Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2373 resultaten - Pagina 21 van 159

...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...
[7] Daarom spreekt Mozes naast het plaatsen van een hemel, ofwel de gave van het verstandelijk vermogen buiten het levenscentrum van God, tevens over een zogezegd gelijktijdige schepping van de aarde. Wie en wat is dan echter deze Mozaïsche aarde? Jullie denken misschien: 'Deze natuurlijk, die ons draagt!' -Oh, helemaal mis, beste mensen!
Hoofdstuk 219: De schepping van hemel en aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar zoëven zei ik onder andere ook tegen u dat Hem, de goede Heiland uit Nazareth, ook zon, maan en al de sterren moesten gehoorzamen, omdat Hem zelfs de engelen uit de hemel gehoorzamen. Ik merkte dat er toen onder u een paar glimlachend het hoofd schudden en daarmee in zeker opzicht zeggen wilden: 'Beste kind, nu ga je in je kinderlijke verbeeldingskracht wat te ver, want de zuivere engelen van de hemel gehoorzamen alleen maar aan God en anders niemand in de gehele oneindigheid!' Maar ik zeg u dat het toch is zoals ik het u heel eenvoudig verteld heb.
Hoofdstuk 242: Het wonder met de steen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] De engel komt, en CYRENIUS betast hem en zegt: "Ja, ja, dat is puur natuur en zogezegd duidelijk materie! Hij heeft heus net als wij alle ledematen en dezelfde vorm als wij, alleen is alles veel edeler, zachter en heel wat mooier; want de charme van zijn gelaat is, kan men wel zeggen, onovertrefbaar stralend mooi! Het is zeker geen meisjesgezicht, maar een mannelijk gezicht, met ernstige trekken, maar tevens toch mooier dan het mooiste meisjesgelaat! Ik heb mij voorheen echt veel te weinig om dit lid van ons gezelschap bekommerd. Hij wordt bepaald steeds mooier, hoe langer ik hem bekijk. Mijn hemel, dat is echt heel vreemd! (Tot de engel sprekend:) Luister eens, prachtig mooie engel, voel je ook liefde in je mooie borst?"
Hoofdstuk 218: Ziel en lichaam. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] De zaadlegging in de aarde tot aan het ontkiemen: eerste dag; dan de vorming van halm, wortels en de schutbladen: tweede dag; de vorming van de laatste ring vlak onder de daaropvolgende aanzet van het begin van de aarvorming: derde dag; dan het vormen en inrichten van hulsvormige vaten als bruidsvertrekken voor de ontvangst en de verwekking van het vrije, zelfstandige leven, waartoe ook de bloeiwijze gerekend moet worden: vierde dag; dan het afvallen van de bloesem, het ontstaan van de eigenlijke al een vrij leven dragende vrucht en diens vrije activiteit -hoewel nog samenhangend met de vroegere onvrije toestanden, waaruit nog een deel van het voedsel voor het vormen van de omhulsels genomen wordt, hoewel vanaf dat punt het hoofdvoedsel uit de hemelen van het licht en van de ware levenswarmte genomen wordt -tot aan de volledige vorming van de vrucht: vijfde dag; tenslotte het volkomen losmaken van de in .de huls rijp geworden vrucht, waarin de kern dan alleen om zich te beveiligen zelfstandig de reine kost van de hemel verlangt, aanneemt en zich daarmee verzadigt voor het vrije, eeuwig onverwoestbare leven: zesde en laatste dag voor het vormen en volledig vrij worden van het leven.
Hoofdstuk 221: Scheiding van licht en duisternis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[20] Voor mijn gevoel zou het altijd nog beter zijn als men tien schurken, waarvan men de schuld niet volkomen heeft kunnen bewijzen, zou laten lopen, dan dat men er zo een veroordeelt die ik in mijn voorbeeld heb aangehaald. Want zo'n oordeel lijkt mij een ten hemel schreiend onrecht ten opzichte van de heiligste rechten van de mensheid! Als het al strafbaar is wanneer men een gelukkig mens maar een beetje ongelukkig maakt, hoe verschrikkelijk strafbaar moet het dan wel zijn, als men een toch al buiten zijn schuld zeer ongelukkig mens nog ongelukkiger maakt, in plaats dat men als mens alles in het werk zou stellen om hem zoveel mogelijk te redden uit zijn eerste geheel zonder schuld opgelopen ongeluk!
Hoofdstuk 236: De uitoefening der naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] Wij hebben ons beter inzicht en onze betere kennis, die natuurlijk met nog heel veel vuil vermengd zijn, enkel en alleen aan de vaak herhaalde omgang met Romeinen en Grieken te danken. Maar als wij dan weer in Jeruzalem teruggekeerd zijn, en wel in de tempel, dan waren veertien dagen genoeg om ons door allerlei mystieke wijs klinkende frasen weer zo dom mogelijk te maken. Is het een wonder, als er bij zo'n buitengewone gelegenheid zich uit die holle frasen in onze ziel vanzelf een paar van zulke duistere wolken aan de hemel vormen voor de toch al zwak schijnende jonge zon der kennis. Op bepaalde momenten maken die het dan zo duister, dat wij bij verschijnselen van buitengewone aard ons net zo voelen als een wandelaar in het middernachtelijk donker, die tijdens een uit de wolken flitsende bliksem wel het rotsachtige pad ziet, maar daar weinig aan heeft, omdat op zo'n kortstondige verlichting meteen weer een nog dikkere duisternis volgt!
