Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1367 resultaten - Pagina 21 van 92

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[3] Door die gedenkwaardige droom werd ook aangetoond, hoe uit Jacob een ladder zou voortkomen als een waar verbond tussen zijn nakomelingen en God, waarop de kinderen Gods in de nu eens stijgende en dan weer afnemende kennis van God zouden toe en afnemen, en dat op het hoogste punt van de ladder die hij zag, Jehova Zelf Zich in Mijn persoon als mens zou openbaren en het oude verbond zou vernieuwen en het door en door tot de meest levende waarheid zou verheffen.
Hoofdstuk 57: De Jakobsladder. Over het wezen van de droom. De ziel aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Het lichaam, zoals het is, zou als dode materie niets kunnen zien horen voelen, ruiken of proeven als er zich geen levende ziel in bevond. Het is dus alleen maar een noodzakelijk werktuig van de ziel, zo gebouwd en goed ingericht, dat de ziel het voor de buitenwereld kan gebruiken. Zij kan dus door middel van het lichaam naar buiten kijken, horen en onaangename of aangename dingen gewaarworden. Zij kan van de ene plaats naar de andere gaan en met de handen allerlei werk verrichten.
Hoofdstuk 58: Ziel en lichaam. Toestand van een verwereldlijkte ziel aan gene zijde. De maan en zijn bewoners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Aan dit alles kun je toch duidelijk zien dat alle waarheid, werkelijkheid en realiteit alleen maar in het zuiver geestelijke te vinden is, en dat al het materiële alleen bestaat door de vasthoudende wil van de geest, die de materie geleidelijk kan verzachten, langzaam aan losser kan doen worden en tenslotte na kortere of langere tijd in een aan hem gelijk substantieel zielelichaam kan omvormen, al naar gelang een zielesubstantie zich tengevolge van de ook in haar ontwaakte vrije wil meer of minder blijkt te kunnen voegen naar de innerlijke, levende orde van de geest.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Er zal echter vanaf de ondergang van deze oude stad Jeruzalem tot aan de tijd waarop de nieuwe stad Gods op aarde komt, weinig licht bij de mensen op aarde zijn; want er zullen maar al te gauw een groot aantal valse profeten en priesters in Mijn naam opstaan en valse wonderen verrichten en de mensen misleiden en blind maken. ja, de antichrist zal met hulp van de aardse koningen zulke dingen doen, dat zelfs Mijn uitverkorenen, als Ik dat toe zou laten, verleid zouden kunnen worden om hun knieën te buigen voor de nieuwe Baal. Dan zal Ik weer een tijd van grote nood onder de mensen laten aanbreken, zoals er nog niet eerder onder de zon is voorgekomen. Dan zal Baal evenals de grote hoer van Babel terneer geworpen worden, en het licht van het levende woord in de harten van vele mensen zal dan gaan schijnen en zal de mensen die gebukt gaan onder deze nood oprichten en verlossen, en zij zullen zich allen verheugen in het nieuwe licht en Mijn naam loven en prijzen.
Hoofdstuk 54: De uitleg van het derde lichtverschijnsel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] En dus moeten hier onder 'engelen' worden verstaan de gedachten, ideeën en begrippen van het verlichte verstand, dat de wijsheidshemel van de mens is -weliswaar in het kleinste formaat. Deze stijgen op en dalen neer en dienen de nog verborgen geest van God in het hart van de mens, en deze geest heet liefde tot God en liefde tot de naaste. Zoals echter deze levende geest uit God in het hart van de mens door maar al te veel mensen niet herkend wordt en er geen acht op wordt geslagen - terwijl toch al het heil van de mens met betrekking tot zijn tijdelijke en eeuwige leven juist van deze geest afhangt -zo word ook Ik Zelf als de Heer en diepste grond van al het zijn en bestaan door de mensenwereld niet herkend, hoewel zij zien welke grote gedachten, ideeën en begrippen uit de hemelen van God door Mij op deze aarde neerdalen en weer opstijgen en het hart helder verlichten en tot het dragen van levende vruchten verwarmen en opwekken. Daarom zijn er velen die geroepen zijn, maar er zijn weinig uitverkorenen die Mijn woorden begrijpen, behartigen en tot de rijke oogst van daden vol leven brengen.
Hoofdstuk 56: Het wezen van de engelen. Liefde en wijsheid, hart en verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] De materie is dus niets en de ziel, in zekere zin een product van de materie, is op zichzelf ook niets; alleen de zuivere geest is als zodanig werkelijk iets. Wat is dan een zuivere geest in en op zichzelf voor een stof, of wat voor iets is hij? Dat is een vraag die een sterfelijk mens nooit volledig zal beantwoorden, zolang hij alleen nog maar vanuit zijn minstens nog halfstoffelijke ziel en vanuit zijn stoffelijke lichaam denkt en wil, en zelf niet bijna helemaal geestelijk is geworden. En, hemelse vriend, zodoende moet je wel een beetje geduld met ons hebben! Want ondanks de wonderen die je daar zojuist voor hebt gedaan, begrijpen wij je verklaringen met betrekking tot deze uiterst tere levensvraag niet helemaal. Je uitleg verschaft ons nog niet voldoende licht om helder te begrijpen wat de levende zuivere geest op zichzelf voor stof is en wat voor iets het eigenlijk is.
