Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1060 resultaten - Pagina 21 van 71

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[1] Pas toen het volk zich op die manier snel helemaal verspreid had, liep Ik met Rafaël, Agricola en Lazarus naar de voornaamste handelaar toe en zei in zijn taal tegen hem: 'Wie gaf jullie om te beginnen het recht om mensen en hun kinderen als koopwaar op de publieke markten te verkopen en hen daardoor tot slaven van tirannieke, geile kopers te maken?'
Hoofdstuk 4: De bekering van de slavenhandelaars - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Zo'n komeet is derhalve een langzaam wordende zon, die zich uit de in de eindeloze ruimte voorkomende lichtstof vormt, zich in de vrije ether langzaam maar zeker verdicht, en dus uit de aanvankelijk geestelijke substantie in het stoffelijke begint over te gaan, en na voor jullie ondenkbaar lange tijdruimtes een werkelijke zon wordt en waaruit, wanneer zij haar volle rijpheid bereikt heeft, pas dan planeten of aarden, zoals deze er een is, net als kuikens uit een ei geboren worden, maar aanvankelijk ook als slechts merendeels heel losse gas massa's met heel weinig vastere lichaamsmassa's. Zij worden door de innerlijke, grote natuurlijke kracht van de zon in de verre vrije ruimte als het ware naar buiten geslingerd; en als zij de juiste afstand hebben bereikt die bij hun grootte en speciale zwaarte hoort, dan beginnen zij ten gevolge van de grote en sterke aantrekkingskracht van de zon in zekere zin weer naar de zon terug te vallen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Stel je twee mensen voor, bijvoorbeeld twee naburige, trotse en heerszuchtige koningen! Uiterlijk zijn ze zeer vriendschappelijk. Als de een de ander bezoekt, overbieden zij elkaar in voorkomendheid en zij omarmen en kussen elkaar als de beste en intiemste vrienden; maar heimelijk denkt en wenst ieder voor zich: '0, zag ik je maar zo gauw mogelijk onder mijn voeten in het stof vertrapt liggen! ' leder loert slechts op een geschikte en voor hem gunstige gelegenheid om zijn buurman, die hij boven alles haat, helemaal te kunnen vernietigen. Wie er echter op uit is met zijn buurman een oorlog te beginnen, vindt ook al gauw een reden daarvoor. Kortom, beiden raken al gauw met elkaar in oorlog, en de sterkere overwint de wat zwakkere, en deze blijft niets anders over dan te vluchten.
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Rafaël zei: 'Dat speelt nu helemaal geen rol meer, want alles watje ziet en voelt en denkt is een nog groter wonder van de Heer en ieder mens op zich is het grootste wonder! Of de Heer nu een bliksemsnelle bliksem schept, die in een oogwenk uit een wolk naar de aarde schiet, of dat Hij een zon schept, die dan aeonenmaal aeonen aardse jaren vele aarden verlicht, dat is voor de wijsheid en de macht van de Heer volkomen gelijk en daarom hoef jij ook dit huidige wonder niet zo belangrijk te vinden. Dat zou gezien de vele zeer nieuwsgierige vreemdelingen ook niet zo erg verstandig zijn. Maar nu mag je er wel voor zorgen dat al die gasten bediend worden, anders zullen ze drukte beginnen te maken!'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] De nu dus steeds vaster met elkaar verbonden, oorspronkelijk geestelijke oersubstanties en oerstoffen beginnen zich in zo'n onvrije toestand steeds onbehaaglijker te voelen, worden erg actief om zich vrijer te maken en dan begint het in zo'n hemellichaam vooral in de vaste en zware delen zeer vurig te worden. Door deze vurige actie van de onder druk staande, oorspronkelijk vrije oersubstanties en oerstoffen worden de vastere delen van zo'n nieuw hemellichaam verscheurd, ja, het binnenste wordt vaak het buitenste en omgekeerd het buitenste het binnenste, en pas na heel veel van zulke gevechten wordt zo'n nieuw hemellichaam een beetje rustiger en de daarin gevangen oergedachten en oerideeën van God vinden dan een andere weg om zich vrij te maken van de grote druk en zich ervan te ontdoen.
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] En omdat we nu op deze wijze ook het vijfde gebod in het juiste daglicht hebben geplaatst, kun je nu wel aan het zesde gebod beginnen en ook daarvan de gebreken en leemtes aantonen als je die ontdekt mocht hebben. Zeg het dus maar!'
Hoofdstuk 31: Het vijfde gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] En nu weet je dus wanneer, hoe en waarom uit het laatste, negende gebod een afzonderlijk tiende ontstond. Het aantal is hier echter onbelangrijk, maar alleen de zaak waar het om gaat en dus kun je hier je kritiek ofwel alleen op het hele negende gebod of ook op het afzonderlijke tiende gebod richten. Het hangt nu alleen van jou af waar je de voorkeur aan geeft. Je kunt nu wel beginnen te spreken!'
