Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 21 van 91

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[8] Maar zo'n toegelaten storm, hoe afschuwelijk hij ook tekeer gaat, heeft altijd iets goeds vanwege het feit dat hij in zulke zielen een groot deel van de schadelijkste materie verwoest en zo de ziel een beetje zuiverder maakt. Na vele van dergelijke stormen wordt hier en daar een enkele ziel nuchterder en probeert zich van dit tumultueuze gezelschap te bevrijden en zoekt een uitweg; -en dan wordt het gewoonlijk toegelaten dat ze bij een beter gezelschap komt, of ze wordt weer geïncarneerd.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En dan zal al het vlees van deze aarde vergeestelijkt worden; jij zult dat echter nooit meer nodig hebben omdat Ik je al voor eeuwig een nieuw lichaam heb gegeven. Waak echter goed over de kinderen van Israël, tot Ik binnenkort weer huiswaarts kom wanneer Mijn grootste werk voltooid zal zijn! Dan zal Ik je ook een vaste stoel in Mijn nieuwe rijk geven. Want zie, nu is het de tijd die Ik je vroeger op aarde heb getoond, waarin Ik alles nieuw schep: eerst Mijn geestenwerelden, en later zal ooit hetzelfde ook met de materie gebeuren, tot deze de juiste graad van volledige gisting bereikt zal hebben! -Laat ons nu deze drie weer uit hun slaap opwekken!"
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Bij jullie komt weliswaar steeds opnieuw de oude vraag op waarom Ik Mezelf zoiets door de mensen laat aandoen. Maar ook daarover hebben jullie al meer dan voldoende onderricht gehad, laten we daarom nu naar het dal gaan naar onze broeders!'
Hoofdstuk 237: Incarnaties van Johannes de Doper (Ev. Matth. 17,10-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] In feite moet dat als volgt opgevat worden: leder mens op deze wereld heeft noodzakelijk een tweevoudige liefde en een daaruit voortkomende begeerte. De ene is materieel en moet dat ook zijn; want zonder deze liefde zou niemand de aarde bewerken en zou ook niemand zich een vrouw nemen. En opdat de mens op deze aarde dat ook doet, moet hij ook een materiële, naar buiten gerichte liefde en begeerte hebben die hem tot deze activiteit beweegt en draagt. Worden deze liefde en begeerte voor de buitenwereld te machtig, dan ergert ze de hele mens en doet de ziel verkommeren, omdat ze teveel naar buiten wordt gedrongen in de materie. Dan is het hoog tijd om zich sterk te vermannen en zich met vaste wil los te maken van deze liefde en begeerte en enkel en alleen datgene wat louter van de geest is uit alle macht na te streven. Is dat het geval, dan is dat alleen ook voldoende om Gods rijk te bereiken, ofschoon men anders volgens de juiste orde der dingen beide zaken wel moet doen vanwege de naastenliefde.
Hoofdstuk 245: Verklaring van de beelden over ergernissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Onder het uitrukken van het oog en het wegwerpen ervan is het werelds verstand van de mens te verstaan. Dit is een oog van de zielom de dingen van de wereld te bekijken en te beoordelen, en ze te vergelijken met de dingen van de geest. Als dit te zeer de richting van de wereld uitgaat en zich geheel afkeert van datgene wat van de geest is, ergert dat de ziel zeer omdat ze daardoor ook geheel in de materie opgaat, en dan is het hoog tijd om geheel van de puur wereldse wijsheid af te zien en het denken alleen te richten op hetgeen met God, de geest en de ziel te maken heeft, omwille van de hemel.
Hoofdstuk 245: Verklaring van de beelden over ergernissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik als de enige Drager van al wat bestaat en leeft, moet nu ook datgene wat sinds eeuwigheden door de vastheid van Mijn wil onderworpen was aan het gericht en de dood, verlossen en moet* (*verlossen en moet is toegevoegd) juist door het gericht en door de dood van Mijn vlees en bloed doordringen in het oude gericht en in de oude dood, om zo vanwege de in zichzelf rijp geworden materie van de dingen die banden voor Mijn eigen goddelijke wil in zoverre los te maken, dat daarna al het geschapene uit de eeuwige dood tot het vrije en zelfstandige leven kan overgaan.
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Gods Geest en wil wordt nu in dit lichaam van Mij, dus in de materiezachter en als het ware buigzaam en oplosbaar gemaakt. Is dat gebeurd, dan moet deze materie van Mij in de grootst mogelijke vernedering en deemoediging gebroken en eerst losgemaakt worden, en Gods Geest, die in al Zijn volheid in Mij woont en één is met Mijn ziel, moet deze gebroken materie die door het vuur van Zijn liefde is gelouterd, opwekken en levend maken, en dan zal zij opstaan als overwinnaar van alle gericht en alle dood.
