Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1359 resultaten - Pagina 21 van 91

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[8] Maar het klinkt ook vreemd dat een ziel, die eigenlijk helemaal opnieuw geboren is in haar geest -die dan toch veel sterker zou moeten zijn dan de pure, oervolmaakte ziel van een van deze Moren, bij wie nog lang geen sprake is van een geestelijke wedergeboorte, en vroeger nog des te minder ooit sprake was als zodanig veel minder kan dan zo 'n op zichzelf staande, zuivere, oervolmaakte ziel van een van deze Moren! Als zulke zielen iets willen, gebeurt het; maar als een in haar geest wedergeboren ziel -wat toch beslist meer betekent dan enkel een oervolmaakte ziel te zijn - iets zelf zou willen, gebeurt het niet, omdat de geest het niet wil!
Hoofdstuk 226: De verhouding tussen ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Daarom wil Ik dat de engelons vier geschikte witte, heel zuivere kiezels uit een beek hier brengt. Daarmee zullen wij proberen een menselijk brein voor te stellen, zo goed dat met de materie maar mogelijk is. - Raphaël, ga en bezorg ons het gevraagde!"
Hoofdstuk 232: De bouw van de menselijke hersenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] In plaats daarvan gaan echter van de piramidevlakken in het achterhoofd, waarop pure klanken opgetekend staan, zenuwen door het ruggenmerg naar de zenuwen in de maagholte en vandaar naar het hart, om welke reden heel zuivere muziek ook voornamelijk alleen op het gemoed inwerkt, het ontroert en dat niet zelden teer en gevoelig maakt.
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Maar uitgaande en opstijgend uit het gemoed kunnen de tonen toch door het licht van de liefde door middel van de sterretjes door twee obelisken op de hersenplaatjes als vormen getekend worden en dat zijn dan niet zelden voor de ziel ware wegwijzers in de grote levenszalen van de geest, en om deze reden kan goede en heel zuivere muziek de ziel heel behulpzaam zijn om volledig een te worden met haar geest. Leer en onderwijs daarom ook de pure muziek, zoals David deze eens beoefende!
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Dat zeer zuivere muziek daartoe in staat is, kunnen jullie ook zien wanneer jullie in een ruimte vijanden en vrienden bij elkaar zetten en dan in hun midden pure muziek ten gehore brengen, dan zullen jullie in plaats van vijanden weldra alleen maar gemoedelijke vrienden zien. Maar deze uitwerking heeft alleen heel zuivere muziek; onzuivere en laag bij de grondse muziek veroorzaakt juist het tegendeel.
Hoofdstuk 233: De samenhang van de hersenen in voor en achterhoofd. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar het is en blijft vrijwel onmogelijk om haar hoger te brengen dan de onderste, eerste en zuivere wijsheidshemel, want haar brein raakt de trieste eerste merktekenen nooit kwijt, waaruit zich van tijd tot tijd steeds nog een soort aanspraak op wraak en bezinning op wraak ontwikkelt, hetgeen in het nu steeds beter verlichte brein ook weer een beeld achterlaat en maakt, dat het gemoed van de ziel inziet dat het weliswaar heel goed met haar gaat, maar dat deze goede gang van zaken lang geen compensatie is voor alles wat zij tot nu toe heeft doorstaan.
Hoofdstuk 238: Ontwikkelingsmoeilijkheden van een wereldse ziel aan gene zijde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Wie echter deze leer van Mij, die Ik nu aan jullie heb gegeven, niet vrij, maar met wat voor geweld dan ook krijgt opgedrongen, zal net zo lang geen deel kunnen hebben aan het recht op het ware kindschap van God, tot hij zich vrij, geheel uit eigen wil, hetzij hier of ook in het hiernamaals met al zijn krachten aan Mij en Mijn zuivere woord gaat wijden en dit woord vrijwillig tot richtsnoer van zijn leven maakt.
Hoofdstuk 250: Moeilijkheden bij het verbreiden van de zuivere leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Tijdens geen van de eeuwige, talloze voorscheppingen, die alle een grote menselijke oervorm van geschapen werelden vormden, heb Ik Mij door de kracht van Mijn wil op de een of andere aarde als mens met het vlees omhuld, maar Ik trad alleen met haar menselijke schepselen in kontakt door middel van voor die schepping geschapen, zuivere engelengeesten. Alleen deze scheppingsperiode heeft ten doel om Mij op een willekeurig, klein, aards hemellichaam, dat nu juist deze aarde is, voor alle voorafgaande alsook voor alle in de nooit eindigende eeuwigheid volgende scheppingen, in Mijn eeuwige, oergoddelijke wezen in het vlees en in de beperkts te vorm te aanschouwen en door Mij Zelf onderwezen te worden.
Hoofdstuk 255: De menswording van de Heer in onze scheppingsperiode en op onze aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] IK zeg: "Mensen die zo iets kunnen, zijn daarom niet voortreffelijker dan jullie die dat niet kunnen; want hoe dichter de ziel van een mens bij de dierenzielen staat, des te meer bezit zij van nature dat vermogen om zich tegenover hen verstaanbaar te maken, omdat zij zich dan helemaal volgens haar levensorde in een zuivere toestand bevindt. Als zij zich teveel met het lichaam verbindt, is het ook uit met de bijzondere eigenschappen, en de duistere wetten van de materie komen dan daarvoor in de plaats, en de ziel ondervindt dan ook schade van alles wat het lichaam maar kan schaden."
