken van de waarneembar magnetische kracht.
Hoofdstuk 11: De noordpool - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] De vliegen bevuilen echter ook de vensterruiten, maar glas trekt geen elektriciteit aan: Dat is wel waar, maar waarom gebruikt men dan glazen cilinders of glasplaten als geschikte middelen om de in de lucht aanwezige vrije elektriciteit door enige wrijving zichtbaar te maken? Omdat deze zich bij voorkeur op het glas verzamelt. Daarom kunnen we ook deze kleine chemici met het bevuilen hun gang laten gaan, opdat deze gepolijste 'elektriciteitshouders' ruwer worden en minder in staat zijn de elektriciteit vast te houden. Zo kan deze zich gemakkelijker met de rest van de kamerlucht vermengen. Zie, zo is zelfs het onbeduidende vliegenvuiltje niet zonder wijsheiden voorzienigheid zomaar ergens gedeponeerd en dat, terwijl het toch slechts pure afval van zo'n onbeduidend diertje is.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[15] Deze uitgaande lichtatomen zijn het eerste stadium en de ontstaansbasis van de lichtdiertjes, die jullie reeds bekend zijn. De opeenhoping van zulke atomen die de zonnestralen uitmaken, en die later een planeetkluwen worden, zijn ook tegelijk opeenhopingen van dierlijk leven in zo'n planeetkluwen. Het dierlijk leven uit zich tweevoudig en wel eerst in een negatief leven, namelijk het plantenleven. Wanneer dit leven eenmaal voldoende is verzadigd en niet meer in staat is het aanwezige polaire leven in zich op te nemen, dan vormt zich een positief polair leven dat door de oververzadiging van het negatieve leven voldoende voedsel voor zichzelf heeft.
Hoofdstuk 22: De vlieg en het ontstaan van de kometen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22