Hoofdstuk 35: Het negende en tiende gebod - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Na deze woorden van Lazarus richtte de Griek zich tot de jongen (Rafaël) en zei: Beste jongen, de waard heeft ons met onze vraag naar jou verwezen, jij zou ons wel een goed antwoord kunnen geven! Waarover het gaat, heb je al gehoord en daarom kun je wel meteen beginnen te spreken!'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De Griek zei: 'Luister eens, je bent een totaalonhandelbare jongen en er is met jou, als je werkelijk enige geheimen bezit, met alle menselijke verstand niets te beginnen, daar zijn we nu wel helemaal achter! Je hebt je er goed in geoefend om voor de mensen voor god te spelen; ga zo maar door, dan zul je nog eens een groot en zeer beroemd man worden. Maar als je werkelijk zo goddelijk almachtig, en daarbij duidelijk een Jood bent, dan kun je geen vriend van de Romeinen zijn. Het zal voorjou toch niet moeilijk zijn alle Romeinen in één slag uit dit godenland van jou te verdrijven. Waarom laten jullie je dan hun strenge wetten welgevallen?'
Hoofdstuk 41: Raphaël en de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Maar Ik Zelf zei tegen hem: 'Broeder, bespaar je de moeite, want zie je, wij weten werkelijk overal van! Die meer dan dertig Grieken zijn een goede vangst voor onze zaak, maar zij moeten eerst volledig op het rechte spoor gebracht worden. De harde heidense twijfelstenen moeten eerst net zo worden opgelost als Mijn Rafaël de harde stenen in hun handen volledig heeft doen verdwijnen. Dan zal er ook met hen wel iets te beginnen zijn, en zullen zij in hun land heel bruikbare voorlopers worden voor Mijn ware leerlingen. Maar ga nu aan tafel zitten en eet en drink!
Hoofdstuk 43: De vraag van Agricola over het wezen van Raphaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Ja, wat kun je dan nog meer doen? Dieren leven volgens hun onschuldige instinct, maar priesters in de tempel zeg ik je - hebben geen instinct en al helemaal geen verstand of enig inzicht! En daarom is er met deze ware halfmensen of eigenlijk al helemaal geen mensen meer, totaal niets te beginnen en absoluut niets te bereiken. En zie, daarom ben ik dus bij deze buitengewone gelegenheid hiernaartoe gevlucht, want zowel beneden in de stad als in de tempel is het voor mensen zoals wij helemaal niet meer om uit te houden!
Hoofdstuk 46: Het veranderde verschijnsel aan de hemel en de verlegenheid van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Lazarus zei: 'Nu minder dan voorheen, want omdat het verloop van het verschijnsel hun te regelmatig en te systematisch voorkomt, beginnen velen deze zaak nu de Indische magiërs in de schoenen te schuiven, die hier misschien binnenkort zullen aankomen.'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Nikodemus zei: 'Het schijnt me toe dat deze merkwaardige verandering door een denkend wezen geleid wordt, omdat dergelijke verschijnselen anders meer willekeurig en doelloos plaats vinden; soms voegen zij zich samen, maar soms ook versplinteren zij of verdwijnen zelfs. Kijk maar eens bij stormen naar de uitermate ongeordende en onsystematische wolkenmassa's, en de zonder enig systeem voorbijschietende bliksemflitsen! Maar achter dit grandioze verschijnsel schijnt in ieder geval een hoogst verstandig denkend wezen verborgen te zijn, en men zou haast kunnen gaan denken dat het de een of andere nieuwe toverkunst van de Essenen is, die in die omgeving vermoedelijk ook nieuwe bezittingen hebben. Want die mensen concentreren alle toverkunsten van de hele wereld op één punt en zijn zelf zeer vindingrijk in zulke ongewone zaken. Kijk maar eens! Nu beginnen de vijf zuilen ook één te worden! Het gaat heel snel, en kijk, ze zijn al één! Nu, dat zal de tempeldienaren en het volk te denken geven en echt tot wanhoop brengen en menig zwak mens waanzinnig maken!'
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Lazarus zei: 'Vriend, kijk nu maar weer naar de drie licht en vuurzuilen, want nu beginnen de beide buitenste zuilen ook te bewegen en naderen de ene middelste zuil. Laten we eens zien wat daaruit voortkomt! Kijk, de ene aan de zuidelijke kant heeft zich nu al met de middelste zuil verenigd, maar die aan de noordkant bleef staan, en we zien er nu nog maar twee, en die twee geven nu net zoveel licht als de eerdere twaalfwant hun licht is nu feller en sterker geworden. Ja, ik kan me niet voorstellen, dat het overdag lichter zou kunnen zijn! Alleen het firmament is donkerder, en in het westen is hier en daar nog een enkele grote ster zichtbaar .
Hoofdstuk 47: Nicodémus bij Lazarus op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Maar nu zullen we, omdat we vandaag veel gedaan en tot stand gebracht hebben en het al enige uren na middernacht is, wat rust nemen en morgen aan het werk voor de nieuwe dag beginnen!'
Hoofdstuk 55: Het zien van Gods wijsheid door de wedergeboorte - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...