Hoofdstuk 243: De verontschuldiging van de jonge Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar hier is de werkelijke aanwezigheid van een engel zo buitengewoon, dat men dat natuurlijk niet zo snel als een volle waarheid kan aanvaarden, als de snelheld waarmee men het aanvaardt van lang vervlogen tijden. Geloven is gemakkelijk, omdat men zich steeds de vroegere tijd als beter voorstelt dan de tegenwoordige. Die houdt men uit een zekere vrome eerbied altijd onwaardig voor zulke goddelijke verschijningen, zonder te bedenken dat het er in Sodom en Gomorra ook niet zo bijzonder Gode welgevallig toegegaan kan zijn, omdat Hij anders geen vuur van de hemel over die plaatsen zou hebben laten regenen.
Hoofdstuk 243: De verontschuldiging van de jonge Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] JULIUS zegt: "Nu, weet dan, dat Hij het is aan wie de gehele natuur en alle machten van de hemel dienstbaar zijn, - Hij is de beroemde Heiland uit Nazareth! Over Hem getuigde voorheen dat meisje en de engel gehoorzaamde op Zijn wenken toen hij jullie dat proefje van zijn macht toonde. Maar nu jullie dat weten, moet je mij eens zeggen wat jullie nu willen en zullen doen!"
Hoofdstuk 5: Julius dreigt de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als Ik nu, door met Mijn geest uit de hemel te komen, jullie weer terug wil brengen in de gelukkige oertoestand van de eerste mensen en jullie de reeds lang geheel verloren wegen naar Gods rijk toon, hoe kunnen jullie dan zeggen dat de door Mij gestelde voorwaarden om Mijn leerlingen te worden, te hard en voor allen vrijwel onuitvoerbaar zijn!
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Daarom staat er ook in Mozes: 'In den beginne schiep God hemel en aarde en de aarde was woest en ledig en duister in haar diepten.' Wie of wat is dan nu precies de hemel en wat of wie is de aarde? Denk je soms dat het deze aarde is die jou nu draagt, of deze hemel die je lucht en licht geeft? Dan zou je toch wel ver van de waarheid af zijn! Waar was dan indertijd deze aarde en waar deze hemel?
Hoofdstuk 28: Het godsbegrip van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kijk, daarmee is slechts globaal aangegeven hoe de eeuwige levenskracht van God in haar bestaan begonnen is de verschillen te onderzoeken en te kennen! En daarbij stelt de 'hemel', de persoonlijke wijsheid voor, die zichzelf onderkent; maar in het van liefde gloeiende zwaartepunt van zijn centrum, in het centrum van de gloeiende liefde, dat bedoeld wordt met het woord 'aarde', was het nog duister en woest en ledig, dus nog zonder diepere kennis van het eigen ik.
Hoofdstuk 28: Het godsbegrip van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar het centrum werd heter en heter naarmate de massa van het uiterlijke zelfbewustzijn er meer op begon te drukken. En het centrum bereikte het toppunt van hitte en uit het kokende levenswater steeg de damp op, zweefde nu vrij op en boven de wateren van het stille en rustige, eeuwige voorbestaan en leerde zichzelf volledig kennen. En dit kennen is nu juist het licht dat de God van Mozes ter verdrijving van de duisternis meteen na het scheppen van hemel en aarde laat ontstaan.
Hoofdstuk 28: Het godsbegrip van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar Ik zeg jullie dat .het toch altijd moeilijk zal zijn om alleen .bij de zuivere, naakte waarheld te blijven. Het wereldse verstand, dat zich op verscheidene plaatsen buitengewoon zal ontwikkelen, zal niet inzien dat Ik Degene kan zijn, geestelijk gezien, die eens op de Sinaï aan Mozes tijdens donder en bliksem de wetten gaf en hem de vijf boeken dicteerde en die met Zijn wijsheid, macht en sterkte de gehele oneindigheid onderhoudt en regeert! Zelfs een aantal van jullie gelooft dat nu nog niet helemaal, terwijl je toch uit de eerste hand getuige bent van wat hier gebeurt en ook wat op andere plaatsen is gebeurd, dat Ik geheel één ben met de Vader in de hemel. Wat zullen de grote, wereldse geleerden er dan van zeggen als dat getuigenis hun oren uit de duizendste hand zal bereiken?!
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Gelukkig dan degenen die hun levenswater nog niet ten behoeve van het aardse gewin hebben laten verdampen. Want als het grote vuur van het oordeel uit de hemel zal komen, zal het hen niet kunnen deren omdat hun eigen levenswater hen daarvoor zal beschermen.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Kortom, wie de tempel niet rechtstreeks met bliksem, donder en zwavelregen uit de hemel aanvalt, richt weinig of niets tegen de tempel uit!"
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  9 - 10 - 11 - 12 - 13 - 14 - 15 - 16 - 17 - 18 - 19 - 20 - 21 - 22 - 23 - 24 - 25 - 26 - 27 - 28 - 29 - 30 - 31 - 32 - 33 - 34  ...