Hoofdstuk 247: Het mysterie van Golgotha (Ev. Matth.18, 11-14) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En zie, juist zulke verschijnselen kunnen de pure natuuronderzoekers het eerst geheel van God af doen raken; want ze zien in de natuur een niet systematisch, doelloos en overdadig reproductievermogen van leven, dat niet per se een wijze God nodig zou hebben. Ze kunnen echter door middel van onderzoek dat enkel en alleen uiterlijke zaken observeert natuurlijk nooit een innerlijke oorzaak van zulke gebeurtenissen ontdekken, omdat ze met hun ziel, die zich alleen maar in de materie verdiept, nooit met de licht en liefdegeest van God in aanraking kunnen komen en deze vatten.
Hoofdstuk 251: Een zwerm sprinkhanen Aan de overkant van de Jordaan aan de Zee van Galilea (Ev. Matth. hfdst. 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Ik zeg jullie: Alles, bomen en planten en alle dieren van de aarde, is ervoor bestemd om de gerichte geesten uit de harde materie te verlossen, en dat gaat van stap tot stap tot aan de mens toe. Wat er dan met de mens gebeurt weten jullie nu inmiddels, en zodoende hoef Ik over het natuurverschijnsel dat wij hier zien verder niets meer uit te leggen. -Maar roep Petrus nu naar binnen; dan zal Ik hem en jullie iets mededelen!"
Hoofdstuk 251: Een zwerm sprinkhanen Aan de overkant van de Jordaan aan de Zee van Galilea (Ev. Matth. hfdst. 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[24] IK ging naar hen toe en zei: 'Ga nu naar huis en zondig van nu af aan niet meer; want als jullie opnieuw in je oude zonden vervallen, zullen jullie daardoor ook weer in je oude ziekten vervallen! Houdt de geboden welke Mozes heeft gegeven, dan zal alle onheil ver van jullie blijven"
Hoofdstuk 253: De genezing van de blindgeborene en van andere zieken (Ev. Matth. 19,2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Maar om op onze sprinkhanen terug te komen, die ontstaan weliswaar overal in de warmere gebieden van de aarde, maar meestal op bepaalde tijden in Egypte en het zuidelijk deel van Azië. Daar vindt door de hoedanigheid van het klimaat de sterkste productie van natuurlijke levensgeesten plaats, ofwel ze ontwikkelen zich daar het eerst en het meest omdat daar de materiële grond van de aarde, de warmte van de zon, haar sterke licht, de steeds machtige dauwen nog een aantal andere omstandigheden zo'n grote inwerking hebben, dat er altijd zeer veel aardgeesten die vóór die tijd nog gebonden waren, vrij worden, zich dadelijk met de luchtgeesten verbinden, zich dan in zekere zin in een lichte materie verpoppen en zich voorts in de pop met een lichaam bekleden en het dierlijke aardse leven binnengaan.
Hoofdstuk 251: Een zwerm sprinkhanen Aan de overkant van de Jordaan aan de Zee van Galilea (Ev. Matth. hfdst. 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kortom, deze zijn niet meer geschikt voor een huwelijk, en ieder met zulke ontmande mannen gesloten huwelijk is volledig ongeldig en kan zonder enig bezwaar geheel gescheiden worden, en degene die niet onvruchtbaar is gemaakt kan zonder echtbreuk te plegen opnieuw trouwen.
Hoofdstuk 256: Uitzonderingsgevallen met betrekking tot huwelijkszaken (Ev. Matth. 19, 10-12) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Alleen hetgeen deel uitmaakt van de ziel en de geest is waarachtig en voor eeuwig blijvend mooi. Als jou nu alleen maar dat beeld van deze omgeving hier bevalt en haar luchtig kleurenspel, dan beleef je toch nog altijd meer vreugde aan de materie en haar vormen dan aan het geestelijke dat de starre vormen je als in een groot schrift vertolken. Maar ach, als je in staat zult zijn om al deze vormen met je innerlijke geestelijke ogen te bezien, te lezen en te begrijpen, dan zul je ook met David kunnen uitroepen: 'O Heer, hoe groot en heerlijk zijn al Uw werken! Wie deze ziet beleeft puur genot!
Hoofdstuk 266: Het geestelijk zien. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ofschoon het slechts een materieel beeld is, is het toch een begin om iemand een eerste begrip bij te brengen van het overeenkomstige tussen de geheel ruwe materie en datgene wat een geest ervan kan maken. Heeft iemand dat gezien en begrépen, dan gaat het al gemakkelijk verder en dieper, en dan geldt: wie zoekt zal vinden, wie vraagt zal gegeven worden, wie klopt zal worden opengedaan.
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'inderdaad, -want alleen geestelijk inzicht toont de ziel steeds meer structuur, en leert haar beseffen dat ze de verhoudingen moet zoeken tussen materie en wederom materie, en tussen materie en substantie, tussen substantie en ziel, en tussen ziel en geest; en de geest doordringt tenslotte alles en alles moet hem dienen in de hoogst en diepst mogelijke orde. Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 267: De overeenkomsten of analogieën tussen materie en geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...