Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1160 resultaten - Pagina 21 van 78

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[11] Direct daarna verscheen Nikodemus op het grote spreekgestoelte en hij werd door het volk met luid gejubel begroet. Maar hij zei: 'Beste vrienden en broeders! Ik heb jullie eigenlijk niets nieuws te vertellen, maar ik ben toch gekomen om te bevestigen wat hier op deze plaats mijn oudste en tevens beste vriend al tegen jullie heeft gezegd. Alles is zoals hij gezegd heeft, daarvoor kan ik zelfs met mijn leven instaan, en het verheugt mij nu des te meer dat ik hier in deze geheiligde grote tempelhal met mensen te doen heb, die beslist in alle opzichten mijn inzicht en ook mijn innerlijke, volle overtuiging delen.
Hoofdstuk 82: De kalmerende toespraak van Nicodémus tot het volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[17] Toen zei Agricola: 'Heer en Meester, ik ben zo verontwaardigd door Uw verslag van de Hoge Raad, en ook over het voorafgaande verhaal van de waard hoe bepaalde priesters zich over U hebben uitgelaten, dat ik nu grote lust zou hebben de landvoogd de hele geschiedenis mee te delen en een bode naar opperstadhouder Cyrenius te zenden, opdat de hogepriester snel de ogen geopend zullen worden en hij tot inzicht komt hoe de zaken nu staan!'
Hoofdstuk 84: De versplintering in de Hoge Raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Na deze aanwijzing van Mij keken allen weer naar het firmament, en de lichtzuil daalde nogmaals uit de hoogte neer op aarde, maar niet meer op de plaats waar zij eerder uit twaalf aparte zuilen ontstond, maar helemaal aan de andere kant in het westen, en verspreidde nog veel meer licht dan voorheen. Spoedig daarna verdeelde zij zich, nu niet meer in twaalf zuilen, maar in talloos vele delen, waaruit zich een heel grote stad vormde, met muren die uit de twaalf voornaamste edelsteensoorten bestonden, die naar alle kanten een zeer veelsoortig licht uitstraalden. En er werden twaalf poorten zichtbaar, waardoor talloos vele mensen uit alle delen van de aarde gelukzalig in en uit liepen.
Hoofdstuk 49: De verschijning van het oude en het nieuwe Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Ik zei: 'Mijn allerbeste vriend, je hebt meteen op de eerste dag dat je hier kwam, Mijn legerscharen en Mijn macht gezien, en Ik hoef slechts één wenk te geven of talloze scharen almachtige engelen staan Mij ter beschikking, waarvan er één al voldoende zou zijn om de hele aarde en de hele zichtbare hemel in een oogwenk te vernietigen! Ik ben echter niet naar wereld gekomen om haar te oordelen en te vernietigen, maar alleen om haar van de ondergang te redden. En daarom moet Ik de wil van de mensen, hoe ze ook zijn, de vrije loop laten, zelfs wanneer zij zich aan Mijn lichaam willen vergrijpen; want als Ik daar tegenin ga met de goddelijke macht van Mijn wil, die Mij door de Vader gegeven is, dan doodt dat de ziel van ieder mens, en kan niemand denken aan een eeuwig leven na het afleggen van zijn lichaam en er nog minder aan geloven en erop hopen.
Hoofdstuk 51: Het verleden en de toekomst van de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] In de hemel van de zuivere geesten wordt echter ook gegeten en gedronken, maar geestelijk en niet materieel. De geestelijke spijs bestaat uit de zuivere liefde en uit de wijsheid uit God. Deze doordringt de hele oneindigheid en voedt al de talloze wezens, en wel eerst de geesten en daarna door hen de hele materiële schepping en daarvan het eerst de onmetelijke etherruimte, waarin de talloze myriaden zonnen en planeten of aarden rondzwemmen als vissen in de zee en als vogels in de lucht. Uit de ether krijgen dan eerst de hemellichamen hun noodzakelijke voedsel en uit de hemellichamen vervolgens ook alle schepselen erop en erin. Maar eerst wordt de lucht van de hemellichamen gevoed uit de hen overal omringende ether en daardoor pas het hemellichaam. Heb je dat nu ook goed begrepen?'