Hoofdstuk 71: Het wezen van de geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Jullie denken nu in je grote levensblindheid dat ik, een teruggetrokken levende Egyptische wijze, jullie dat zo maar vertelom mijn aanzien bij jullie te verhogen; maar ik zeg het omdat jullie je heel erg vergissen. Om echter te laten zien dat ik de volle waarheid heb gesproken, en dat een echt mens door de wil van zijn innerlijke geestelijke mens tot meer in staat is, zal ik jullie nu, opdat jullie je op de terugweg met diepere gedachten bezig kunnen houden, enige proeven van de ware levenskracht van een waar mens laten zien.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Want in het hart van iemand die onverschillig kan toezien wanneer een mens of ook een dier ellendig omkomt, is weinig liefde te vinden. Waar ware en levende liefde aanwezig is, bevindt zich ook echt medelijden en ware ontferming. Hoe kan iemand die zich verlustigt in het pijnlijke sterven van zijn medemens naastenliefde hebben? Weg daarom met alles wat onwaardig is voor het hart van een goed mens!
Hoofdstuk 94: Over de doodsstraf - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Op hetzelfde moment stonden de tovenaars zonder jas, en er viel een groot aantal voorwerpen uit hun vele zakken, ook verscheidene dode en levende vogels en verdorde en verse bossen bloemen.
Hoofdstuk 96: Raphaël ontmaskert de magiërs - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] In jullie ligt weliswaar ook diezelfde vonk verborgen, maar nog zoals de levende kiem in een zaadkorrel. Zolang de zaadkorrel niet in de aarde komt, blijft hij schijnbaar dood; pas wanneer in de aarde al het buitenste en stoffelijke wegvalt en alleen de zielesubstantie ervan zich met de levende kiemgeest verenigt, begint die geest werkzaam te worden, en doet wonderen die jullie al talloze malen gezien hebben.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Wanneer een nog levende en gezonde zaadkorrel in de aarde gelegd wordt, is dat een beeld en een gelijkenis en betekent zoveel als: een mens moet beginnen met alle zinnelijke wereldse lusten te verloochenen! Hij moet vol deemoed, zachtmoedigheid, geduld, liefde en erbarming voor zijn medemensen worden, dan zal hij daardoor ook vol liefde tot God worden! Zodra de mens dat is, ligt hij reeds als een goede levensvatbare en kiemkrachtige zaadkorrel in de aarde van het ware leven. Hij wordt helemaal door zijn geest uit God doordrongen, die hem laat opgroeien en rijp worden voor het eeuwige leven uit God en voor het aanschouwen van God.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als de geroepenen echter gelovig aannemen wat hun geleerd is, dan zijn zij er even goed en vaak nog beter aan toe dan de uitverkorenen; want een uitverkorene die het levende licht in zich draagt maar zich er niet precies aan houdt, zal later strenger ter verantwoording worden geroepen over zijn slecht gebruikte talenten, dan degene die alleen maar geroepen is en die enkel moet horen, geloven en er gewillig naar moet handelen.'
Hoofdstuk 124: Geroepenen en uitverkorenen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Wie God boven alles liefheeft, belijdt God en dus Mij voor de hele wereld, en Ik belijd ook hem in Mijn liefde, en daaruit bestaat het ware, eeuwige leven van de ziel van de mens. En doordat de mens juist door die levende liefde tot God ook tot de hoogste wijsheid komt en komen moet -dat is dan de hemel of Gods rijk -, daardoor heeft de mens ook Gods rijk in zich gekregen, dat hem dan eeuwig niet meer afgenomen kan worden. Dit heb Ik jullie nu uitgelegd; onthoud het, grif het inje hart en handel ernaar, dan zullen jullie het eeuwige en ware leven in je hebben! Maar gun Me nu even wat rust, en denk na over wat Ik jullie nu verteld en getoond heb!'
Hoofdstuk 127: Het rijk van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] Maar omdat ik al een oude zoeker ben, ben ik ook een oude twijfelaar en daarom vol vragen. En zodoende heb ik jouw beschrijving over jullie gevaarlijke meer, de onderaardse pek en zwavelafzetting, de tijdelijke ontbranding daarvan en vervolgens het komen van de koude noordenwind, die nu nog hard waait, zeer in overeenstemming gevonden met de macht en de wijsheid van een ware en goede God, zoals ook alles bij het gevaarlijke meer heel doelmatig is ingesteld, om te zorgen dat die uitwaseming niet nadelig wordt voor de levende schepselen. Dat alles lijkt me in en op zichzelf volkomen in orde; maar dan rijst juist over het gevaarlijke meer een heel andere vraag, die wij zelf nooit kunnen beantwoorden:
Hoofdstuk 111: De twijfels van de Indische magiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] O, hoe ver en hoe diep zouden de mensen met dit voedsel binnen kunnen dringen in de sfeer van het innerlijke leven, als zij zouden weten wat zij aten en wat dit voedsel bevat; maar dat weten zij niet en zij zien ook door al het licht de dag niet. Maar zij zullen langzamerhand nog wel inzien, dat zij in dit voedsel Gods levende woord en Zijn wil genieten. Als zij dat voor zichzelf zouden kunnen ontraadselen en begrijpen, dan pas zouden zij weer volmaakte mensen zijn; maar omdat zij dat nog lang niet kunnen, moeten zij zo lang leerlingen zijn en blijven tot zij dat zelf begrijpen en in hun leven zullen toepassen.'
Hoofdstuk 138: De aankomst van de zeven Opper-Egyptenaren De van diep inzicht getuigende woorden van de Egyptenaar tot de Heer. Over de juiste voeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...