Hoofdstuk 260: Het gesprek met de ezel van Marcus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Met de zuivere ziel gebeurt hetzelfde. De gloeiende met as bedekte kool lijkt op een geheel met het vlees vergroeide ziel. Zij heeft al haar matte levensvuur nodig om de haar omringende, duistere materie te vormen; daar is dus vorming van een uitstralende levenssfeer totaal onmogelijk! En zo'n zeer materiële ziel kan dus nooit iets bespeuren van een speciale en hogere eigenschap. In dat geval is er geen sprake van een heerschappij over alle schepselen, evenmin kan ze iets zien in de sferen van het levensgebied van de ziel en iets horen van een innerlijke, geestelijke stem en nog veel minder iets verstaan van de dieren of zelfs de plantentaal, -louter zaken die aan de aartsvaders net zo bekend waren als aan jullie de allerbekendste, uiterlijke vorm van een ding of van een of ander voorwerp. Want waar zou de ziel haar geestelijk uitstralende sfeer vandaan moeten halen om iets helder te verlichten, als zij, die zelflicht zou moeten geven, niet voldoende lichtende levensether uitstraalt om van zichzelf te kunnen zien, dat en hoe zij bestaat?!
Hoofdstuk 261: De groei van de menselijke uitstralende levenssfeer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] je hebt toch gezien hoe boven op de berg een ezelin is ontstaan; kijk, zo ontstaat alles wanneer onze wil de uit onze gedachten ontstane oernatuurgeesten opwekt en dwingt tot een bepaalde, geordende bezigheid! En alleen dit, vriend, moet de verklaring zijn die je van mij hebben wilde! Meer kan ik je niet duidelijk maken door de zeer grote beperktheid van de aardse tong en taal! Vraag ook niet verder; want van dat alles zul je nooit meer begrijpen dan je nu begrijpt, tenzij je in je ziel zelf geest wordt! Want geen schepsel kan ooit zelf binnendringen in het zuivere weten en kennen van de geest! -Begrijp je nu iets meer?"
Hoofdstuk 2: Hoe wonderen plaats vinden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Dit inpandige visreservoir ontving zijn zeer zuivere water uit een volkomen nieuwe, overvloedig opwellende bron; het water drong aan de onderzijde door kleine, maar talrijke openingen van een stenen plaat in het bekken tot aan de vastgestelde hoogte. Vandaar liep een afvoerbuis naar buiten naar de zee, die als men het bekken vol water wilde hebben, van buiten afgesloten kon worden. Om het waterbekken heen liep een prachtige, opengewerkte borstwering van twee en een halve voet hoog, eveneens van wit marmer. Aan één kant was, voor het geval dat men het waterbekken vol wilde laten lopen, een sierlijk afvoerkanaal gemaakt, dat natuurlijk door de muur van het huis liep en niet ver van de lager gelegen afvoerbuis eveneens in zee uitmondde. De wanden en de vloer waren eveneens met wit marmer bekleed, het plafond van het vertrek bestond echter uit het zuiverste en hardste cederhout zonder kwast en spint. Dit vertrek ontving zijn licht door vijf ramen, die allen een marmeren omlijsting hadden en ieder vijf voet hoog en drie voet breed waren. De ramen waren voorzien van zeer zuivere kristalplaten en konden net als alle ramen van het huis geopend en gesloten worden.
Hoofdstuk 4: Het nieuwe huis van Marcus, een wonder van Raphaël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Vanwege het allerlaagste volk zal te eniger tijd de verbreiding van deze zuivere, goddelijke waarheden wel de nodige onprettige strijd opleveren, maar ook aanhangers die naar echt Romeinse zede met vreugde goed, bloed en leven voor deze leer zullen inzetten. Want je vindt op aarde niet makkelijk een ander volk dat voor de dood minder angst heeft dan juist de Romeinen! Als een echte Romein eenmaal voor iets gewonnen is, zet hij ook altijd zijn leven daarvoor in! Een ander volk doet dat niet, daarvan kun je volkomen verzekerd zijn!
Hoofdstuk 8: De godsdienstige verhoudingen in Rome in Jezus' tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nu krijgt u bij uw goede wil echter ook nog het meest zuivere licht van de eeuwige waarheid, waardoor uw reeds van oorsprong goede wil ook de juiste wegen en ware middelen tot het bereiken van het beste resultaat moet krijgen, en van u is dus duidelijk alleen het allerbeste te verwachten! -O Heer, zegen U deze eenvoudige woorden van mij, opdat zij tot een voor alle tijden blijvende waarheid worden!"
Hoofdstuk 9: De voorspelling van de Heer over het lot van Rome en Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Dat zijn zo de hoofdtrekken van een Epicurist! Hoeveel.geestelijks er in zo'n gemoed van steen huist, zal hopelijk zelfs wel voor iedere blinde overduidelijk zijn. Ja voor het rijk worden op deze aarde deugt de leer van Epicurius het meest, vooral wanneer zij met stoïcijns cynisme doorspekt wordt zoals dat bij jullie het geval is; maar voor het rijk worden naar de geest deugt zij allerminst, omdat zij de zuivere liefde tot God en de arme naaste totaal uitsluit. Dit was om Jullie wat zicht te geven op jezelf! En laat nu de redenen horen voor jullie echt Esseense atheïsme!"
Hoofdstuk 21: De atheïstische geloofsbelijdenis van Roclus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...