Hoofdstuk 61: Het voedsel van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Als het zaad in de vochtige aarde wordt gelegd en de uitwendige substantieel-materiële bekleding week wordt, omdat haar substantiële zieledelen beginnen overeen te stemmen met de delen die haar in het vocht van de aarde omgeven, dan begint de zuivere geest meteen een juist gebruik te maken van zijn intelligentie en wil. Hij herkent precies de met hem overeenkomende deeltjes in de aarde, in het water, in de lucht en in het licht en in de warmte uit de zon, trekt die naar zich toe en schept daarmee volgens zijn ordening datgene wat met zijn wezen overeenkomt, en zo zie je dan een plant uit de aardbodem opgroeien met steeds dezelfde kenmerkende eigenschappen. Het kruid ofwel het uiterlijk lichaam van de plant vanaf de wortel tot het hoogste punt van de stam is door de geest alleen maar voortgebracht, opdat de zuivere geest zich in de nieuwe zaadkorrels scheppend kan verveelvoudigen en zo zijn ik oneindig verveelvoudigt, hoewel de geest die eenmaal zo werkzaam is geweest, zichzelf verheft en, verenigd met de zieledelen die hij naar zich toe heeft getrokken, overgaat tot de vorming van hogere en meer volmaakte vormen en wezens.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Wanneer jij van nu af aan de hele natuur aandachtig bekijkt, zul je daar vinden wat ik je nu heb uitgelegd! Want je kunt in de korte tijd dat wij nu samenzijn niet van mij verlangen dat ik van alle mineralen, alle planten en alle dieren afzonderlijk laat zien, in hoeverre zij uit zuivere geest en in hoeverre zij uit pure zielesubstantie bestaan. Het is voldoende dat ik je nu heel duidelijk heb uitgelegd hoe het zuiver geestelijke, het substantiële en tenslotte het materiële zich ten opzichte van elkaar verhouden. Want de regel die ik je nu gegeven heb geldt voor de hele eeuwigheid en voor de hele oneindigheid; als je de alfa begrijpt, begrijp je ook de omega. Voor wat ertussen ligt, geldt precies hetzelfde, afgezien van de talloze verschillende vormen.
Hoofdstuk 74: Hoe de geest op de materie inwerkt - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Agricola zei: 'Kijk, nu is het mij al weer aanmerkelijk duidelijker, en ik herinner me nu een paar zinnen van de oude wijze Plato. Die onderzocht lange tijd het geestelijk wezen van God en kreeg tenslotte een visioen als in een heldere droom. Hem werd te kennen gegeven dat hij Gods geestelijke wezen zou zien. Toen kwam het hem voor alsof alles om hem heen vuur en licht werd. Het leek of hijzelf helemaal oploste, zonder daarbij echter zijn volle bewustzijn te verliezen. Maar in dit vuur voelde hij geen brandende hitte, maar enkel een machtige, hoogst verrukkelijk weldadige liefdes en levenswarmte, en een stem als de zuiverste harmonie van een welluidende eoluslier sprak uit de vuur en lichtzee tegen hem: 'Zie en voel het geestelijke wezen van God, en voel en zie jezelf in Hem en door Hem!' En Plato zag toen zijn gedaante als mens, en zag om zich heen nog talloze gedaanten zoals hijzelf. In die gedaanten ontdekte hij nog in minuscuul kleine figuurtjes, die allemaal leefden, ontelbaar vele andere vormen, die in totaal echter één enkele menselijke vorm uitmaakten. En zie, jouw uitleg lijkt veel op het droomgezicht van de grote wijsgeer, die overal in ontwikkelde kringen erg bekend is!
Hoofdstuk 76: De bevrijding van het materiële - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Degene die veel bezit en de ware naastenliefde beoefent, vast echt, en dat vasten is God welgevallig en is nuttig voor het eeuwige leven van de mens. Wie veel heeft, laat die ook veel geven, en wie weinig heeft, laat die ook dat weinige .delen met zijn naaste die nog armer is dan hij, dan zal hij daardoor voor zichzelf schatten in de hemel verzamelen! Geven op zichzelf is al beter dan nemen.
Hoofdstuk 85: Het ware vasten en bidden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Als we echter een ook maar enigszins houdbaar spoor van de ware God gevonden hebben, dan zullen we ons zo ijverig mogelijk inzetten om dat ook op een gepaste wijze, voorlopig in ieder geval aan het betere en meer verlichte deel van het volk, mee te delen. Hiermee hebben we deze zaak nu snel en zo goed mogelijk geregeld. En jou, jonge, allerliefste wijze vriend, danken wij ten zeerste voor je serieuze moeite en laat ons de geheiligde herinnering aanjou en aan dit uur getrouw in ons hart bewaren! Die zal ons voortdurend tot troost zijn op al onze verre en moeizame levenspaden!
Hoofdstuk 101: Over de Indische godsdiensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Dat stelde de drie volkomen gerust, alleen meende de hoofdmagiër, dat een van hen naar de stad moest gaan om aan de anderen mee te delen dat zij drieën deze nacht op de berg door zouden brengen.
Hoofdstuk 102: Het sterke vermoeden van de drie magiërs. Op wonderbaarlijke wijze wordt de diamant gehaald - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zolang de zaadkorrel in de aarde niet sterft en uiteenvalt en zich zo ontbindt dat zijn vroegere vaste delen in de overeenkomstige vormen van de geest beginnen over te gaan, zolang ook blijft de geest werkeloos en verborgen. Maar wanneer het vlees van de zaadkorrel in de aarde zacht begint te worden en begint op te lossen, en in zijn steeds etherischer wordende deeltjes meer gaat lijken op de in de kiem wonende geest, dan begint de geest de aan hem gelijke delen te ordenen en doordringt die steeds meer, en dan treedt er -zoals je dat bij iedere ontkiemende en opgroeiende plant goed kunt zien -een totaal nieuwe bestaanstoestand in. En wat je in het klein bij een plant ziet, gebeurt ook in het groot en allesomvattend bij de mens, wanneer hij alle neigingen en begeerten in zijn ziel en ook in zijn lichaam die op de buitenwereld gericht zijn, door zijn ernstige wil in zich vernietigt en oplost, en deze in alles steeds meer gelijk begint te maken aan de innerlijke geest.
Hoofdstuk 77: Het proces van de innerlijke verandering in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Toen dachten wij bij onszelf: 'De oude man heeft de volle waarheid gesproken!', en wij namen het vaste besluit om hem, de Nazarener, op te gaan zoeken en zo mogelijk zijn leerlingen te worden. Wij deden al sinds vanmorgen navraag naar de plaats waar hij zich op dit moment eventueel zou kunnen ophouden, en hoorden van iemand die wij vaag kenden, dat u ons zeker daarover kon inlichten, omdat de profeet, zoals bekend, een speciale vriend van uw huis is en u dus, zoals gezegd, de allereerste zou zijn om te weten waar de grote man Gods zich nu ophoudt. Als u daarover betrouwbare gegevens of informatie heeft, wees dan zo vriendelijk ons die mee te delen opdat wij er dan meteen heen kunnen gaan en ijverige leerlingen van hem kunnen worden!'
Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[21] Door de grote watervloed die in het westelijke deel van Azië ten tijde van Noach plaatsvond, zijn er wel zeer veel mensen en dieren te gronde gegaan, omdat het water werkelijk zelfs de hoge Ararat overspoelde, maar daarom kwam het natuurlijke water toch niet over de hele aarde, waarvan toen nog lang niet alle bewoonbare delen bevolkt waren. Maar de vloed van de zonde, dat wil zeggen de godvergetenheid, hoererij, hoogmoed, gierigheid, nijd, heerszucht en liefdeloosheid, overstroomde het hele menselijk geslacht, waaronder verstaan moet worden de geestelijke aarde, en dat is wat Mozes met de algemene zondvloed bedoelde.
Hoofdstuk 91: Voorziening in levensbehoeften door overgave aan de wil van de Heer. De materiële en de geestelijke zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[4] In jullie ligt weliswaar ook diezelfde vonk verborgen, maar nog zoals de levende kiem in een zaadkorrel. Zolang de zaadkorrel niet in de aarde komt, blijft hij schijnbaar dood; pas wanneer in de aarde al het buitenste en stoffelijke wegvalt en alleen de zielesubstantie ervan zich met de levende kiemgeest verenigt, begint die geest werkzaam te worden, en doet wonderen die jullie al talloze malen gezien hebben.
Hoofdstuk 103: De weg naar de levensvervolmaking - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...